Paul van Ostaijen, Verzamelde gedichten, Bert Bakker, 1996
Van Ostaijen was een vurig activist. Hij betoogde tegen de franskiljonse kardinaal Mercier, wat hem in 1918 bijna op een gevangenisstraf kwam to staan. In 1920 schrijft hij een in memoriam nadat de student Herman van Reeck tijdens een verboden Guldensporenviering in Antwerpen werd neergeschoten.
Over de ritmische typografie van Bezette stad zegt Van Ostaijen: ‘Bezette stad is niet enkel poözie, het is ook een boek. Een boek staat in verhouding tot de pöezie als de geschreven partituur tot de instrumentale uitvoering. Pöezie is enkel het gesproken woord.’