De informatie
Een ingenieuze literaire satire
Aan zijn gebit, zijn echtscheiding en zijn voorschot wijdde de Britse pers dit jaar meer kolommen dan aan het boek waar Martin Amis dat hoge voorschot (vijfhonderdduizend pond) voor kreeg: The Information. Recensenten stonden klaar om zijn recht op dat ‘Amerikaanse’ bedrag te logenstraffen, maar daarvoor schreef Amis een te veelomvattend, ingenieus boek - dat in Nederland niet alom gunstig werd besproken maar in Mekka's Honderd toch de vierde plaats inneemt.
Richard Tull, een mislukte, talentloze auteur die koste wat kost kunstenaar wil zijn, geeft zich over aan zijn wraakzuchtige jaloezie jegens vriend en collega-schrijver Gwyn Barry. Deze Barry is evenmin een groot kunstenaar, maar zijn boek wordt, tot afschuw van Tull, een bestseller. Rond deze twee schrijverskarikaturen bouwde Amis zijn zeer literaire satire. ‘Vanaf de eerste bladzijde weten we: erger kan het niet,’ meent Anthony Paul (Vrij Nederland), doelend op Amis' zwartere dan zwarte humor.
Amis heeft Paul niet teleurgesteld. ‘De zinnen trillen en beven en zitten boordevol geweld, dat op het niveau van het verhaal meestal naar een climax gaat en dan weer terugvalt, zodat het cumulatieve effect een bedrijvige inertie is die onze gecompliceerde, bedrijvig inerte samenleving imiteert,’ schrijft hij. Zou die betekenisvolle ‘inertie’ die de vn-recensent ontwaart, datgene zijn wat Bas Heijne, in nrc Handelsblad, juist tegenvalt? ‘Die statische kern maakt Amis' roman uiteindelijk minder ontzagwekkend dan de eerste paar honderd bladzijden beloofden,’ aldus Heijne.
Hans Bouman, in de Volkskrant, vindt dat het verhaal te lang doorgaat en zichzelf te veel herhaalt. Hij roemt Amis' stilistische kwaliteiten, maar voert als bezwaar aan dat Tull en Barry te weinig werkelijke diepgang en complexiteit hebben, waardoor uit de dikke roman als geheel ‘iets oppervlakkigs’ spreekt. De twee karikaturen wekken bij Leonoor Broeder (Het Parool) alleen maar ergernis. En ze stoort zich aan de opeenstapeling van tè nadrukkelijke grappen, terwijl zijzelf, schrijft ze, vaak aan een half woord al genoeg had. De informatie had wat haar betreft gehalveerd mogen worden: wie zo'n veelomvattend boek wil schrijven, moet met karigheid en precisie te werk gaan, vindt Broeder.
Bij Anthony Paul en Bas Heijne overheerst de bewondering. Na zijn opmerking over de ‘statische kern’ relativeert Heijne: ‘Maar er blijft zoveel over. [...] Ook ken ik geen hedendaagse schrijver die met taal zoveel nieuw weet te maken - niet in de laatste plaats de taal zelf.’ En dan Anthony Paul: ‘Schrijven op dit niveau verandert de werkelijkheid voor de lezer; ofwel: dit is kunst.’