[Nummer 1]
[Van de redaktie]
Op de valreep van het jaar waarin de geboorte, honderd jaar geleden, van Lodewijk van Deyssel wordt herdacht, drukken wij hierachter een beschouwing over deze Tachtiger af. Zij is van de hand van E. d'Oliveira wiens interviews met de Tachtigers ook nu nog bekendheid genieten, en maakt deel uit van een bijna driehonderd pagina's tellend werkstuk waarop de auteur gehoopt had te zullen promoveren aan de Universiteit van Amsterdam. Kort na de voltooiing ervan echter vond, in het begin van 1943, de grote razzia op de Portugese Joden plaats waarvan ook hij het slachtoffer werd.
Dit ‘proefschrift’ had tot titel: Lodewijk van Deyssel, een onderzoek naar de grondslagen en de betekenis van zijn stijlvormen. Bij dit onderzoek, zo schreef d'Oliveira in zijn inleiding, ‘wordt gebruik gemaakt van psychologische methoden, ja zelfs van inzichten waarmede sommige psychologen nog niet geheel vertrouwd zijn.’ In het afgedrukte hoofdstuk wordt op basis van de theorie van Alfred Adler verband gelegd tussen enige van Van Deyssels minder goed funktionerende organen en diens stijl, welk verband voor een deel zou berusten op de werking van het mechanisme der overkompensatie. Het leek de redactie interessant genoeg - hoe zeer waarschijnlijk inmiddels achterhaald door het voortschrijden van de wetenschap der psychologie - om het, met een enkele weglating, in Merlyn te publiceren.
Redaktie.