| |
| |
| |
1
1.1 Jaaroverzicht 1992
Januari
♦ De openingen van de Europese grenzen zijn voor Vlaamse schrijvers groot genoeg om een subsidie bij het Nederlands Fonds voor de Letteren aan te vragen. De Vlaamse krant De Morgen meldt dat een twintigtal Vlaamse schrijvers een aanvraag heeft ingediend. De nieuwe Europese subsidiewetgeving maakt theoretisch 185 Vlaamse auteurs kandidaat voor een Nederlandse subsidie. De reden waarom Vlamingen gebruik maken van de mogelijkheid ligt voor de hand: de Nederlandse subsidies liggen een stuk hoger dan in eigen land.
♦ De ncrv start het literair tv-programma Boek in Waterland. Het is bedoeld voor een breed publiek, concentreert zich op ‘dunne boeken’ en wordt gepresenteerd door Hans Born, voormalig journalist en reclametekstschrijver. Tot de gasten van het acht afleveringen tellende programma behoren Jean-Paul Franssens, Bril & Van Weelden, J. Bernlef en A. Alberts.
♦ Hella S. Haasse komt met Vagando per una selva oscura (de vertaling van Het woud der verwachting) in de toptien van het Italiaanse dagblad La Stampa.
♦ Oostduitse dichters, onder wie Sacha Anderson (de voorman van de nieuwe ddr-literatuur) en Rainer Schedlinski, blijken te hebben gespioneerd voor de Stasi. De onthullingen maken in één klap een einde aan de literaire beweging van de Prenzlauer Berg, die met haar Druckhaus Galrev en café Kiryl (anagrammen van respectievelijk Verlag en Lyrik) een tegenbeweging in de ddr op gang bracht.
Leedvermaak en verbazing alom in Duitsland, waar een deel van de literaire journalistiek meteen maar de hele ddr-literatuur in diskrediet brengt. Oscar van Weerdenburg wijdt er in de Volkskrant van 24 januari een artikel aan: ‘In Berlijn worden Galrev en Kyril door sommigen al spottend Druckhaus Isats en café Flow genoemd (achterstevoren gelezen: de Stasi en haar chef Markus Wolf).’ De bekentenissen en verklaringen van Anderson, Schedlinski en uitgeverij Galrev komen te laat om nog iets van de reputatie van het Druckhaus overeind te houden. De uitgeverij stuurde pas halverwege januari een circulaire naar de Duitse media, waarin zij zich van haar Stasidichters distantieerde en verklaarde ‘niet identiek te zijn met het beeld dat de publieke opinie van haar heeft’. Van Weerdenburg: ‘De mythe van de Berg is afgelopen, de dichters hebben hun aura verloren.’
♦ In Amsterdam-Zuid wordt op 31 januari Het Vertalershuis geopend. Buitenlandse vertalers kunnen daar op aanvraag maximaal drie maanden verblijven om hun kennis van de Nederlandse taal te verdiepen of levend te houden, zich vertrouwd te maken met de Nederlandse cultuur, contact te onderhouden met Nederlandse auteurs, en bronnenonderzoek te doen. Het Vertalershuis, een intitiatief van de Vereniging van Letterkundigen, is al bij de opening voor de rest van het jaar geheel volgeboekt.
♦ Het Ludo Pieters Gastschrijver Fonds, dat eind januari gesticht wordt, heeft tot doel het verblijf van een buitenlandse gastschrijver in Nederland te financieren, bij voorkeur een schrijver die om politieke redenen in moeilijkheden is geraakt.
Halverwege mei 1992 wordt bekend dat het fonds, ressorterend onder het Prins Bernhard Fonds, een verblijf van de Chinese dichter en schrijver Bei Dao moge- | |
| |
lijk maakt. Hij wordt in het nieuwe academisch jaar writer in residence aan het Sinologisch Instituut van de Rijksuniversiteit Leiden.
♦ Bas Heijnes tweede roman Suez verschijnt. Hij heeft er maar liefst zeven jaar aan gewerkt. Heijne in een interview voor HP/De Tijd: ‘Het idee voor Suez zat in m'n hoofd en veranderde de hele tijd met me mee. Ik kon er geen greep op krijgen, m'n vrienden noemden het de Suezcrisis.’ De verschijning van de roman werd bovendien vertraagd door de aanvankelijke weigering van Heijnes voormalige uitgever Bert Bakker om de auteur toestemming te geven zijn werk bij Prometheus te laten verschijnen.
De kritiek koestert hooggespannen verwachtingen, maar oordeelt niet onverdeeld enthousiast over Suez. Janet Luis komt er niet uit: ‘Het is niet eenvoudig om uit te maken of je hier met lichtzinnige of hoogst serieuze zaken te maken hebt, met een modern uitgevallen klassieke roman, of met een moderne roman in klassiek tenue.’ (nrc Handelsblad, 31-1) Anthony Mertens komt er wel uit: ‘Suez is een mislukte roman, in goede bedoelingen blijven steken.’ (De Groene Amsterdammer, 19-2)
| |
Februari
♦ Vertaler en schrijver Thomas Graftdijk overlijdt 10 februari op 42-jarige leeftijd in zijn Italiaanse woonplaats Preggio. Collega-vertaler Paul Beers memoreert hem in een artikel voor Vrij Nederland (22-2): ‘Thomas Bernhard, James Purdy, Jean-Paul Sartre, Franz Kafka, Hannah Ahrendt, Oriana Fallaci, Georg Groddeck, Peter Sloterdijk, Friedrich Nietzsche, Thomas Mann, Sigmund Freud - al deze groten, en nog veel meer, vertaalde Thomas Graftdijk in vijftien jaar uit het Frans, Engels, Italiaans en vooral het Duits.’ Een vertaal-oeuvre met een verbazingwekkende combinatie van kwaliteit en kwantiteit, aldus Beers. Niet lang na Graftdijks overlijden verschijnt diens hooggeprezen vertaling van Nietzsches onvoltooid gebleven Herwaardering van alle waarden. Max Pam noemt het (in nrc Handelsblad, 21-2) een schande dat Graftdijk nooit de Nijhoffprijs heeft gekregen.
♦ Adriaan van Dis kondigt aan gedurende ten minste één jaar met zijn literaire talkshow te stoppen. Het lopende seizoen maakt hij nog af, dan wil hij ‘eindelijk full-time schrijver’ worden, vertrouwt hij een verslaggever van De Morgen (15-2) toe. Ook de opdringerigheid van uitgevers is hij beu: ‘Ik heb altijd geprobeerd ver van de literaire coterieën te blijven, maar als je er negen jaar in zit, begint de druk zo groot te worden, worden de verwachtingen zo groot, dat de uitgevers zich beginnen te gedragen als vertegenwoordigers van een autobeurs...’
♦ Intussen interviewt Van Dis verrassenderwijs Salman Rushdie. Op een geheim adres, dat wel. Want het doodvonnis tegen Rushdie is nog altijd van kracht. Op 14 februari is het drie jaar geleden dat Khomeini zijn fatwa tegen de schrijver uitsprak wegens het vermeend anti-islamitische karakter van The Satanic Verses. Ter herinnering daarvan verschijnen aan Rushdie gerichte brieven van schrijvers uit de hele wereld (onder wie Margaret Atwood, Umberto Eco, Federico Fellini, Nadine Gordimer, Günter Grass en Norman Mailer) in een groot aantal Europese kranten. De solidariteitsbetuiging van Gordimer, de Zuid-afrikaanse winnares van de Nobelprijs voor literatuur 1991, begint zo: ‘Beste Salman, Altijd als ik iets over jou schrijf, hoop ik vurig dat het achterhaald zal zijn voordat het gedrukt wordt; dat de fatwa die jouw dood eist
| |
| |
dan voor altijd opgeheven zal zijn.’
Het doodvonnis verhindert een consortium van Britse en Amerikaanse uitgevers niet de Satanic Verses uit te brengen in een paperback die eind maart in een startoplage van 100 000 exemplaren verschijnt. De Engelstalige vakpers en het schrijversgilde Authors Guild staan vierkant achter de beslissing. Maar treurig genoeg laat het publiek het volkomen afweten. Het blijkt nauwelijks belangstelling te hebben voor de pocketversie.
♦ Braindrain is de naam van een nieuw Vlaams literair tijdschrift, een tijdschrift op diskette wel te verstaan. De lezers van het magazine, dat een initiatief is van vertaler Jan Moens en schrijver Didi de Paris, mogen zelf beslissen welke bijdragen ze uitprinten. Het tijdschrift wil drie keer per jaar verschijnen; het eerste nummer telt bijdragen van Charles Ducal, Pol Hoste, Koen Peeters en Kamiel Vanhole.
♦ Schrijver Bob den Uyl overlijdt, 61 jaar oud, op vrijdag 14 februari. Hij debuteerde in 1963 met de verhalenbundel Vogels kijken, maar raakte pas in 1975, na de verschijning van de verhalenbundel Gods wegen zijn duister en zelden aangenaam, in de gunst bij een breed publiek.
♦ Prisma Lectuurvoorlichting, het bureau dat sinds 1950 aan bibliotheken en belangstellenden korte besprekingen van algemene boeken leverde, verdwijnt in de mist van bezuinigingen. Het terugbrengen van wvc's jaarsubsidie van 1 miljoen naar 300 000 gulden betekende ‘een feitelijke doodsteek’.
♦ Bij de Frankfurter uitgeverij Suhrkamp verschijnt de vertaling van A.F.Th. van der Heijdens Het leven uit een dag (1988) als Ein Leben, ein Tag. Suhrkamp neemt een optie op Van der Heijdens Weerborstels, het Boekenweekgeschenk 1992.
♦ De jury van de ako Literatuur Prijs presenteert de longlist van de 21 boeken die geselecteerd zijn uit de groslijst van 188 titels. Tot die laatste behoren ook het Boekenweekgeschenk van Cees Nooteboom en een 30-tal non-fictieboeken die de jury stilzwijgend heeft toegevoegd. Ze waren niet ingezonden omdat het nieuwe reglement voorschreef dat alleen nog maar literair verhalend proza genomineerd kan worden. Op de longlist ontbreken merkwaardigerwijs de boeken van W.F. Hermans (De laatste roker), Tom Lanoye (Kartonnen dozen) en August Willemsen (De val).
| |
Maart
♦ De Boekenweek (van 11 tot en met 21 maart) stelt een overvol programma rond 't prachtig rijk van Insulinde in het vooruitzicht, met een waslijst van speciaal voor het thema op de markt gebrachte boeken. Een fractie daarvan, maar toch nog altijd 22 titels (waarvan sommige slechts in de allerverste verte verband houden met het Boekenweekthema) bespreekt Jaap Goedegebuure met alziend oog in HP/De Tijd (6-3), en wel onder de kop ‘Week van de tropenkolder’. De vraag doet zich daarbij voor of het eerste woord een substantief of een adjectief is, en voorts op wie dit slaat als het tweede het geval is.
De cpnb lanceert als organisator van de Boekenweek een eenmalig tijdschrift over Indische literatuur (Nusantara), en tal van literaire activiteiten, waarbij met name voor A.F.Th. van der Heijden en A. Alberts (de Boekenweekschrijvers), Hella S. Haasse (Heren van de thee) en Rudy Kousbroek (Het Oostindisch kampsyndroom) hoofdrollen zijn weggelegd. Nooit eerder waren de oplagen van Boekenweekgeschenk en -essay zo hoog.
De literaire kritiek is zeer te spreken over het cadeauboek, Weerborstels, en dat is
| |
| |
geen automatisme want het vorige geschenk - Nootebooms Het volgende verhaal - werd misprijzend in ontvangst genomen.
De boeken van Haasse en Kousbroek verschijnen pal voor de Boekenweek en nestelen zich vrijwel onmiddellijk in de meeste Boekentoptiens. Tom van Deel (in Trouw, 2.7-2) geeft zich niet helemaal gewonnen voor Haasses Heren van de thee. Hij eindigt zijn recensie met een frappante observatie: ‘Het kan niet toevallig zijn dat Haasse haar roman laat eindigen precies op 1 februari 1918, de dag die voorafgaat aan haar eigen geboorte op 2 februari 1918. Als om aan te geven dat deze geschiedenis, hoe dan ook, raakt aan die van haarzelf.’ En Hans Vervoort plaatst in nrc Handelsblad (28-2) kanttekeningen bij Kousbroeks anathema-bundeling, maar terzijde daarvan ‘is Het Oostindisch kampsyndroom natuurlijk een imponerende bundel van een voortreffelijk stilist die niet alleen denkt met zijn hersens, maar ook met zijn hart’.
Een Boekenweek met het Insulinde-thema is ook het geëigende moment voor de verschijning (bij Querido) van het Verzameld werk van Vincent Mahieu (1911-1974), de Indische schrijver die in werkelijkheid Jan Boon heette, maar naam maakte ‘als de gezellige praatvaar Tjalie Robinson’. Zijn vertellingen publiceerde hij onder het pseudoniem Vincent Mahieu. Kees Snoek bespreekt de uitgave in Vrij Nederland (25-4) en ontkomt niet aan de slotsom: ‘Jan Boon is als Vincent Mahieu de beschrijver van een Indië dat voorgoed voorbij is. Maar mede dank zij hem niet vergeten, en in zekere zin onsterfelijk.’
Hoe onsterfelijk ook, Amnesty International grijpt het Boekenweekthema aan om er een vet vraagteken achter te zetten. Ze organiseert terzelfder tijd een schrijfactie voor Indonesische gewetensgevangenen onder de titel Indonesië: prachtig rijk van Insulinde?
♦ Een aantal auteurs en vertalers uit Nederland doet wat zo'n twintig Vlaamse auteurs al eerder in Nederland deden: subsidie aanvragen over de grens. Ze dingen naar een werkbeurs bij het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
♦ Inkoopcombinatie Libris, sponsor van het tv-programma Boek in Waterland, gaat sterspots uitzenden. In de eerste weken van maart is vijftien keer een reclamefilmpje te zien met schrijfster Yvonne Kroonenberg. In zomer en najaar volgen nieuwe reeksen spots.
♦ Vertaalster en universitair docente Pauline Sarkar, door het bestuur van de Stichting Frankfurter Buchmesse aangesteld als directeur, begint haar nieuwe functie, die zij tot en met oktober 1993 op full-time basis gaat uitoefenen. Adjunct-directeur Annette van Soest wordt belast met de activiteiten in Vlaanderen.
♦ Toon Tellegen ontvangt voor zijn kinderboek Juffrouw Kachel (Querido) de Libris Woutertje Pieterse Prijs.
♦ Uitgeverij De Harmonie viert haar twintigjarig bestaan met het in kleine oplage verspreide Dansschoenen van Remco Campert, de bedenker van 's uitgevers naam. Later in het jaar verschijnt een op het oog minder vlot lopend paar schoenen van Campert: de dichtbundel Rechterschoenen (De Bezige Bij). Rob Schouten kan er - hoewel de titel ‘iets onafs, nonchalants, toevalligs; misschien ook iets onhandigs’ suggereert - in ieder geval mee uit de voeten: ‘Soms bevangt je de gedachte “hij doet maar wat”, en in positieve zin is dat ook zo. Maar nooit weet je helemaal zeker of zijn vrijblijvende toon niet het web is waarin de lepe dichter je babbelend verstrikt. Want dat hij zijn lezers weet in te pakken, staat vast. Niet voor niets is Campert onder beginnende poëten een van de meest geciteerde dichters, terwijl men al van
| |
| |
zure huize moet komen om er als gerijpte lezer helemaal niks aan te vinden.’ (Vrij Nederland, 4-7)
♦ De schrijver en dichter Cornelis Bastiaan Vaandrager overlijdt op 18 maart, 56 jaar oud, onder lamentabele omstandigheden in zijn woonplaats Rotterdam. Vaandrager publiceerde vanaf 1955 gedichten en prozawerk in tal van tijdschriften, was redacteur van het tijdschrift Gard Sivik, dat in 1964 overging in De Nieuwe Stijl, en werkte, onder meer in genoemde tijdschriften, veel samen met Hans Sleutelaar, Hans Verhagen en Armando. In 1960 verscheen zijn prozadebuut Leve Joop Massaker. In 1987, na het verschijnen van de dichtbundel Metalon, ontving hij de Anna Blamanprijs voor zijn gehele oeuvre.
Martin Bril schreef voor de Haagse Post in 1989 een ontluisterend verslag van een bezoek met Hans Sleutelaar aan Vaandrager (dit jaar onder de titel ‘A foggy day in Rotterdam’ opgenomen in een bij Oare útjouwerij verschenen bundel over Vaandrager): ‘Mijn jeugdheld woonde in een kamer die van de vloer tot plafond was volgestouwd met rommel die hij 's nachts bij het vuilnis had gevonden. Stapels telefoonboeken uit 1973. Piepschuimverpakkingen van radio's en tv's. Onderstellen van kinderwagens. Emmers zonder bodem. Pedalen van fietsen, motoren en drumstellen. Tapijttegels in diverse kleuren. Schroevedraaiers in soorten en maten. Een grasmaaier. Schroot. Lompen in balen. Verzamelde plastic zakken. Koelkastdeuren. Eierrekjes. Papier, oud en nieuw. Er was nog net ruimte voor een slaapbank en één keukenstoel waar Cor op kon zitten.’ De laatste jaren kende Vaandrager tenminste nog iets van een huiselijk leven. ‘Vaker was de dichter letterlijk een dakloze, opgejaagd uit schuilhoeken, een straatmens,’ aldus Ewald Vanvugt in zijn herdenking van de gestorven dichter (Vrij Nederland, 28-3).
♦ Het Literair Produktie- en Vertalingenfonds krijgt met ingang van volgend jaar de beschikking over een met 25 procent verhoogd budget van 525 000 gulden ter subsidiëring van de literaire tijdschriften in Nederland. Het fonds gaat de hoogte van de subsidies relateren aan de kwaliteit van de bladen.
♦ Joop Schafthuizen biedt als vriend en zaakgelastigde van Gerard Reve 481 brieven van de volksschrijver ter veiling aan. Dit tot woede van Johan Polak, van wie enkele honderden van de brieven, geschreven tussen 1963 en 1978, afkomstig zijn. De correspondentie, waarin hij flink van leer trekt tegen Geert van Oorschot, zal - meent Polak - ‘zijn toch al bedenkelijke reputatie’ geen goed doen. Met die woorden verwijst hij naar de ontdekking van zijn letterdieverij, waarvan in Vrij Nederland (4-1) gewag gemaakt werd door Jan Fred van Wijnen. Polak had in een essay over Baudelaire uit zijn bundel Bloei der decadence, belast als hij is met een fotografisch geheugen, zonder het te weten ‘geciteerd’ uit een artikel van de Leidse historicus Henk Wesseling.
Twee verslaggevers van HP/De Tijd arrangeren naar aanleiding van de voorgenomen verkoop van de brieven een ontmoeting tussen Schafthuizen en Polak. Het wordt een weinig verheffend gesprek vol onwelvoeglijkheden van de zijde van Schafthuizen: ‘Ik heb je toch altijd de uitgekookte paardekop van de Keizersgracht genoemd. Weet je hoe ik je nu noem: de uitgekookte psychopaat van de Keizersgracht.’ (HP/De Tijd, 20-3)
♦ De jury van de ako Literatuur Prijs nomineert Nico Dros voor Noorderburen (Van Oorschot), Eric de Kuyper voor Grand Hotel Solitude (sun), Margriet de Moor voor Eerst wit dan grijs dan
| |
| |
blauw (Contact), Nelleke Noordervliet voor Het oog van de engel (Meulenhoff), Jacq Vogelaar voor De dood als meisje van acht (De Bezige Bij) en Joost Zwagerman voor Vals licht (De Arbeiderspers). Met die zes namen kunnen de meeste critici vrede hebben. Carel Peeters herziet zijn uitgesproken negatieve mening over de ‘Zak Geld Prijs’: ‘Het is toch nog goed gekomen met de ako Literatuur Prijs. Vier jaar achtereen werden om deze tijd van het jaar zes boeken uit de Nederlandse literatuur in de publiciteit geparachuteerd (...). Ze kwamen letterlijk uit de lucht vallen. (...) Dat is nu allemaal verleden tijd. Door het beschikbaar komen van de complete lijst van 188 titels die de jury onder ogen komen (...) heeft iedereen die geïnteresseerd is een volledig overzicht kunnen krijgen van de boeken waarom het gaat.’ (Vrij Nederland, 4-4)
♦ De Zweedse kinderboekenschrijfster Astrid Lindgren maakt bekend te zullen stoppen met schrijven. De bedenkster van Pippi Langkous heeft problemen met haar ogen. De 85-jarige Lindgren, die vanaf 1944 ongeveer 70 boeken schreef, leverde kort voordien haar laatste manuscript in, een verhaal over een kerstfeest in 1913.
♦ In de archieven van de Canadese krant Toronto Star is een aantal niet eerder gepubliceerde reportages en interviews van Ernest Hemingway teruggevonden. Ze dateren uit de vroege jaren twintig, toen Hemingway voor genoemde krant werkzaam was. Blijkbaar publiceerde het blad niet al zijn bijdragen. Enkele van de stukken zijn niet gesigneerd, terwijl andere zijn ondertekend met het pseudoniem Peter Jackson. Na de opzegging van zijn contract, in 1923, trok Hemingway via New York naar Parijs, waar hij naam begon te maken.
♦ Het grote verlangen, de tweede roman van Marcel Möring, oogst grote bewondering. Michaël Zeeman vergelijkt de schrijver met Connie Palmen: ‘Het is het verschil tussen pretenties en literair talent. Dat was al te zien in zijn debuut Mendels erfenis; nu is bevestigd dat we hier met een gerijpt auteur van doen hebben, die werkt aan een oeuvre en niet aan zijn public relations.’ (de Volkskrant, 13-3) Carel Peeters: ‘Het grote verlangen is een zwaarmoedige roman, maar op een luchtige manier. De loden ernst ervan lost op in prachtige scènes, gedachtenbouwsels en mooie verhalen. Möring kan de grote woorden “liefde” en “verlangen” aan (“Ik wil van iemand houden,” zegt Sam) omdat hij weet waarvoor ze kunnen staan.’ (Vrij Nederland, 21-3) En volgens Ed van Eeden toont Möring met zijn tweede roman aan een consistent en belangrijk schrijver te zijn: ‘een vormvaste, vaardige stilist, met een behoorlijke filosofische bagage en de drang om verhalen te vertellen die er werkelijk toe doen’. (Utrechts Nieuwsblad, 5-6)
♦ De eerste steen van Monika van Paemel verschijnt. P.M. Reinders vergelijkt het met haar vorige roman De vermaledijde vaders, waarin, meent hij, door het procédé van associatieve herinnering het bos achter alle bomen verdween. Die techniek heeft ze weer toegepast, maar nu trefzeker: ‘De eerste steen is een roman die ondanks de steeds weer onderbroken ontwikkeling van het verhaal [spelend in Jeruzalem en handelend over het conflict tussen Israëliërs en Palestijnen] vaart en verve heeft, en die in het werk van Van Paemel een grote sprong naar voren betekent.’ (nrc Handelsblad, 10-4) Arnold Heumakers vindt het boek daarentegen getuigen van een verpletterende ernst: ‘Het is alles of niets: of je bent diep geroerd en leest het boek in tranen uit of je smijt het al na een paar bladzijden geërgerd in de hoek. Dat laatste heb ik uit plichtsbesef nage- | |
| |
laten, maar zoals men intussen wel zal hebben begrepen, niet zonder moeite.’ (de Volkskrant, 27-3)
♦ Sarah Verroen trekt in een pamflet in De Groene Amsterdammer (18-3) ten strijde tegen Connie Palmen en Dirk van Weelden. Volgens haar zijn het omhooggevallen schrijvers van ‘stomvervelende boeken’, bejubeld door de kritiek maar gespeend van talent. Het stuk van Verroen is een brevet van onvermogen, meent Jaap Goedegebuure in een reactie (HP/De Tijd, 24-4): ‘Verroens schimpscheuten doen me denken aan de geluiden die met grote regelmaat zijn te vernemen uit de kolommen van het populistische dagblad Het Parool: die krant heeft een naam op te houden waar het om anti-intellectualisme gaat.’
| |
April
♦ Na Carel Peeters reageert ook de rest van de spraakmakende literaire kritiek op de nominaties van de ako Literatuur Prijs. Uit de commentaren van Jaap Goedegebuure, Arnold Heumakers, Anthony Mertens en Reinjan Mulder blijkt dat allen, met enkele mitsen en maren, de zes nominaties verdiend vinden. Mulder heeft alleen bezwaren tegen de roman van Joost Zwagerman: ‘Vals licht is zo verschrikkelijk... nietsig. Het is bijna niet voor te stellen dat iemand zoiets schrijven wil, en het dan ook nog doet.’ (nrc Handelsblad, 10-4) Het betekent overigens niet dat men het onderling eens is. Peeters bestrijdt in een polemisch artikel (Vrij Nederland, 2-5) dat het ‘Heimat-motief’ domineert in de genomineerde boeken, zoals Arnold Heumakers had beweerd (in de Volkskrant, 10-4).
♦ Den Haag staat, van 8 tot en met 18 april, in het teken van het Samuel Beckett Festival: een hommage aan de in 1989 overleden auteur door middel van podiumvoorstellingen, tentoonstellingen, films, symposia en een reeks speciale boekuitgaven. Daaronder het korte Stirrings still, een van Becketts laatste teksten, in de vertaling van Hugo Claus Verroeren geheten en in een apart boekje uitgegeven door De Bezige Bij. Later in 1992, in november, verschijnt bij The Black Cat Press Becketts onuitgegeven eerste roman Dream of Fair to Middling Women.
♦ De verspreiding van bijbels over de wereld neemt nog altijd toe. Van het best verkochte boek aller tijden zijn in meer dan 200 landen 83 miljoen exemplaren aan de mens gebracht. Er bestaan ongeveer 2000 vertalingen (integraal of gedeeltelijk) van de bijbel, terwijl zo'n 600 vertaalprojecten in meer of minder vergevorderde staat zijn. De bijbel is daarmee tevens het meest vertaalde boek ter wereld, luidt de uitkomst van een onderzoek van de Unesco, de culturele dienst van de Verenigde Naties. Het boek wordt op afstand gevolgd door de Mickey Mouse-verhalen (vertaald in 284 talen) en de werken van Lenin (276 talen).
♦ De Geertjan Lubberhuizenprijs voor literaire prozadebuten is voor Philip Markus' De weg naar Oude God (Nijgh & Van Ditmar). Het boek - een mengeling van voetbal, filosofie en cultuurkritiek - is gekozen uit 32 debuten. Bij de uitreiking van de prijs, op 15 april in de Nieuwe Kerk te Amsterdam, blijken achter het pseudoniem Philip Markus twee schrijvers te schuilen. En die twee schrijvers willen in de anonimiteit blijven voortschrijven. De eerste rukt de prijs van 10 000 gulden uit handen van sponsor Marten Toonder, terwijl de tweede zich voor de microfoon posteert: ‘We hebben een pseudoniem gekozen om alle bekende redenen; de belangrijkste is om met rust gelaten te worden. Men neemt aan dat met het publiceren van een boek de auteur in de openbaarheid
| |
| |
treedt. Er wordt als vanzelfsprekend verondersteld dat je daar welwillend aan meewerkt. Dat is hetzelfde als de redenering dat een vrouw die om tien uur 's avonds op straat loopt, er om vráágt. Maar misschien wil ze gewoon ergens naartoe en misschien wil een schrijver wel gewoon schrijven. Philip Markus zal niet gefilmd worden, niet op tv komen, er wordt al genoeg geouwehoerd.’
♦ Cyrille Offermans bespreekt Paul de Wispelaeres Het verkoolde alfabet en is zeer onder de indruk. Hij noemt het een hoogtepunt in De Wispelaeres oeuvre: ‘Binnen de Nederlandse literatuur neemt dat oeuvre trouwens een unieke plaats in. Ik zou althans niet makkelijk een tweede schrijver uit ons taalgebied weten te noemen die de moderne wereldliteratuur op zo grote schaal en zo produktief heeft ingelijfd, en zeker zou ik geen tweede schrijver weten te noemen bij wie literatuur en leven elkaar zo vruchtbaar doordringen.’ (Vrij Nederland, 4-4)
Het is het begin van een lange reeks loftuitingen, zowel in Vlaanderen als in Nederland, met het gevolg dat De Wispelaere, die na dertig jaar schrijverschap ook in Vlaanderen nog niet tot de grote namen behoorde, doorbreekt naar een groter publiek. Hans Warren brengt in zijn bespreking onder woorden wat het boek zo aantrekkelijk maakt: ‘Het verkoolde alfabet is zoals elk geslaagd dagboek een caleidoscoop waarin de lezer zich menigmaal herkent, een afspiegeling van een persoonlijkheid in al zijn facetten, een mengeling van stijlen en thema's, een compositie die zich niet laat voorspellen.’ (Provinciale Zeeuwse Courant)
♦ Amber-uitgever Henk Figee contracteert de 16-jarige Maria Verheij, kort nadat zij bij nos-Laat te zien was. Verheij verscheen begin april op televisie omdat zij een korte roman van haarzelf op de eindexamenlijst had gezet. Figee redigeert zelf de roman, getiteld De rode cirkel. De boekhandel reageert er enthousiast op, zó enthousiast dat het boek van de piepjonge debutant in augustus verschijnt in een oplage van 5000 exemplaren. Maar de kritiek negeert het boek.
♦ De Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa wordt eind april uit de schrijversbond van zijn land gezet. Reden is Vargas Llosa's scherpe verzet tegen de putschachtige machtsovername door president Alberto Fujimoro, twee jaar eerder zijn tegenstander in de verkiezingen om het presidentschap, die de schrijver nipt verloor. Zijn collegaschrijvers veroordelen Vargas Llosa's houding als een vorm van ‘antipatriottisme en ontrouw’.
| |
Mei
♦ 3 mei is de dag waarop de voorlopig laatste Hier is... Adriaan van Dis wordt uitgezonden. Er komt een Dis-loos televisiejaar, iets wat voor tal van bladen aanleiding is voor een terugblik. Volgens Boekblad is Adriaan van Dis meer dan een personality: ‘Zijn naam werd een begrip en een handelsmerk. “Van Dis gezien?” - Als zo'n vraag het begin inluidde van een spirituele conversatie over boeken, dan wist men zich in goed gezelschap. En in kringen van uitgevers en boekverkopers was het laten vallen van zijn naam soms genoeg om de burelen in staat van paraatheid te brengen. Er werd hardop en koortsachtig gespeculeerd over de vraag of deze roman en gene schrijver bij Van Dis kwamen. Kwam deze of gene ook werkelijk bij Van Dis, dan was dat bij het Centraal Boekhuis meestal ogenblikkelijk te merken.’ In datzelfde Boekblad becijfert hoofredacteur Fred Spek in een column dat de talkmaster voor talloos veel miljoenen extra omzet heeft gezorgd. Het
| |
| |
Van Dis-effect taxeert hij op zo'n vijftig miljoen gulden over de negen jaar dat het schrijversprogramma te zien was.
Theodor Holman portretteert Van Dis in de stijl van een in memoriam: ‘Hij zal schrijven en reizen, hij zal terugverlangen naar de televisie en hij zal nog vele keren verhuizen (...) Hier was... Adriaan van Dis. Hij is weg met één koffer en een lange broek en met de gedachte dat ergens een fout gemaakt is en dat er een land moet zijn waar hij thuishoort en waar hij kan vliegen...’ (HP/De Tijd, 15-5)
♦ De schrijfster Margaretha Ferguson overlijdt begin mei op 71-jarige leeftijd in Vietnam, waar zij werkte aan een reisdagboek. Ze bracht een deel van haar kinderjaren in Nederlands-Indië door, verbleef in Japanse concentratiekampen. Die gegevens zijn bepalend voor een deel van haar literaire werk dat in 1959, met de publikatie van de verhalenbundel Anna en haar vader, een aanvang nam.
♦ Margriet de Moor, favoriete genomineerde in de literaire kritiek, wint op 12 mei met Eerst grijs dan wit dan blauw de ako Literatuur Prijs. Een week voor de uitreiking vertelt ze Hans den Hartog Jager van HP/De Tijd nog dat de favoriet tot nu toe nooit de prijs had gewonnen, en dat vond ze ‘wel een geruststellende gedachte’.
♦ De openbare bibliotheken in Nederland vieren het 100-jarig bestaan. In Utrecht werd in 1892 de eerste openbare leeszaal geopend. Rudi van der Velde, directeur van het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum (nblc), gelooft dat karakter en functie van de bibliotheek de afgelopen jaren drastisch veranderd zijn. Ze heeft meer en meer een informatiefunctie gekregen. Precies bij die ontwikkeling plaatst Aad Nuis tijdens een op 14 mei in het Concertgebouw van Amsterdam gehouden lezingendag onder de titel ‘Lezen is meer’ enkele kanttekeningen: ‘Het is mooi dat u tegenwoordig ook compact discs en videobanden uitleent in uw gloednieuwe audiovisuele afdeling. Het is magnifiek, ik meen het, dat u zo'n steunpilaar bent geworden voor het recht op vrije informatie van de burger, want daar was en is grote behoefte aan. Maar vergeet alstublieft uw kerntaak niet.’ Boeken dus, uitgestald in ‘die stationshal van de verbeelding, vanwaaruit de lezers in alle richtingen vertrekken op hun imaginaire reizen’.
♦ Anton Koolhaas ontvangt op 21 mei de P.C. Hooftprijs. Juryvoorzitter Kees Fens roemt de ongewoon lyrische kracht van Koolhaas' proza. ‘Zijn dierenverhalen zijn uniek in de Nederlandse, en in de wereldliteratuur.’
♦ De classicus, uitgever, boekverkoper, publicist, mecenas en boekenman Johan Polak overlijdt 25 mei op 63-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hartaanval. De verschijning van zijn opstellenbundel Het oude heden beleeft hij nog net. Het uitkomen van het boek is een vreugdevol moment tegen de achtergrond van de onverkwikkelijke en door hem verafschuwde gebeurtenissen rond de (mislukte) veiling van zijn briefwisseling met Gerard Reve. Woede over de veiling van zijn brieven aan Reve hadden hem net voor zijn dood doen besluiten testamentair vast te leggen dat zijn Reviana, waaronder veel persoonlijke brieven aan zijn vroegere auteur, tot 125 jaar na zijn dood door niemand mogen worden ingezien.
Kees Fens schrijft in een herdenkingsstuk in de Volkskrant ook over de tekortkomingen van Johan Polak: ‘Men las hem om zijn citaten.’ En: ‘Polak was te zeer bibliofiel om een succesvol uitgever te kunnen zijn.’ Rob van Gennep, vriend en voormalig zakenpartner van Polak, is het daar in een interview met Ed van Eeden mee eens: ‘Hij heeft het beste stuk
| |
| |
geschreven dat er over Johan verschenen is. De andere artikelen zijn bijna allemaal geschreven door mensen die hem nauwelijks gekend hebben of hem alleen in een bepaalde periode hebben meegemaakt. Maar Fens geeft een compleet beeld van de man met al zijn kwaliteiten en gekkigheden, en ook de défauts de ses qualités.’ (Boekblad, 18-12)
♦ 27 mei overlijdt de Vlaamse schrijver Daniël Robberechts op 55-jarige leeftijd. Zijn belangwekkende werk heeft grote invloed uitgeoefend op een hele generatie schrijvers, onder wie Leo Pleysier en Walter van den Broeck, maar door het experimentele karakter ervan vond het maar moeilijk onderdak bij uitgevers en kreeg het daardoor ook weinig publieke erkenning. In Vlaanderen worden pogingen ondernomen om het als moeilijk maar briljant gekenmerkte literaire project Werk in uitvoering, waaraan Robberechts tot zijn dood werkte, alsnog uit te geven. Jacq Vogelaar schrijft een indrukwekkend in memoriam: ‘Met de dood van Daniël Robberechts is niet alleen een bijzondere schrijver uit onze literatuur gestapt, maar is ook een van mijn beste vrienden uit mijn leven verdwenen. Ik kende hem al een half leven, maar blijkbaar kende ik hem niet goed genoeg, stel ik treurig vast; hij heeft voor de dood gekozen en ik begrijp het niet.’ ‘Sinds hoelang niet hoor ik bij de anderen,’ citeert Vogelaar Robberechts. ‘“Is alles wat ik geschreven heb niet postuum. En dan denk ik: nee, ze zouden zich wat al te erg verkneukelen, eerst moet ik schrijven waarom ik het doe.” Daarvoor waren de dagboeken, zelfmoord is er al in de vroege jaren zestig een zelfrepeterend thema; met terugwerkende kracht krijgen ze een zelfde geladenheid als Lèven als ambacht van Cesare Pavese.’ (De Groene Amsterdammer, 8-7)
♦ Xandra Schutte staat stil bij het 25-jarig bestaan van het literaire tijdschrift Raster. Het blad heeft zich volgens haar steeds onvervaard tegen de crisis te weer gesteld: ‘De crisis betreft het Nederlandse literaire klimaat in het algemeen, en de Nederlandse literaire kritiek in het bijzonder. Al in het eerste nummer van Raster haalt kapitein H.C. ten Berge in zijn openingsessay uit naar de poëziekritiek in de dag- en weekbladen: “Behoudens enkele uitzonderingen vieren beunhazerij, gemakzucht en self-advertising hoogtij.” Tien jaar later, bij de herrijzenis van het periodiek in 1977, geeft de redactie in een kort “Wat wil Raster?’ aan “dat het literaire klimaat in het Nederland van de zeventiger jaren weinig bevorderlijk lijkt voor het schrijven en onderzoeken van nog niet aanvaarde, riskante vormen van literatuur”. En weer tien jaar verder stelt het redactioneel van het eerste jubileumnummer dat “het literaire landschap nationaler en verkavelder lijkt dan ooit”. Op de pagina's van Raster is de afkeer van de “provincialistische literatuuropvatting” hier te lande een constante.’
De huidige redactie van Raster - Cyrille Offermans, Nicolaas Matsier, Kees Nieuwenhuijzen, Willem van Toorn en Jacq Vogelaar - viert het jubileum met de uitgave van een Vergeetwoordenboek. Daarvoor is aan ruim 50 auteurs gevraagd een verdwenen of in onbruik geraakt ding tot leven te roepen, een ding gekoppeld aan een vergeten woord.
| |
Juni
♦ Ter inluiding van De Maand van het Spannende Boek worden de vier genomineerden voor De Gouden Strop, de prijs voor het beste misdaadboek, bekendgemaakt: Martin Koomen, Dirkje Kuik, Chris Rippen en Peter de Zwaan. Ook het prijzengeld is verhoogd. Het bedroeg 10 001 gulden, maar is verhoogd tot 25 000 gulden nu boekhandelsketen
| |
| |
Bruna de prijs geadopteerd heeft. In de voorbije twaalf maanden verschenen er 29 nieuwe Nederlandstalige misdaadromans. Het cpnb-actieboek voor de maand is Dolan's Cadillac, een korte roman van Stephen King. Het actiepro-gramma is uitgebreid met een Week van de Spannende Film.
♦ In de uitgeverswereld worden enkele principe-akkoorden bereikt. De Bezige Bij neemt Balans over, verzekert zich op die manier van een sterk non-fictiefonds en heeft in Balans-directeur Jan-Geurt Gaarlandt een opvolger voor de per 1 januari 1994 terugtredende directeur Dolf Hamming. Veen Uitgevers Groep lijft Zomer & Keuning in. Deze zal in de loop van het jaar als suffix (Z&K) aan Kosmos worden toegevoegd. En hoe gaat het toch met Meulenhoff & Co, waar het zo windstil is? In een interview met Boekblad (12-6) zinspeelt Jan Lancée, de nieuwe bestuursvoorzitter van het concern, op interne reorganisaties en aankomende acquisities op de algemene en educatieve markt. Meulenhoff & Co is Nederlands grootste algemene uitgever. Tot de fondsen behoren Meulenhoff, Prometheus (als onderdeel van de Malherbe Groep), Amber en Manteau (van De Boekerij), en Agathon en Wereldvenster (van Unieboek).
♦ Uit de regen van griffels, penselen, vlaggen en wimpels voor kinderboeken komt Max Velthuijs naar voren als winnaar van de Gouden Griffel voor Kikker en het vogeltje (Leopold). De Gouden Penseel is voor de illustraties van Friso Henstra in Sylvia Hofsepians Waarom niet? (Arion). De Nederlandse Kinderjury prijst andere boeken: Elfie Donnelly's Een pakje voor mevrouw Larietand (La Rivière & Voorhoeve), Carry Slee's Verdriet met mayonaise (Van Holkema & Warendorf) en Evert Hartmans Niemand houdt mij tegen (Lemniscaat).
♦ Drie Nederlandse auteurs blijken te zijn genomineerd voor Vlaamse staatsbeurzen: Renate Dorrestein, A.F.Th. van der Heijden en Céline-vertaler Frans van Woerden.
♦ Het van 13 tot 20 juni gehouden Poetry International in Rotterdam staat dit jaar in het teken van de moderne Chinese poëzie. De daar uitgereikte C. Buddingh'-prijs is voor Anna Enquist. Het Poetry Eregeld, een bedrag van 10 000 gulden, dat jaarlijks wordt uitgereikt aan een dichter die waar ook ter wereld gevangen zit vanwege zijn werk, wordt toegekend aan de Zuidkoreaan Park No-Hae, die in eigen land tot levenslang veroordeeld is.
♦ Op de Vijfde Internationale Feministische Boekenbeurs, die ditmaal van 23 tot en met 28 juni in Nederland (in de Beurs van Berlage) wordt gehouden, staan 200 uitgeverijen uit 30 landen en zijn bijna 200 schrijfsters uit 55 landen aanwezig. Gerda Meijerink zegt een week voor de beurs in de rubriek LS. Over boeken en schrijvers van nrc Handelsblad: ‘Het streefcijfer van achtduizend zullen we waarschijnlijk niet halen... We zijn eerder benauwd dat het er twaalfduizend worden.’ Maar het evenement trekt uiteindelijk niet eens helemaal 8000 bezoekers.
| |
Juli
♦ Uitgeverijen Singel 262, waartoe onder andere Querido, De Arbeiderspers, Nijgh & Van Ditmar en Agon behoren, verwerven uitgeverij Athenaeum - Polak & Van Gennep. Het imprint Athenaeum - Polak & Van Gennep wordt ondergebracht bij Querido. De vroegere eigenaar annex uitgever Ad ten Bosch trekt zich op termijn terug.
♦ De Stichting Frankfurter Buchmesse 1993 presenteert haar plannen. Met een budget van nog geen 6 miljoen gulden (10 miljoen was de bedoeling) zullen Nederland en Vlaanderen de algemene cul- | |
| |
turele presentatie toespitsten op het boek. Met acht stands, een almanak en een Schwerpunkt Zeitung.
♦ Het succesverhaal van Margriet de Moors roman gaat verder. Contact brengt de Duitse vertaalrechten voor Eerst wit dan grijs dan blauw tegen ‘een zeer aanzienlijk bedrag’ onder bij Hanser Verlag in München. Aan het eind van het jaar adverteert Contact paginagroot met de gevierde schrijfster. Van haar boek zijn dan inmiddels 100 000 exemplaren verkocht, terwijl behalve in het Duits ook vertalingen zullen verschijnen in het Engels (wereldrechten bij Pan Picador), Spaans (wereldrechten bij Emecé Editores), Frans (Editions Robert Laffont), Zweeds (Norstedts Förlag), Noors (Gyldendal Norsk Forlag) en Deens (Samleren Forlag).
♦ De Britse reisschrijver Paul Theroux haalt zich de woede van veel Nieuwzeelanders op de hals doordat hij in zijn boek The Happy Isles of Oceania (bij Atlas verschenen als De gelukkige eilanden) een weinig flatteuze beschrijving heeft gegeven van gouverneur-generaal Dame Catherine Tizard. Theroux suggereert in zijn boek dat Tizard zich bij haar motieven om staatshoofd van Nieuw-Zeeland te worden heeft laten verleiden door de verzekering van een goed pensioen. Verder beschrijft hij hoe ze tijdens een officiële maaltijd aan haar tanden pulkt en andere onsmakelijkheden bedrijft: ‘Ze dumpte voedsel op haar vork, en schoof dat met haar duim wat aan, alvorens de vork op te tillen. Nadat ze de volle vork had leeggegeten, likte ze dan haar duim af.’
♦ De Groene Amsterdammer neemt een week voor diens 65ste verjaardag (op 29 juli) alvast een voorschot op de oktoberdrukte rondom persoon en werk van Harry Mulisch. In de special wordt de schrijver vanuit verschillende invalshoeken geportretteerd: ‘als denker, bureauactivist en schoolmeester. En als meubelstuk van café Americain’.
| |
Augustus
♦ Dichter en beeldend kunstenaar Jan Elburg overlijdt op 13 augustus, 72 jaar oud, in zijn woonplaats Haarlem. Elburg maakte samen met onder anderen Gerrit Kouwenaar, Lucebert, Simon Vinkenoog, Remco Campert, Hugo Claus en Bert Schierbeek deel uit van de Vijftigers, waarover hij later een anekdotische geschiedenis schreef onder de titel Geen letterheren. In 1976 ontving hij voor zijn gehele oeuvre de Constantijn Huygensprijs. Haaks op de uitvlucht, zijn laatste dichtbundel, verscheen in 1988.
♦ Salman Rushdie verklaart tegenover de pers massale westerse steun te willen verwerven voor een veroordeling van de Iraanse terreur. Het Iraanse parlement antwoordt met een bekrachtiging van de fatwa. Waarna de Spaanse krant Diario 16 op 14 augustus bericht dat Rushdie De duivelsverzen zou willen afzwakken in de passages die direct als beledigend kunnen worden ervaren door islamitische gelovigen. De auteur zou uitgeput zijn en menen dat zijn kwestie langzaam maar zeker in de vergetelheid raakt.
♦ Adriaan van Dis raakt in opspraak door een publikatie in Vrij Nederland van 22 augustus over plagiaat in zijn reisboek Het beloofde land. Hij heeft, schrijft Jan Fred van Wijnen, zonder bronvermelding passages overgenomen uit Waiting. The Whites of South Africa van de Amerikaanse antropoloog Vincent Crapanzano. Van Dis excuseert zich tegenover Crapanzano, en Meulenhoff laat de eerstkomende druk van Het beloofde land vergezeld gaan van een inlegvel met bronnenoverzicht.
Persvertegenwoordigers en publicisten reageren met leedvermaak en geposeer- | |
| |
de woede of verdedigen de beklaagde juist. Theodor Holman is heel genuanceerd: ‘Was het een journalistiek verslag, dan heeft hij de boel beentje gelicht en had hij het handiger moeten verpakken. Was het een prozafragment, dan treft hem geen blaam. Helemaal in orde is het niet, maar er zijn geen grote schrijvers bekend die nooit iets hebben gepikt. De escapist Van Dis wil van alles een beetje zijn: een beetje journalist en een beetje auteur. Dan maak je zulke fouten.’ (HP/De Tijd, 28-8)
En Maarten 't Hart citeert Molière (‘Je prends mon bien où je le trouve’) om te laten zien dat men in diens tijd anders tegen het overnemen van teksten aankeek. Volgens 't Hart is de letterdieverij bovendien bijna inherent aan het reisboekengenre: ‘Hedendaagse reisboeken zijn allemaal op dezelfde wijze geschreven. De auteur vertoeft in een trein, op een boot, op een eiland, in een vliegtuig, en treft daar iemand met wie hij uitvoerig spreekt. Degeen die hij spreekt vertelt hem alles over het land waarin hij reist, over de machthebbers ervan, over de economie. En vaak heeft de gesprekspartner nog allerhande faits divers bij de hand. (...) Het zou mij niet verbazen als al die informatie die reizigers als Naipaul en Theroux aan hun even bereidwillige, als verbaal begaafde gesprekspartners weten te onttrekken in werkelijkheid het condensaat is van honderden gesprekken met tientallen gesprekspartners en van, daarnaast, het bestuderen van allerlei bronnen, geschriften, studies, verhandelingen, reisgidsen.’ (nrc Handelsblad, 28-8)
Ton Anbeek neemt het, in een ingezonden brief, ondubbelzinnig voor Van Dis op, wanneer hij stelt dat een van de algemeen aanvaarde uitgangspunten van de literatuurwetenschap het inzicht is dat ‘elke (literaire) tekst impliciet of expliciet naar andere teksten verwijst. Dat heet dan geleerd “intertextualiteit” maar het betekent in gewone mensentaal: elk boek ligt op een grote stapel andere boeken’. Hij geeft voorbeelden (van Vondel, Perk, Couperus, Nijhoff en A. Roland Holst) die ‘de kwestie- Van Dis’ doen verbleken. Van Dis' ontleningen ‘hadden aanleiding kunnen geven tot een interessante discussie over vragen als: in hoeverre mag men van een reisverhaal volstrekte authenticiteit verwachten? Of: heeft de schrijver van een reisverhaal evenveel speelruimte als een romancier.’ (Vrij Nederland, 12-9)
Henri Beunders bekritiseert de handelwijze van Van Dis scherp in nrc Handelsblad van 28 augustus. Volgens hem hangt de reportagejournalistiek ‘niet zelden van leen- en jatwerk aan elkaar’. Het overschrijven van passages uit meegenomen documentatiemapjes, reisgidsen of geschiedboeken beschouwt Beunders als slechte journalistiek. In een column in De journalist (25-9) demonstreert Gerard Mulder dat Beunders zich hieraan zelf schuldig heeft gemaakt, in een reisreportage uit Cambodja, die in 1988 in nrc Handelsblad verscheen. Het verhaal bevat hele, vrijwel letterlijk overgeschreven stukken uit de Nederlandse vertaling van Getuige van Cambodja, geschreven door de Cambodjaan Someth May, zonder deze bron te vermelden.
♦ De Antwerpse uitgeverij Pelckmans/De Nederlandsche Boekhandel viert haar 100-jarig bestaan met Wim Verelsts Trots en schaamte van de Vlaming (over de eigenheid van de Vlaamse cultuur in de twintigste eeuw) en Freddy de Schutters Het verhaal van de Nederlandse literatuur, een nieuwe literatuurgeschiedenis in drie delen, geschreven voor zowel neerlandici als literatuurliefhebbers. Het boek is tot stand gebracht in samenwerking met uitgeverij Wereldbibliotheek.
| |
| |
♦ Hugo Weckx, de Vlaamse minister van Cultuur, volgt de adviezen van de Letterencommissie op, hetgeen betekent dat de Nederlandse schrijvers A.F.Th. van der Heijden en Renate Dorrestein en de Nederlandse vertaler Frans van Woerden hun subsidieaanvragen in Vlaanderen gehonoreerd zien. Andersom waren er Nederlandse subsidies voor de Vlaamse schrijvers Paul Claes, Pol Hoste en Leonard Nolens.
♦ Eind augustus overlijdt de schrijver Jan Gerhard Toonder, broer van Marten Toonder, op 78-jarige leeftijd. Hij was indirect betrokken bij de oprichting van De Bezige Bij en schreef niet alleen romans en verhalen, maar ook gedichten, filmscripts, liedteksten en stripboeken (als medewerker van Toonder Studio's aan de door zijn broer getekende strip Panda).
♦ Carel Peeters bespreekt Geerten Meijsings net verschenen roman De grachtengordel, een sleutelroman over de literaire wereld in Amsterdam. Virtuoos geschreven, vindt Peeters, maar ook te zeer gefixeerd ‘op het schrijven over dat schrijverschap’. Peeters maakt van de gelegenheid gebruik om ook maar meteen een catalogus samen te stellen van de werkelijke personen die voor de romanpersonages model hebben gestaan. Hoofdpersoon Erik Provenier is een afsplitsing van Meijsing zelf, Albert Zeggers staat plusminus voor A.F.Th. van der Heijden, Kaspar Christiaans voor Kester Freriks, Storm voor Boudewijn van Houten, Leo de Wolff voor Theo Sontrop, Dirck de Vos voor Martin Ros, Schultz voor Johan Polak, Jeroen Jonkers voor Joost Zwagerman, Judith Cohen voor Jessica Durlacher en Joost Bierman voor Jeroen Brouwers. Proveniers uitgeverij De Partij is De Arbeiderspers en de Grote Prijs is de ako Literatuur Prijs. In HP/De Tijd van een week eerder stond, nog voor de roman verscheen, eveneens een ‘Wie is wie’- lijst.
| |
September
♦ Op 1 september verschijnt een nieuwe editie van het Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, zeg maar: de dikke Van Dale. Freek de Jonge presenteert de twaalfde druk van de nieuwe Van Dale met een advies aan Van Dis: ‘Het woordenboek is de enige bron waaruit straffeloos geplagieerd mag worden.’ In de drie delen staan 13 000 ‘nieuwe’ termen, terwijl ook de vormgeving is veranderd. Al op 19 augustus vierden de medewerkers van het woordenboek de 50 000ste bestelling van de nieuwe uitgave.
♦ Korte gedingen worden aangespannen tegen twee boeken: Robert Ankers De thuiskomst van kapitein Rob en Jan Kuitenbrouwers Neo-turbo. In het geval van De thuiskomst van kapitein Rob, waarvan het titelverhaal doorborduurt op de avonturen van stripheld kapitein Rob, eisen de erven van striptekenaar Pieter Kuhn een schadevergoeding van 50 000 gulden en het uit de handel nemen van het boek. Querido had toestemming gevraagd twee tekeningen van Kuhn, de schepper van kapitein Rob, te gebruiken voor het omslag. De erven weigerden. Maar met het door vormgever J. Tapperwijn (Querido-directeur Ary Langbroek) citerenderwijs gemaakte nieuwe omslag haalt Querido zich niettemin de gramschap van de erven op de hals. ‘Een nabootsing in gewijzigde vorm,’ oordeelt de rechter. Het boek moet uit de handel, maar de schadevergoeding van 50 000 gulden wordt omgezet in 5000 gulden. Inmiddels is het boek weer in de handel: de verboden tekeningen van Kuhn zijn bedekt met een gouden vijgeblad.
In het geval van Neo-turbo gaat het om een boek dat nog niet eens verschenen
| |
| |
is. Het zou in oktober uitkomen bij Prometheus uit, maar uitgeverij Aramith eist een publikatieverbod. Kuitenbrouwer publiceerde daar in 1987 Turbotaal. Hoewel het boekje een bestseller werd, verliet Kuitenbrouwer Aramith na onenigheid over zaken als de hoogte van de royalties. Nu wil de uitgeverij hem aan een aantal vage contractuele afspraken houden, maar de rechter, die constateert dat Aramith zijn auteurs als huurlingen beschouwt die gebonden zijn aan een non-concurrentiebeding, geeft Kuitenbrouwer gelijk. Prometheus mag Neo-turbo uitgeven.
♦ Het literaire tijdschrijft Het Oog in 't Zeil wordt na tien jaar opgeheven. Het laatste nummer is gewijd aan Odessa, de door Isaak Babel vereeuwigde stad aan de Zwarte Zee. Vooral biografische aspecten van de literatuur, naast literair-historische curiosa en uitgeven in de marge, kregen in Het Oog in 't Zeil de nodige aandacht. De stuwende redacteur Thijs Wierema wil boeken gaan schrijven. En de tweede belangrijke redacteur, Bas Lubberhuizen, is druk met zijn eigen uitgeverij, waarvoor Wierema een biografische reeks gaat opzetten. Enkele weken later, niet lang na de verschijning van een themanummer over ‘Aanwezigheid’, wordt bekend dat ook voor het literaire tijdschrift De XXIe Eeuw het doek valt: te weinig abonnees, produktieproblemen, te hoge kosten en verschillen van opvattingen binnen de redactie. Beide tijdschriften zijn uitgaven van Bert Bakker.
♦ De Groep Algemene Uitgevers (gau) start de oprichting van een stichting die de uitgave van een reeks Nederlandse literaire klassieken in wetenschappelijk verantwoorde edities gestalte moet gaan geven. Voor zo'n reeks lag al een plan klaar van het ministerie van wvc en - geheel los daarvan - een initiatief van uitgeverij Prometheus, die het Produktiefonds in 1991 gevraagd had financieel te willen participeren in de uitgave van de eerste tien boeken van zo'n reeks. Maar in de nu voorgestelde opzet kan in principe elke uitgever die een klassieker wil uitbrengen voor een bijdrage uit de middelen van de nieuwe stichting in aanmerking komen. Het Produktiefonds heeft voor dat doel in het hier beschreven kalenderjaar 75 000 gulden gereserveerd. De komende jaren zal het om een bedrag van 150 000 gulden gaan.
♦ Op de valreep van de maand wordt in een voorlopige overeenkomst de overgang van uitgeverij Bert Bakker naar het uitgeversconcern Meulenhoff & Co geregeld. Meulenhoff & Co nemen 100 procent van de aandelen over van Bert Bakker, die een volwaardige werkmaatschappij binnen het concern wordt. De overname is met ingang van 30 november officieel.
♦ Begin september verschijnt het vierde en laatste deel van Adriaan Venema's studie Schrijvers, uitgevers & hun collaboratie. Dat deel gaat over uitgevers en boekverkopers die fout waren tijdens de Tweede Wereldoorlog en wordt evenals de andere delen door de meeste recensenten met kritiek overladen.
♦ Postuum en meer dan veertig jaar na het schrijven ervan verschijnt Heinrich Bölls eerste roman Der Engel schwieg, over een Duitse soldaat die na de oorlog terugkeert naar zijn verwoeste geboortestad. Destijds weigerden verschillende uitgeverijen het boek van de in 1985 overleden schrijver te publiceren. Ze wezen het af omdat ze geloofden dat het publiek niet herinnerd wilde worden aan de verschrikkingen op de puinresten van het Derde Rijk, maar nu reageert de Duitse pers enthousiast. Anneriek de Jong bespreekt het boek op 25 september in nrc Handelsblad: ‘Sommige observaties in Der Engel schwieg zijn zo in- | |
| |
tens dat je maag ervan omdraait. (...) Het liefst zou je meteen rechtsomkeert maken, maar de verteller kent geen genade. Hij sleurt je mee naar ziekenzalen waar zojuist geamputeerde patiënten de ene na de andere sigaret roken, dorstige monden om water schreeuwen en een chirurg achter een kamerscherm vochtige ingewanden in emmer laat plonzen.’
| |
Oktober
♦ Op de Frankfurter Buchmesse, gehouden van 30 september tot en met 5 oktober, presenteren 8172 deelnemers uit 101 landen hun boeken. Voor Nederland en Vlaanderen is dit de beurs voor dé Buchmesse. Want volgend jaar is het Nederlands taalgebied Schwerpunktthema in Frankfurt. De Stichting Frankfurter Buchmesse maakt bekend onder het motto Open to the World de culturele openheid van Vlaanderen en Nederland te gaan accentueren.
De rechtenverkoop gaat uitstekend. Vooral Duitstalige uitgevers willen zich met het Schwerpunktthema in het vooruitzicht niets van waarde uit Nederland laten ontgaan. In het bijzonder literaire schrijvers liggen goed in de markt. Er worden vertaalrechten verkocht van werk van Marjan Berk, Boudewijn Büch, Hugo Claus, Renate Dorrestein, Hella S. Haasse, Marie Kessels, Tom Lanoye, Margriet de Moor, Harry Mulisch, Cees Nooteboom, Peter van Straaten, Joost Zwagerman en vele anderen.
♦ Bij de start van het nieuwe omroepseizoen (5 oktober) blijken, naast Hier is... Adriaan van Dis, nog twee boekenprogramma's te zijn verdwenen: Boek in Waterland (ncrv), dat te lage kijkcijfers haalde, en Hollands Decor (avro). Daar komt het nieuwe literaire programma Passages (nos) voor terug. Bij de radio wordt Radio 5 een volwassen culturele zender. Vrijwel alle boekenprogramma's zullen daarop voortaan te beluisteren zijn.
♦ De Kinderboekenweek staat in het teken van ‘Land in ziiicht!’. Het Kinderboekenweekgeschenk is geschreven door Jacques Vriens, heet Het raadsel van de Regenboog en verschijnt in een oplage van 234 000 exemplaren.
♦ China meldt zich als 91ste lid van de Berner Conventie. Daardoor valt nu meer dan 90 procent van de wereldbevolking onder de internationale overeenkomsten aangaande de bescherming van auteursrechten.
♦ Willem Jan Ottens tweede roman, na Een man van horen zeggen (1984), De wijde blik, krijgt een opvallend goed onthaal in de pers. Jaap Goedegebuure eindigt zo: ‘De wijde blik is geen vrijblijvend, maar juist een prikkelend boek. Het stelt een paar stekelige vragen aan iedereen die zich veilig waant in de beschutting van beelden die even vluchtig als vertrouwd zijn. Uiteraard komen die vragen als een boemerang terug naar de auteur, die als dichter en essayist menigmaal een pose van cerebrale elegantie wist aan te nemen waarmee hij zich aan al te expliciete standpunten wist te onttrekken, maar die nu meer het achterste van zijn tong laat zien dan ooit tevoren.’ (HP/De Tijd, 9-10)
♦ Hugo Claus krijgt niet, zoals hier en daar in de Nederlandse en Vlaamse pers verwacht werd, de Nobelprijs voor literatuur 1992. Die gaat naar de in Trinidad geboren en in Boston woonachtige dichter en toneelschrijver Derek Walcott (1930), wiens moeder van Nederlandse komaf is. Ed van Eeden: ‘Ondanks de groeiende internationale erkenning voor het werk van Walcott is nog geen boek van zijn hand in het Nederlands leverbaar. Nu bekend is gemaakt dat hem in december te Stockholm de Nobelprijs voor literatuur zal worden uitgereikt (...), zal daar echter snel verandering in komen.’ (Utrechts Nieuwsblad, 16-10)
| |
| |
Jan Eijkelboom is inderdaad bezig met de vertaling van Walcotts lange epische gedicht Omeros. Die verschijnt in augustus 1993 bij De Arbeiderspers. Maar over een vertaling van Walcotts beroemdste bundel The Arkansas Testament is nog niets vernomen.
Anil Ramdas vindt dat die andere Caribische schrijver, V.S. Naipaul, onrecht aangedaan is met de toekenning van de Nobelprijs aan Walcott. ‘Waarom moest Naipaul worden gestraft? Omdat hij arrogant is, niet links genoeg, niet antikoloniaal genoeg, omdat hij de zieligheid van het zwarte ras veronachtzaamt, omdat hij een trots predikt die op beschaving betrekking heeft en niet op huidskleur.’ (De Groene Amsterdammer, 9-12)
♦ Ambo, de uitgever van onder anderen Yvonne Keuls, Milan Kundera en Piet Vroon, viert de 1000ste uitgave in het fonds. De maat van de techniek van Hans Achterhuis krijgt de eer dat boek te zijn.
♦ De Bezige Bij viert het 10-jarig bestaan van de goedkope-pocketserie Bibliotheek Thuis met de 100ste pocket. De uitverkoren titel is De aanslag, waarvan inmiddels meer dan een half miljoen exemplaren verkocht zijn.
♦ De 65-jarige Harry Mulisch viert zijn 40 jaar schrijverschap - hij debuteerde in 1952 met archibald strohalm - niet alleen met een pocketuitgave van zijn best verkochte boek. Zijn uitgestelde verjaardagsfeest is op 13 oktober in de Sonestakoepel in Amsterdam, waar Hedy d'Ancona hem het eerste exemplaar overhandigt van zijn kolossaal geworden roman De ontdekking van de hemel. Het boek, waaraan hij jaren gewerkt heeft, verschijnt alleen in een gebonden uitgave van 75 gulden. D'Ancona speldt hem bij diezelfde gelegenheid bovendien de versierselen op die behoren bij zijn benoeming tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, en Marcel van Dam houdt een feestrede. De schrijver wordt daarnaast gevierd met de uitgave een bibliografie van zijn werk door Marita Mathijsen (De werken van Harry Mulisch) en een schrijversprentenboek dat de aan Mulisch gewijde tentoonstelling in het Letterkundig Museum begeleidt (De onderkant van het tapijt).
Kranten en weekbladen lijken te strijden om de eer wie de meeste aandacht aan Mulisch kan geven. Daartoe behoren interviews, zoals van Ben Haveman in de Volkskrant van 17 oktober (met de prachtige titel ‘De Goethe van het Leidseplein’), van Max Pam in nrc Handelsblad van 16 oktober (over religie en onsterfelijkheid, vriendschap en ziek-zijn, en schrijven), en van J. van Tijn in Vrij Nederland van 12 december (over het eigen schrijverschap en over grote voorbeelden). Aardig is een overzichtsartikel van Mulisch-kenner Frans de Rover, die ingaat op de vergelijking die Mulisch meer dan eens getrokken heeft tussen zichzelf als schrijver en een alchimist: ‘De ware alchimist verandert tijdens het chemisch proces niet alleen materie in zoiets als goud, hij verandert tijdens dat proces zélf. (...) Zó zegt Mulisch zijn schrijverschap op te vatten. En zó is vanuit die opvatting te begrijpen dat hij zegt: ik besta niet als schrijver, ik besta niet als een biografisch persoon, ik besta slechts in het geschrevene.’ (Vrij Nederland, 17-10)
De ontdekking van de hemel krijgt zeer lovende kritieken. Tom van Deel, Arnold Heumakers (die de laatste zeshonderd bladzijden in één ruk zegt te hebben uitgelezen), Doeschka Meijsing, Jaap Goedegebuure (hij noemt De ontdekking van de hemel ‘de staalkaart van een heel oeuvre, een heel leven ook’), Hans Warren - iedereen heeft bewondering voor de roman. Dat is ook Willem
| |
| |
Kuipers opgevallen in zijn rubriek isbn in de Volkskrant van 28 oktober: ‘Alle kranten hebben inmiddels lovende recensies afgedrukt. Zelfs Reinjan Mulder in de nrc gaf zich gewonnen, al constateerde hij in ouder werk van Mulisch wel vaak overbodige en niet ter zake doende uitweidingen. Alleen Carel Peeters schort zijn oordeel week-in-week-uit op, vermoedelijk om de spanning erin te houden.’ Maar Peeters' oordeel verschijnt vanaf 31 oktober in een feuilleton van maar liefst vijf afleveringen onder de titel ‘De tover van de onttovering’. De lengte van de recensie geeft het belang aan dat Peeters aan De ontdekking van de hemel toekent. Hij roemt de volmaakte eenvoud van het boek, dat niettemin ‘ritselt van de geheimen’. Ook in de Vlaamse kritiek wordt trouwens gejuicht over Mulisch' boek. Karel Osstyn: ‘Een meesterwerk waarin alle bestaande thema's uit schrijvers werk een beurt krijgen, een boek dat ontwikkelingsroman, sleutelroman, liefdesroman en avonturenroman tegelijk is: doet al die lof je niet huiveren? Harry Mulisch' pas verschenen roman, De ontdekking van de hemel, maakt het allemaal waar.’ (Standaard der Letteren, 31-10)
♦ Op 13 oktober wordt, uit zes genomineerden, de winnaar van de Booker Prize bekendgemaakt. Hans Bouman wijdt aan de vooravond van de uitreiking een artikel aan de zes kansrijke boeken in de Volkskrant: ‘Het gaat dus,’ voorspelt hij, ‘tussen Ian McEwan en Michael Ondaatje. Beide boeken zijn voortreffelijk, waarbij The English Patient op punten wint. Maar dat vinden de critici en bookmakers ook, en dat is altijd een veeg teken. Daarom kan Ian McEwans omineuze boodschap voor de jaren negentig, die zich in oostelijk Europa reeds volop aan het realiseren is, de bekroning met de Booker Prize nauwelijks ontgaan.’ Hij heeft ongelijk, want Ondaatjes English Patiënt wint wel. Maar niet alleen. Het moet de prijs delen met Sacred Hunger van Barry Unsworth.
♦ De Gouden Strop 1992 heeft maar één winnaar: Chris Rippen met Playback.
♦ Madonna's Sex is na een dag uitverkocht in de boekhandel. Pas half november is het opnieuw leverbaar. Maar geen nood: besprekingen in kranten en weekbladen zijn verlucht met vele, vele foto's. Joost Zwagerman vindt Sex geen meesterwerk, ‘maar wél is het nu al een onmiskenbaar onderdeel ter vervolmaking van het kunstwerk dat zij zélf is’. (Vrij Nederland, 7-11)
♦ De Prijs der Nederlandse letteren wordt op 28 oktober in Den Haag door koningin Beatrix uitgereikt aan de Vlaamse schrijfster Christine D'haen (1923) voor haar gehele oeuvre. D'haen, vooral bekend als dichteres, schrijft de laatste jaren aan een autobiografie. Daarvan zijn twee delen (Zwarte sneeuw en Duizend-en-drie) verschenen. Het derde deel, dat de fragmentarische opzet van de twee vorige delen zal missen, moet nog verschijnen.
♦ Nederlandse recensenten publiceerden vorig jaar eensgezind negatieve kritieken over Het volgende verhaal van Cees Nooteboom. De Duitse kritiek was daarentegen unaniem enthousiast over de vertaling van het Boekenweekgeschenk van 1991. In het voorjaar van 1992 plaatste De Arbeiderspers (uitgever van het boek) in een advertentie de Nederlandse reacties tegenover de Duitse, dit onder het motto: ‘Nu hoort u het ook eens van een ander.’ Maar nu blijken de Nederlanders niet geheel alleen te staan in hun kritiek op Het volgende verhaal, want de Duitse schrijver Peter Handke heeft er, in het blad Theater Heute, geen goed woord voor over. Hij kraakt de ‘volledig nagemaakte holle toon’ en karaktiseert het verhaal als ‘Kitsch der äussersten Papierklasse’.
| |
| |
Het zij Nooteboom tot troost dat werk van Peter Handke door Nederlandse recensenten al menigmaal tot kitsch veroordeeld is.
♦ De door de Vlaamse uitgeefster Angèle Manteau geregisseerde biografie over haarzelf (Het eigenzinnige leven van Angèle Manteau, verschenen bij Prometheus), die officieel is geschreven door Greta Seghers, wordt door uitgever en biograaf Wim Hazeu een mislukt project genoemd dat geen doorgang had mogen vinden: ‘Over het wanprodukt, het halffabrikaat dat het resultaat van jarenlange samenwerking is, geven Manteau en Seghers elkaar de schuld. De één, Angèle, heeft zich vergist: zij vond niet de biografe die zij wenste; de ander, Greta, kreeg niet de vrijheid die zij verlangde. Maar beiden, hoe raadselachtig, gaven toestemming voor het drukken van het manuscript, dat zelfs als bron voor een eventueel latere, gewone biografie vanwege de onbetrouwbaarheid onbruikbaar is.’ (Vrij Nederland, 24- 10) Het stuk is maatgevend voor alle andere kritieken: de biografie wordt verpletterd.
♦ De publikatie in het weekblad L'Espresso van hoofdstukken uit Petroleo, de laatste, onvoltooide roman van de Italiaanse schrijver en cineast Pier Paolo Pasolini, wekt beroering in Italië. L'Espresso schrijft dat de tijd niet heeft kunnen verhinderen dat ‘de klappen die Pasolini uitdeelt nog steeds hard aankomen’. Het boek van de in 1975 vermoorde Pasolini, dat ‘obsceen en meedogenloos’ wordt genoemd, handelt over de groeiende greep van de mafia op het politieke en economische leven. Publikatie van het boek was door erfgename Graziella Chiarcossi lange tijd tegengehouden ter voorkoming van het soort gedruis dat nu niettemin ontstaan is.
Petroleo, dat begin november in de Italiaanse boekwinkels ligt (en ogenblikkelijk tienduizenden kopers krijgt), telt 600 bladzijden maar het hadden er 2000 moeten worden. Pasolini wilde met het boek een mengeling van erotiek en politiek, van poëzie en aanklacht schrijven. Het moest zijn magnum opus worden, ‘de som van al mijn ervaringen en herinneringen’.
♦ Julien Weverberghs polemiserende recensies in Het Laatste Nieuws verschijnen bij Houtekiet, gebundeld onder de titel Hard tegen hart. Het literair klimaat in Vlaanderen. Volgens Weverbergh is het treurig gestemd met dat klimaat, al heeft hij vele goede woorden over voor onder anderen Herman Brusselmans, Kristien Hemmerechts, Patricia de Martelaere, Gie Bogaert en J.M.H. Berckmans. Dat is het gekke, zoals ook Ton Anbeek in zijn recensie signaleert: ‘een lynchpartij ontpopt zich als een prijsuitreiking’. En: ‘Hard tegen hart blijkt een heel dubbelzinnig boek. Een oude bok probeert kopstoten uit te delen, maar blijkt een schaap in bokskleren. Of om het wat aardiger te zeggen: Weverbergh is in de eerste plaats iemand die wil bewonderen, dus een criticus die het hart op de juiste plaats heeft.’ (Vrij Nederland, 12-12)
♦ Zeer uiteenlopend zijn de meningen over Doeschka Meijsings nieuwe roman Vuur en zijde. Arnold Heumakers, Janet Luis en Hans Warren hebben weinig goede woorden over voor het boek. Vooral Luis, toch niet de temperamentvolste der critici, verguist de ‘galmende hersenoefeningen’ van Meijsing: ‘Het tragische van deze kleine roman zou weleens kunnen zijn dat hij serieus bedoeld is, hoewel hij nauwelijks serieus te nemen valt. Hoofd en hart, verstand en gevoel schieten tekort. In weerwil van de titel en van de slotepisode waarin voor het eerst de vlammen hoog oplaaien, is Vuur en zijde een al te bedachte liefdesgeschiedenis. De zinnen zijn ge- | |
| |
wrocht, de gedachten opgeblazen, de romanfiguren veel te hooggestemd, en dus onwaarachtig. Alles onecht, om met Komrij te spreken.’ (nrc Handelsblad, 30-10) Jan-Hendrik Bakker, Tom van Deel, Jaap Goedegebuure, Carel Peeters en Xandra Schutte hebben een veel gunstiger oordeel. ‘Nu is het zover: Meijsing is controversieel,’ schatert Guus Vleugel in zijn column voor HP/De Tijd (18-12).
| |
November
♦ De Zweedse pen-club kent Salman Rushdie de Tucholsky-beurs toe. Hij krijgt de prijs van ruim 26 000 gulden op 6 november uitgereikt door de Zweedse minister van Sociale Zaken, Bengt Westerberg. De prijs is vernoemd naar de Duitse schrijver Kurt Tucholsky, die in 1929 uitweek naar Zweden, alwaar hij in 1933, ontluisterd door het nazi-bewind in Duitsland, zelfmoord pleegde, en wordt jaarlijks uitgereikt aan een in ballingschap verkerend schrijver om hem in de gelegenheid te stellen een tijd in Zweden te werken.
♦ Leon de Winter doet bij de verschijning van zijn nieuwe roman De ruimte van Sokolov merkwaardige uitspraken in een interview door Ad Fransen in HP/De Tijd van 6 november. ‘Ik doe in leesplezier, ik ben een producent van lekker leesbare boeken,’ zegt hij. ‘Middelbare scholieren die mij lezen, zijn waarschijnlijk net zo ziek van de pretentie als ik. Alles wat ruikt naar pretentie en de verliteraloedering wil ik wegsnijden, het moet zo transparant mogelijk zijn. Oké, je hebt ook schrijvers die het niet voor de consumenten, de verkoop doen, maar een Atte Jongstra of een Dirk van Weelden, wat verkopen die dan? Duizend exemplaren, dat is me echt niet genoeg, daar kun je niet van bestaan, dan zou ik ermee ophouden, dan word ik gewoon een foute, keiharde filmproducent.’ En meer van dergelijke onzin. Maar De Winter beweert na de publikatie van het interview dat een hoop uitspraken helemaal niet door hem gedaan zijn, of totaal verdraaid zijn weergegeven. En Ad Fransen maakt er geen geheim van dat hij De Winters nieuwe roman van tevoren helemaal niet gelezen had.
Maar veel te redden valt er voor De ruimte van Sokolov al niet meer. De Winters nieuwste wordt - dat is al bijna een traditie, zoals ook door Ton Anbeek in het oktobernummer van het tijdschrift Literatuur wordt opgemerkt - door Tom van Deel, Carel Peeters en Jaap Goedegebuure genadeloos de grond ingeboord. De laatste is misschien nog wel het meest verontwaardigd: ‘De Winter schrijft zo eendimensionaal dat het niets meer met literatuur te maken heeft.’ (HP/De Tijd, 13-11) Van Deel is het verpletterendst. Hij begint zijn recensie in Trouw met de opmerking dat van De Winter niet gezegd kan worden dat hij lui is, aangezien hij elk jaar een dikke roman publiceert. Daarna maakt hij een spies van zijn pen, en daar wordt de roman zonder enig mededogen aan geregen. J.A. Dautzenberg en Reinjan Mulder zijn er beter over te spreken.
♦ Tussen eind augustus en begin november zijn er al meer dan 6000 exemplaren van Onmogelijk geluk, de nieuwe dichtbundel van Jean Pierre Rawie, verkocht. En sinds Rawie eind oktober te gast was in de praatshow van Sonja Barend zijn de bundels helemaal niet meer aan te slepen. Vanaf 7 november ligt de vijfde druk van de bundel in de winkel. Nooit eerder zijn van een literaire dichtbundel zoveel exemplaren in zo korte tijd verkocht, gelooft men bij Bert Bakker, de uitgever van Rawie. De gemiddelde dichtbundel kent een oplage van tussen 750 en 1000 exemplaren.
♦ In een interview met nrc Handelsblad
| |
| |
zinspeelt Meulenhoff-directeur Laurens van Krevelen op de verkoop van de Veen Uitgevers Groep (waartoe onder meer Contact en Luitingh-Sijthoff behoren) door Wolters Kluwer aan Meulenhoff & Co. Bert de Groot, directeur van Wolters Kluwer Algemene Boeken, ontkent het ten stelligste: ‘Neen. De Veen Uitgevers Groep is niet te koop.’ Maar binnen Meulenhoff & Co zijn er zaken gaande. De Bataafsche Leeuw, imprint van De Boekerij (dochterbedrijf van Meulenhoff & Co), verzelfstandigt. Uitgever Walter Wybrands ontkent dat de stap te maken heeft met de te hoge rendementseisen van Meulenhoff & Co.
♦ In Frankrijk ontvangt Patrick Chamoiseau in de tweede week van november de Prix Goncourt voor zijn roman Texaco. Henk Pröpper is vol bewondering over dit boek van de uit Martinique afkomstige schrijver: ‘Met Texaco heeft Chamoiseau een boek geschreven dat zo rijk aan taal is dat het alleen al daarom in aanmerking komt voor een prestigieuze prijs als de Prix Goncourt.’ (de Volkskrant, 13-11)
♦ De Vlaamse boekenbeurs, gehouden in Antwerpen van 1 tot en met 11 november, trekt een recordaantal van 162 669 betalende bezoekers. De rechtstreekse televisieuitzending van de opening zorgde voor een verhoogde aandacht in de diverse media. En de goede verkoop ging gepaard met een flinke toename van het aantal diefstallen.
♦ Een recent onderzoek toont aan dat Nederlanders het liefst van alles boeken en tijdschriften als cadeau willen ontvangen. Dat leidt Henk Kraima (voorzitter cpnb) tot de volgende conclusie: een cadeaucampagne moet ervoor zorgen dat Nederlanders boeken ook het liefst cadeau geven.
♦ Piet Grijs mist een hoop lemma's in het Cultureel Woordenboek. Encyclopedie van de algemene ontwikkeling. Maar dat kan ook niet anders, en dat is ook niet zo erg: ‘Ik weet namelijk niets. Ik hoef maar een encyclopedie of een krant open te slaan om dat te weten. Ik ben gek op encyclopedieën, woordenboeken, registers, naslagwerken en naslawerken. Daarom ben ik ook blij met dit Cultureel Woordenboek. Maar het slaat nergens op.’ (nrc Handelsblad, 20-11) Het boek is geënt op de vier jaar eerder verschenen Dictionary of Cultural Literacy, dat bedoeld was om een einde te maken aan de culturele onwetendheid van de gemiddelde Amerikaan.
♦ Adriaan van Dis wordt in Vrij Nederland van 14 november opnieuw beticht van ontleningen aan andermans werk in het reisboek Het beloofde land. Literair criticus Etienne Britz laat zien dat Van Dis gedichten van W.E.G. van der Louw geparafraseerd heeft, en geciteerd heeft uit werk van David Kramer en Elisabeth Eybers. ‘En waarom,’ schrijft Britz, ‘zou hij Het beloofde land niet in Zuid-Afrika laten verspreiden? Als verschillende Zuidafrikaanse literatoren dit boek al in 1990 onder ogen hadden gekregen, was het knappe spel met literaire teksten lang voor de Crapanzano-onthulling bekend, en had de Crapanzano-onthulling waarschijnlijk weinig indruk gemaakt in Nederland.’
♦ De Audax Columnistenprijs, die op 21 november tijdens de Nacht van de Columnist voor het eerst wordt uitgereikt, is voor H.J.A. Hofland. Kandidaat nummer zeven, Theodor Holman, voelt zich voor zevenderangs uitgemaakt en komt niet. Rik Zaal van de Volkskrant komt ook niet. Hij wil geen gesponsorde column voordragen. Boudewijn Büch komt wel, maar de avond is voor hem zo verschrikkelijk dat hij er zelfmoordneigingen aan overhoudt.
♦ De Franse rechtbank bepaalt op 9 november dat Samuel Becketts toneelstuk Wachten op Godot niet meer door vrou- | |
| |
wen mag worden opgevoerd. Het geheel uit vrouwen bestaande rechtscollege zegt dat een vrouwelijke rolbezetting de betekenis van het stuk geweld aandoet. Het college bepaalt dat een opvoering met vrouwen een schending van het auteursrecht is. De Franse uitspraak staat haaks op het vonnis uit 1988 van de rechter in een kort geding dat in Haarlem diende, en waarin bepaald werd dat vrouwen wel de rollen in Wachten op Godot mogen spelen. Dat geding was door Beckett aangespannen tegen het toneelgezelschap De Toneelschuur.
♦ Half november verschijnt Het complete werk van Frans Kellendonk (1951-1990). Het ongeveer duizend pagina's tellende boek, dat zowel in paperback als in een gebonden editie is uitgebracht, is samengesteld conform de wensen van Kellendonk. Zijn aanwijzingen voor wat betreft volgorde en opzet zijn opgevolgd. Het vóór Bouwval geschreven werk, dat Kellendonk beschouwde als vingeroefeningen, ontbreekt in de verzamelbundel. Ook nawoorden, boekbesprekingen en vertalingen zijn buiten het boek gelaten, evenals de ooit in Paradiso gehouden preek. Wel opgenomen zijn de openbare colleges die Kellendonk in de Leidse Pieterskerk gehouden heeft over Vondels leerdicht Altaergeheimenissen, alsmede de Berlijnse en Russische reisreportages uit De halve wereld.
Voor veel critici is de verschijning van Het complete werk aanleiding voor een samenvattend oordeel over het oeuvre van Kellendonk. Arnold Heumakers zegt er, met gevoelens van herkenning, iets heel treffends over: ‘Kellendonks oeuvre is een langgerekte worsteling met de scepsis, en wat die worsteling zo adembenemend maakt is dat hij zich nergens tevreden stelt met gemakkelijke antwoorden. De meest voor de hand liggende uitweg, het agnosticisme, wijst hij van de hand als “oppervlakkig en onoprecht, aspirine voor de ziel. Het geloof waar de agnosticus zijn schouders over ophaalt belijdt hij met zijn voeten.” Wie het mysterie toedekt met een al dan niet pragmatisch geloof in de werkelijkheid, geeft zich in zijn ogen over aan een andere vorm van metafysica, maar dan zonder het zelf in de gaten te hebben.’ (de Volkskrant, 27-11)
Bas Heijne gaat uitgebreid in op Mystiek lichaam: ‘Hollandse schandalen duren nooit lang en worden zodra de bloeddorst is gelest snel vergeten, maar de publieke hetze die in 1986 tegen Mystiek lichaam en de schrijver is gevoerd, op grond van een onzinnige beschuldiging van antisemitisme, heeft ervoor gezorgd dat de roman eerst gerehabiliteerd moest worden alvorens de waardering een kans kreeg. (...) De vragen die erin worden gesteld en die toen het boek uitkwam afgedaan werden als achterhaald of achterlijk of, nog erger, katholiek, beheersen allang weer het publieke debat; na jaren van overspannen individualisme, gaan de discussies van vandaag over de noodzaak én onmogelijkheid van een gemeenschap van mensen, de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen worden eerder onderstreept dan weggemoffeld en Camille Paglia is niet de enige die een cultuurkritische spaak in het wiel van de verlichtingsideologie van de naoorlogse bevrijdingsbewegingen heeft gestoken. Mystiek lichaam was zijn tijd een paar jaar vooruit, zoals een grensverleggend boek betaamt.’ (nrc Handelsblad, 20-11)
♦ Het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum (nblc) en de Openbare Bibliotheek van Amsterdam presenteren op 28 november in het Letterkundig Museum Literom, een computersysteem waarin 44 000 recensies van moderne Nederlandse literatuur zijn opgeslagen. Aan het project, dat onder leiding stond van Pierre Poell, is tweeën- | |
| |
half jaar gewerkt. Het ministerie van wvc heeft eraan meebetaald. De cd-schijf waar Literom opstaat, kost 1500 gulden en is te gebruiken door iedereen die over cd-rom apparatuur beschikt. De recensies zijn afkomstig van 5500 verschillende critici, van wie Hans Warren de produktiefste blijkt met 981 bijdragen. W.F. Hermans is met 615 bijdragen de meest gerecenseerde schrijver, gevolgd door Gerard Reve (536) en Willem Brakman (468).
| |
December
♦ Jan-Geurt Gaarlandt neemt op 1 december, totaal onverwachts, het besluit zijn uitgeverij Balans niet te laten fuseren met De Bezige Bij. Waarom niet? Omdat de interne omstandigheden van de fusiepartner ‘absoluut niet geschikt zijn om tot een vruchtbare samenwerking te komen,’ zegt Gaarlandt. De Bezige Bij ziet door deze herziening het verlangde non-fictiefonds aan zich voorbijgaan. Gaarlandt heeft zijn besluit al op 15 november aan het bestuur van de coöperatieve schrijversvereniging (die De Bezige Bij is) kenbaar gemaakt, maar het komt pas twee weken later in het nieuws. De onelegante manier waarop Bij-directeur Dolf Hamming twee dagen eerder door het bestuur aan de kant gezet is, heeft een doorslaggevende rol gespeeld. Hammings ontslag is het gevolg van een ernstig conflict tussen hem en het personeel, dat geen heil zag in zijn reorganisatieplannen. Niettemin was herstructurering van de organisatie een voorwaarde voor de fusie. Kranten en weekbladen spitten de achtergronden van de affaire grondig uit, maar komen niet verder dan een presentatie van de uiteenlopende commentaren van directie- en bestuursleden, redacteuren, fondsauteurs en andere betrokkenen. Bij De Bezige Bij zoekt men ondertussen naarstig naar een nieuwe directeur. ‘Blijft de vraag,’ aldus een reportage in HP/De Tijd van 11 december, ‘wat De Bezige Bij nu te doen staat. H.J.A. Hofland [voorzitter van het bestuur van de Coöperatieve Vereniging De Bezige Bij]: “We zijn een sterke uitgeverij. Vroeger hadden we met de Kwadraat-pockets een goede non-fictiereeks. Waarom zouden we dat nu niet weer kunnen?” Jan-Geurt Gaarlandt ziet het iets minder zonnig: “Ze zijn nu terug bij af. Ze moeten nu opnieuw gaan zoeken, maar er zijn in Nederland niet bepaald een hoop non-fictiefondsen beschikbaar. Ik heb in ieder geval de deur dichtgedaan en ga me nu op Balans concentreren.”’
♦ Leon de Winter wint het tegen Propria Cures aangespannen kort geding tegen de publikatie van een foto waarop hij staat afgebeeld tegen de achtergrond van een massagraf uit de Tweede Wereldoorlog. ‘De smakeloze samenvoeging (...) overschrijdt de grenzen van de literaire kritiek en satire,’ is het logische oordeel van de rechtbankpresident op 7 december. Het studentenblad heeft zich laten inspireren door het omslag van het Libris boekenmagazine, waarop De Winter in feestkleding is afgebeeld tegen een paarse hemel met enkele davidsterren, en door de sterspotreclame van Libris waarin de schrijver figureert. De Winter eist rectificatie en schadevergoeding voor de antisemitische uiting en krijgt die ook.
Marcel Möring, evenals De Winter een auteur met een joodse achtergrond, behandelt de kwestie in nrc Handelsblad in een noodzakelijk en vlijmscherp artikel, getiteld ‘Wie aan hem komt, komt aan mij’. Volgens Möring zitten er twee gedachten achter de montage van Propria Cures: ‘De eerste is dat een schrijver niet op de manier van De Winter reclame voor zijn boeken moet maken. De tweede is dat het er iets toe doet dat De Winter een jood is.’ De eerste gedachte
| |
| |
noemt Möring benepen, en de tweede gedachte maakt de montage antisemitisch, en daarmee is Propria Cures in ‘de onderstroom gesprongen die al langere tijd voelbaar is in West-Europa. (...) Wat mij tegenstaat aan deze hele affaire is dat er tot nu toe nog niemand uit de menigte is gestapt om te zeggen: wie aan hem komt, komt aan mij. Ik heb, behalve van joodse schrijvers, geen stukken gelezen waarin Propria Cures wordt gekritiseerd. De Amsterdamse officier van justitie is niet daags na de uitzending van Sonja Barend [die aandacht besteedde aan de kwestie] overgegaan tot vervolging.’ (nrc Handelsblad, 11-12)
♦ Gemma Polders, mede-eigenaar van uitgeverij An Dekker, probeert door de instelling van een steunfonds te redden wat er te redden valt van de uitgeverij. Een faillissement hangt de feministische uitgeverij al jarenlang boven het hoofd. Aan de steeds weer verlengde surséance van betaling komt begin 1993 definitief een einde. An Dekker zelf stapt aan het eind van 1992 uit het bedrijf, dat voortgaat onder de naam Vita.
♦ Vlaanderen beleeft de uitreiking van de prestigieuze ncr-Literair. Uit de 42 inzendingen zijn vijf genomineerden geselecteerd: Frans Denissen voor De thuisreis, Patricia de Martelaere voor Littekens, Eriek Verpale voor Alles in het klein, Koen Peeters voor Bezoek onze kelders en Boris Todoroff voor Isis. De prijs wordt gewonnen door Eriek Verpale.
♦ Op de Beurs van Kleine Uitgevers, gehouden in het weekend van 13 december, duikt een ‘roofdruk’ van Willem Frederik Hermans op. Het werkje heet Pang, bestaat uit 47 bladzijden vol overschrijfsels uit Hermans' werk en heet te zijn gemaakt door ene Otto Verbeek. HP/De Tijd op zondag zegt dat Bob Polak, scribent van Het Parool en redacteur van de WFH Verzamelkrant, zich achter dat pseudoniem verbergt.
♦ Op 15 december overlijdt Anton Koolhaas op 80-jarige leeftijd. Eerder dit jaar werd hem nog de P.C. Hooftprijs (Staatsprijs voor letterkunde) toegekend voor zijn gehele oeuvre. Koolhaas studeerde in Utrecht aan de universiteit en was tussen 1935 en 1952 werkzaam in de journalistiek, waarna hij als hoofd van de Stichting Culturele Samenwerking ruim twee jaar in Indonesië doorbracht. In 1968 werd hij directeur van de Filmacademie. Tussen alle bedrijven door schreef Koolhaas, voornamelijk in zijn vrije tijd (de kerstweken), een omvangrijk oeuvre bij elkaar, een oeuvre waarbinnen het dierenverhaal een aparte en vooraanstaande plaats inneemt.
Willem Kuipers schrijft in de Volkskrant van 17 december in een terugblik op leven en werk van Koolhaas: ‘In 1985, toen hij lichamelijk al gebroken was door een hersenbloeding als gevolg van een verkeerde tandartsbehandeling, door een hernia-operatie waarbij van alles misgegaan was, en hij dank zij een uiterst moderne tekstverwerker nog slechts zijn zeer beknopte theater-recensies voor Vrij Nederland kon schrijven, voegde hij in Liefdestredmolen, zijn zesentwintigste boek, nog één keer een handvol ontroerende fauna aan zijn verzameling toe. Toen kon hij niet meer. Het zou een triest einde van zijn schrijverscarrière geweest zijn, als hij in zijn nadagen niet nog tweemaal op uiterst honorabele wijze zou zijn gefêteerd, eerst met de prachtige uitgave van Alle dierenverhalen in 1990, en vervolgens met de P.C. Hooftprijs begin dit jaar, waardoor hij eindelijk de officiële erkenning kreeg, die hem naar zijn eigen bescheiden mening zo lang was onthouden.’
♦ René Kurpershoek krijgt voor zijn vertaling van Vladimir Nabokovs Ada de Martinus Nijhoffprijs 1993 voor literai- | |
| |
re vertalingen. Die prijs bedraagt dit jaar voor het eerst 100 000 gulden. Een kwart daarvan is vrij besteedbaar, de rest moet de winnaar steken in volgende vertaalprojecten.
♦ Binnen Meulenhoff & Co is de reorganisatie nog niet ten einde. Bekend wordt dat bij Meulenhoff Nederland per 1 januari vier van de twintig arbeidsplaatsen verdwijnen, ‘om de kosten van met name bureauredactie en reclame meer aan de omzet te relateren’, verklaart directeur Maarten Asscher. Net voor Kerstmis lekt bovendien uit dat Manteau en Amber als imprints uit De Boekerij (een van de onderdelen van Meulenhoff & Co) worden losgeweekt. Manteau verzelfstandigt binnen het concern, wordt daarmee opnieuw een echte uitgeverij met eigen verantwoordelijkheden en krijgt een nieuwe directeur in de persoon van Wim Verheije. Over de toekomst van Amber is aan het einde van 1992 nog weinig duidelijk. Ambers uitgever Henk Figee heeft bij het Singel-concern (meer in het bijzonder: bij Nijgh & Van Ditmar) gesolliciteerd.
♦ Het literaire tijdschrift Bzzlletin viert de verschijning van het 200ste nummer.
♦ Bert Voeten overlijdt op 26 december op 74-jarige leeftijd. Voeten was dichter, schrijver en vertaler. In die laatste hoedanigheid, in het bijzonder als vertaler van toneelwerk van Shakespeare en Fry, verwierf hij de meeste bekendheid. In 1958 ontving hij de Martinus Nijhoffprijs voor zijn vertalingen. Voeten was gehuwd met Marga Minco.
♦ élan, de kunstbijlage van The European van 30 december, maakt de balans op van het afgelopen jaar, ook van de in Europa verschenen boeken. Omdat in dit werelddeel elk jaar meer dan 300 000 titels worden gepubliceerd en zelfs de meest doorgewinterde lezer de literaire fractie daarvan niet bijgelezen kan krijgen, verzoekt The European negen literaire redacteuren uit negen verschillende landen terug te blikken op de nationale oogst, en tevens de belangrijkste thema's en ontwikkelingen te signaleren.
John Banville (The Irish Times) ziet terug op een bijzonder rijk jaar voor de Ierse literatuur. The Butcher Boy van Patrick McCabe won de Aer Lingus Irish Literature Prize for Fiction en stond op de shortlist van de Booker Prize, terwijl Colm Tóibín met The Heather Blazing op de drempel van de shortlists voor Booker en Whitbread bleef steken.
Caj Lundgren (Svenska Dagbladet) merkt op dat schrijvers die hun bekendheid aan de media danken gedomineerd hebben: ‘Televisie-, radio- en dagbladjournalisten, zoals Jan Guillou en Herman Lindqvist, verkopen meer boeken dan welke andere schrijvende landgenoot tegenwoordig.’ En in dat beeld past volledig het succes van boeken van en over de voormalige tennisvedette Björn Borg. Willem Kuipers (de Volkskrant) maakt voor Nederland de balans op: ‘Met De ontdekking van de hemel veroverde Mulisch iedereen, vriend en vijand tegelijk.’ Voorts noemt hij onder andere De ruimte van Sokolov van Leon de Winter (‘een boek dat vakmanschap combineert met de kunst van het populaire verhalen vertellen’), Het complete werk van Frans Kellendonk en Eerst grijs dan wit dan blauw van Margriet de Moor.
Antoni Munné (El Pais) begint zijn bijdrage met de opmerking dat al die grote festiviteiten in Spanje het afgelopen jaar een flinke stoot hebben gegeven aan de literatuur van het land. Zijn lijst bevat dan ook heel wat namen, te beginnen met Javier Marías, die zich met Corazón tan blanco (Hart zo wit) heeft opgewerkt tot een van de belangrijkste hedendaagse verhalenvertellers.
Volgens Jens Jessen (Frankfurter Allgemeine) is de Duitse literatuur daarente- | |
| |
gen in een diepe crisis verzeild geraakt. Iemand als Günter Grass herhaalt zichzelf alleen nog maar. En ook de rest wil maar niet deugen. Niet voor niks, zegt hij, behoort Heinrich Bölls postuum uitgegeven Der Engel schwieg tot de beste boeken van het jaar en drijft de Duitse literaire boekenmarkt op vertalingen.
Nico Orengo (La Stampa) wijst Giorgio Bocca's Inferno, verschenen bij Mondadori en handelend over het immer meer door de mafia geregeerde zuiden van Italië, aan tot een van de belangrijkste in zijn land verschenen boeken. Verder signaleert hij uiteraard Pasolini's postuum verschenen Petroleo - een dwarsdoor-snede van de Pasolini, zoals we die ons herinneren, meent Orengo: ‘onvermoeibaar, provocerend en geobsedeerd door een perverse, erotische kijk op de werkelijkheid’.
Antoine de Gaudemar (Libération) wijst, zonder het met zoveel woorden te zeggen, op de bloedarmoede in de Franse literatuur door maar met twee Franse schrijvers op de proppen te komen: de vorig jaar overleden Hervé Guibert (van wie hij Cytomegalovirus en L'homme au chapeau rouge noemt) en de filosoof Louis Althusser (die met L'avenir dure longtemps een geruchtmakende autobiografie schreef).
Kathy O'Shaughnessy (The European) is merkwaardig genoeg weinig te spreken over de literaire oogst in het Verenigd Koninkrijk. Volgens haar worden de Engelse letteren geteisterd door een vlaag van anti-intellectualisme. Vertalingen (van werk van Jaan Kross, Gustav Meyrink en Ivo Andric) waren het beste wat 1992 opleverde, vindt ze. De beste oorspronkelijk Engelstalige boeken komen van buiten het Verenigd Koninkrijk: de verhalenbundel Under The 52nd Airborne van de Amerikaanse Deborah Eisenberg (Faber & Faber) en de omvangrijke roman A Suitable Boy van de Indische auteur Vikram Seth (Orion).
De Russische redacteur Arkady Udelsov (The Literary Gazette) houdt het op één boek: Videos van Andrei Voznesyenski (‘hebben we toch iets van belang bij te dragen aan het hedendaagse intellectuele leven’) en de Tsjechische redacteur Pavel Janacek (Lidove Noviny) geeft de twee boeken die, in zijn krant, in een lezerspoll onder Tsjechische intellectuelen werden uitgeroepen tot de beste boeken van het jaar: de memoires van Vaclav Cerny (literair historicus en tegenstander van de communistische autoriteiten), getiteld Pameti 1945-1972, en een tweedelige bloemlezing uit de dagboeken van vertaler, essayist en dichter Jan Zabrana, getiteld Cely zivot (Heel mijn leven).
♦ Jaap Goedegebuure overziet in het kerstnummer van HP/De Tijd de jaaroogst van Nederlandstalige literatuur, en hij is niet geheel tevreden. Jarenlang maakte Goedegebuure zich sterk voor meer pathos in de literatuur. En nu noemt hij het opvallend dat schrijvers ‘niet langer terugdeinzen om zich op hun woorden en de bedoelingen achter die woorden te laten aanspreken. Integendeel, als ze worden geïnterviewd komen ze er rond voor uit dat ze een boodschap hebben’. Het is ook nooit goed: ‘Eigenlijk weet ik maar al te goed wat ik heb gemist bij Marcel Möring, Monika van Paemel, Frida Vogels en Robert Vernooy, om me maar even te beperken tot de hier genoemden. Het ontbreekt hun aan humor. Dat er godlof ook nog valt te schrijven over zwaarwegende kwesties zonder dat je voortdurend met je gezicht in de plooi hoeft te zitten, wordt bewezen door Ontaarde moeders. Het is Renate Dorresteins beste roman tot nu toe, maar helaas een van die goede boeken van 1992 waarvoor ik - het mag me als een schande worden aangerekend - onvoldoende ruimte kon vrijmaken.’
| |
| |
♦ De Vlaamse auteursverenigingen besluiten na ruggespraak met de Nederlandse Vereniging van Letterkundigen om het Vlaamse subsidiesysteem zodanig onder druk te zetten dat het zich spoedig zal modelleren naar Nederlandse vorm.
Doel is gelijkschakeling van de aanvraagprocedure, en om dat te bereiken heeft de Vereniging van Auteurs en Vertalers (vav) alle leden verzocht gebruik te maken van het Nederlandse aanvraagformulier voor literaire subsidies.
|
|