Den minnelijcken roosen-knop(1667)–Anoniem Minnelijcken roosen-knop, Den– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Hannegat,, die,, bemint,, de Bint,, VVant,, dat,, sie,, dint,, wel gekint,, Stemme: Ick hebse vergeten. LAet ons nu vrolijck wesen VVy Knynskens onder een, Staeckt droef heyt, en geween, Dat teughsken sal ons genesen Ick brenght u Jan Vise pry, Geest het dan Die u by Sit, die kan Ons de Snel weer vullen vol; Want mijnen buyck die is nu weder hol 2. Die Pyp die moetter gellen, Sa lustigh suypt, en smoort, Wel Weert hebt gy t' gehoort? En brenght ons versche Snellen: Sa, gasten sa! Dat gaet veur, Volght my na Op dit speur, Ha viva, Op de gesontheyt van ons al, Ick nu dit kasken eens uytblasen sal. [pagina 161] [p. 161] 3. Sa drinckt nu van gelijcken, Dit Kasken soo gy weet Deê ick u eerst bescheet, g'En moght daer van niet wycken. Sa lustigh op, Vult de maegh, En den krop, Want wie saegh! Dat dit sop Oyt aen ons niet en beviel, Want dat verheuge doet ons hert en siel. Al mijn vreught, en plesier,, Vind' ick in t' Lovens Bier,, Vorige Volgende