Merlyn. Jaargang 1
(1962-1963)– [tijdschrift] Merlyn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 80]
| |
ActivistenVoor wie er van uitgaat dat vrijwel over alles discussie mogelijk is, maar dat een standpunt pas het aanhoren waard is wanneer het met redelijke argumenten verdedigd kan worden, gaat de schrijversactie een wat verontrustend karakter aannemen. De voorstanders van de actie zijn zozeer overtuigd van hun gelijk dat aan dissenters geen argumenten verspild worden. Zij krijgen alleen maar te horen waarom zij hun mond dienen te houden. Doen ze het niet dan zijn ze a-loyaal, jaloers, te rijk enz. Men zou zich kunnen voorstellen dat hier sprake was van een schijneffect. De krullejongens van de actie, die tot nu toe in geschrifte het woord gevoerd hebben, moeten immers wel als de Waarheid en de Weg zien, wat voor de ingewijden een zaak van wikken en wegen was! Maar zo is het niet. De Grote Man - en wie zou dat anders zijn dan professor Stuiveling? - heeft zich in een encycliek Tua Res (De Gids 1963 nr 2) tot de gelovige menigte gericht en zijn collega Van het Reve in de ban gedaan. Stuiveling gaat er van uit dat een hoogleraar Russisch niets te maken heeft met, en geen oordeel uit te spreken heeft over, schrijversacties, in tegenstelling tot een hoogleraar Nederlands, ook al zijn beiden bovendien nog gewone schrijvers. Als ik het stukje van Stuiveling verkeerd interpreteer, is dat zijn eigen schuld. Het enige argument dat hij aanvoert om Van het Reve het zwijgen op te leggen, is immers diens hoogleraarschap. Plus de ook al niet erg betogende mededeling dat zijn tegenstander ‘ijdel, eigenwijs en dom’ is (een karakteristiek die Stuiveling een eigenaardige kieteling bezorgd moet hebben, al is hij niet dom). Leiden geflest dus. Enfin, twee dingen heb ik toch met plezier gelezen, in dat Gids-commentaartje. Karel van het Reve had intuïtief aan de kant van ‘het scheppende schrijverschap’ (gezegd de actie) moeten gaan staan. Bij een rationele benadering komt men blijkbaar aan de andere kant terecht? En dan nog dat Van het Reve (voorlopig?) niet gestraft zal worden voor zijn ijdelheid, eigenwijsheid en domheid. ‘De gevangenissen zijn te klein.’ Dit zal een grapje zijn. Laten wij dan maar hopen dat de schrijvers actie dit soort grappemakers de onschuldige invloed geeft waar zij om vragen. Een onverwacht argument ervoor.
Veel zit er dit keer niet in onze valkuil. De lezer moet maar aannemen dat wij wat ‘bevroren en daardoor vermolmde turf’ (Van Dale in voce Stuiveling) nodig hadden om de volgende slachtoffers zachter te laten neerkomen.
J.J.O. |
|