De jongeman antwoordde nu: ‘Joe kan bewijs dat a kranti na f'joe?’ Sjori rukte het dagblad uit de handen van zijn bankgenoot en dreigde, op kookpunt: ‘If i mek' wán moef m'e kot'i a pis'pisi.’
Om geen verdere verwikkelingen met mogelijk noodlottige gevolgen te provoceren, verwijderde Sjori zich meteen huiswaarts. Hij had eigenlijk ook niet veel tijd meer, wilde hij nog een bad nemen, zijn snor bijwerken, zijn haar wassen en het van die lekkere pommade voorzien die hij eens in Maracaibo had gekregen van Carmencita, en waarop hij nu heel zuinig was. Ook moest hij al zijn tijd nemen om zijn mooiste pak en das uit te zoeken. In één woord, om zich aantrekkelijk-representabel te maken voor de fuif.
Verschrikt bleef de jongeman op de bank zitten. Sjori hoorde hem nog roepen: 'Joe ma p......
Ter hoogte van het hoofdburo van politie kreeg Sjori gezelschap van Ernest, een vriend met wie hij vroeger op de vaart had gezeten.
Hé, Ptaka! - groette Sjori opgeruimd. Ptaka was de bijnaam die Ernest zich op de duur als troetelnaam had laten aanleunen. Ptaka deed mysterieus. Bijna fluisterend vertrouwde hij Sjori toe dat hij ‘tori’ voor hem had. Hij had Norine ‘betrapt’, enkele dagen geleden. Ze stond op de markt met een man te praten, naar Ptaka's oordeel veel te amicaal. Ze had misschien een verhouding met de man. Ze bedroog Sjori. Ja, dat was wel duidelijk. Hij had enkele woorden van het gesprek opgevangen. Sjori moest haar maar in de gaten houden.
Sjori kreeg een schok. Zijn Norine? Ontrouw? En nog wel met huwelijksplannen in het vooruitzicht! Onmogelijk. Ptaka moest zich vergissen. Maar voordat hij zijn kameraad nader kon ondervragen, sprong deze in een wilde-bus en liet Sjori in de span achter.
Terwijl Sjori thuis aan zijn snor beeldhouwde, verwerkte hij Ptaka's woorden nogmaals en nogmaals. En alhoewel hij die jobstijding naar het rijk der lasterpraatjes en insinuaties verwees - ach, vrienden menen het soms toch wel goed als ze je zoiets komen rapporteren - vroeg hij zich geagiteerd af wat Norine op dat ogenblik eigenlijk deed. Was ze, zoals altijd des zaterdags, braaf bij haar moeder thuis, of bevond zij zich in de armen van de gesignaleerde, onbekende minnaar? Neen, soso tori, schoof Sjori zijn twijfel opzij, sloot zijn deur en begaf zich op weg naar het feest.
Het feest was al in volle gang toen Sjori over de schutting sprong. Snel mengde hij zich tussen de bezoekers, die zich, onder de rijen veelkleurige lampen die over het terrein hingen, als uitgehongerde smulpapen stortten op porties rijst-met-kip, bami, roti en al dat overige smakelijks dat aan het buffet werd verkocht. Sjori gooide maar meteen een flinke scheut rum naar binnen om zich op te warmen. En niet lang kon hij de lokkende ritmen van Swing Masters weerstaan. Een aardige jongedame was gauw gevonden. en Sjori zwierde weldra met behendig benenwerk door zijn eerste guaracha heen. Hoe kon