Ter introduktie
met blinkend blauwe vleugelslag
van mijn verbijsterd hart
De 1 juli-dag is voorlopig de enige uit onze Surinaamse geschiedenis, waarop VRIJHEID als centrale idee wordt herdacht.
Het is daarom een goede gedachte van onze dichters en schrijvers, om op deze dag een MOETETE, volgeladen met proza en poëzie, aan te bieden aan het volk van Suriname: want vrijheid is voor de kunstenaar de levensader van zijn bestaan.
Ik weet dat wij een grotere dag hebben te verwachten. Eén waarop wij niet alleen zullen vastzitten aan de gedachte van afschaffing van de lichamelijke onvrijheid op deze grond. Er zijn nog meer ketenen. Het is een voorrecht van de kunstenaar, de gemeenschap te mogen voorgaan in het breken van ketenen, in het verklanken en verbeelden van nieuwe, betere wegen. ‘Broko a boei doro, di e ankra joe kra’, zegt Johanna Schouten-Elsenhout. Ook onze geest zit vol ketenen.
Ik wil deze korte introduktie besluiten met de opdracht van Shrinivasi: