Jong en oud
Op de tweede winti-pré wisselen jonge en oude drummers elkaar af.
Een oude drummer glimlacht: Bent u ook eens komen kijken. Vindt u het mooi?
Ik vind het mooi.
Erwin grijpt een sek'-seki.
Hij begint te zingen, de drummers en dansers opzwepend.
Hij kritiseert de drummers.
Wat spelen jullie?
Een jonge drummer grinnikt: Meringue. Een ander zegt: Teenage.
Erwin geeft een geweldige show, dansend op de hurken als een bosneger.
Twee, drie vrouwen krijgen een Apoekoe-winti. De danspassen zijn heel anders. De benen worden hoog opgetrokken, men krijgt de voetzolen te zien, terwijl de hielen proberen de billen te raken. De Apoekoe is een soort ambtenaar ter beschikking van de hoogste gron-winti Maisa. Hij kan als elke andere winti komen. Hij is een slimmerik, die van plagen houdt.
De winti-pré verloopt zeer ordelijk. Er is een priester, die een strak beleid voert.
Velen krijgen winti, vrouwen en mannen. Zij dansen slechts enkele seconden.
Kwart voor vijf.
De mensen gaan weg.
Erwin gaat door.
Een vrouw roept haar man. Kom, laten we naar huis gaan.
Haar man praat met Erwin in kromanti, de taal van de winti.
Hij wil niet weg.
Dan blijf je, zegt zijn vrouw boos.
Zij loopt weg met grote passen.
De man schatert opeens. Ik moet echt weg, zegt hij.
Hij loopt zijn vrouw hollend achterna.
Vijf uur.
De maan glinstert tussen de bomen.
De drums spreken niet meer.
De winti komen niet meer.
De nacht van de winti is voorbij, maar heeft zijn stempel gedrukt in mijn kra.