| |
| |
| |
Ed van Eeden: De boeken van 1992
Uitgevers leven enkele maanden in het voren. Zij houden zich bezig met de produktie van de boeken die komen gaan, terwijl voor boekenkopers alleen de boeken tellen die er al zijn. Met het bewerken, doen zetten, corrigeren en laten drukken van een manuscript loopt een uitgeverij noodgedwongen enkele maanden op de boekhandels-actualiteit vooruit. Op die termijn liggen de schema's zo goed als vast. Het is echter moeilijker om meer dan een half jaar vooruit te kijken. Auteurs zijn wispelturig, de manuscripten zijn nog niet voorhanden, de uitgeefplannen zijn nog niet rond: er is kortom weinig zekerheid te geven. Alleen al om die reden zijn in het hierna volgende overzicht, dat een keuze bevat uit de voor 1992 te verwachten boeken bij de belangrijkste uitgevers van Nederlandstalige boeken, de titels uit het voorjaar in verhouding oververtegenwoordigd.
| |
Nederlandse literatuur
Om bijgezet te kunnen worden bij de klassieken in een taalgebied dient een auteur, al dan niet postuum, te kunnen bogen op een uitgave van zijn verzamelde werken. In 1992 gaan verschillende van dergelijke reeksen verder: de Volledige Werken van Multatuli worden uitgebreid met deel xxii (Van Oorschot, voorjaar) en xxiii (najaar), en er komen uiteraard weer zes delen in de zilveren Couperus-reeks (Veen). Bovendien start Amber met de uitgave van het Verzameld werk van Godfried Bomans; tegelijk met deel 1 en 2 verschijnt in september de correspondentie tussen Bomans en Harry Prenen, onder de titel De Rijnlandsche Academie. De Verzamelde gedichten van Chr.J. van Geel komen in één deel dundruk bij Van Oorschot (najaar), evenals de Verzamelde gedichten van Adriaan Morriën (voorjaar), terwijl Jac. van Hattums werk bij dezelfde uitgever in twee banden uitkomt: de Verzamelde gedichten (voorjaar) en het Verzameld proza (najaar).
Analoog aan de reeks ‘The Portable ...’ van Viking begint Prometheus met een Nederlandse ‘draagbaar’-serie. In februari verschijnt De draagbare Ter Braak, en daar moet nog in hetzelfde jaar De draagbare Spinoza op volgen. Voor het eerst in 150 jaar zal er in het voorjaar weer een complete uitgave van de Lyrische poëzie van P.C. Hooft leverbaar zijn (Athenaeum), compleet met een los deel dat het filologische apparaat bevat. Nijgh & Van Ditmar bouwt verder aan een volledig en geannoteerd Slauerhoff- oeuvre, dit voorjaar met Alleen de havens zijn ons trouw, een complete uitgave van de reisbeschrijvingen (tot nog toe slechts in een incomplete versie verkrijgbaar). Nu verschijnen ze echter nog in de lente met het keurmerk van editeur K. Lekkerkerker.
| |
| |
Terwijl de subsidiestroom in nieuwe kanalen wordt geleid, maken verschillende uitgeverijen zich op om reeksen Nederlandse Klassiekers op te zetten. In het voorjaar van 1990 haalde Prometheus de kranten vanwege het voornemen een betaalbare serie paperbacks te starten met in modern taalgebruik overgebrachte klassieke boeken uit de Nederlandse letteren.
Sinds kort heeft ook Athenaeum vergelijkbare plannen: nog vóór 1993 moet een begin gemaakt zijn met een serie Athenaeum Nederlandse Klassieken, waarin Staring, Poot, Emants, Kloos en Du Perron in ieder geval vertegenwoordigd zijn. En dan is er nog Arena, dat eind 1992 wil beginnen met het opzetten van een Nederlandse Pléiade-reeks, die zich qua uitvoering moet kunnen meten met het beroemde Franse dundrukvoorbeeld van uitgeverij Gallimard. De bedoeling is dat er van deze prachtbanden vier per jaar uitkomen, waaronder steeds minstens één uitgave van een Nederlandse auteur.
Het thema van de Boekenweek 1992 is ‘Het prachtig rijk van Insulinde’. Een groot aantal uitgevers speelt in op de te verwachten golf van belangstelling voor het voormalige Nederlands-Indië, en het resultaat is een vloed van ‘Indische’ titels vóór en in de maand maart. A. Alberts is de schrijver van het aan het centrale thema gebonden Boekenweek-essay. (De schrijver van het Boekenweekgeschenk, ditmaal A.F.Th. van der Heijden, is voor de in opdracht te vervaardigen novelle vanzelfsprekend vrij in zijn onderwerpkeuze.) Tegelijkertijd publiceert Alberts eigen uitgever (Van Oorschot) een keuze uit het werk van de inmiddels tachtigjarige auteur, onder de titel Libretto voor een gewezen koningin.
En dan zijn er natuurlijk de Indische bloemlezingen. Peter van Zonneveld stelt voor Kwadraat een thematische poëziebundeling samen, waarin onder meer nog ongepubliceerde voc-gedichten zullen worden opgenomen. Robert-Henk Zuidinga verzamelt voor Veen Insulinde; verhalen uit de Gordel van Smaragd, en John Muller verzorgt voor Nijgh & Van Ditmar de pocket Tropenkoorts, allebei met een keur van Indisch-Indonesische verhalen ‘door de ogen van de beste schrijvers’.
Het debuut van Kester Freriks, Grand Hotel Lembang was een afrekening met zijn Indische jeugd. Meulenhoff brengt voor de Boekenweek een pocketeditie uit van dit boek, evenals van Jan Wolkers' De kus en Nathan Sid van Adriaan van Dis. Bovendien heeft Freriks voor diezelfde periode een ‘grote meeslepende liefdesroman met duidelijk Indische thematiek’ aangekondigd, die minder autobiografisch is dan zijn debuut. Tezelfdertijd verschijnen de roman Liefste, mijn liefste van publicist Ivan Wolffers (Contact), de Javaanse brieven van Kees Ruys (Van Oorschot), de verha- | |
| |
lenbundel Insulinde van Bouke Jagt (De Prom), en een geheel herziene versie van Graa Boomsma's debuut De idioot van de geschiedenis, dat nu Verdwaalde tyfoon gaat heten (Prometheus). Van Jacob Vredenbregt komt de roman De staatsgreep uit, met observaties over de communistische staatsgreep van september 1965 in Indonesië (Nijgh & Van Ditmar).
Graa Boomsma
wout jan balhuizen
Querido pakt uit met een gericht ‘Indisch’ programma. Allereerst is er het Verzameld werk van Vincent Mahieu, een van de schrijversnamen van Jan Boon, die als Tjalie Robinson meer bekendheid geniet. Met ‘Sinjo Robbie’ Het kind dat ik was publiceert Rob Nieuwenhuys zijn jeugdherinneringen. In maart is er bovendien een speciale aanbiedingsactie rond zijn drie nostalgische fotoboeken Tempo doeloe - een verzonken wereld; fotografische documenten uit het oude Indië 1870-1920, met de deeltitels Komen en blijven, Baren en oudgasten en Met vreemde ogen. Een belangrijke literaire gebeurtenis is ook de verschijning van Hella Haasses Heren van de thee; roman over Indië. En zelfs de Salamander-pockets van deze lente (Couperus, Daum, Dermoût, Haasse, Mahieu, Multatuli en Nieuwenhuys) zijn Indisch, en heten ditmaal dan ook ‘Kadal-kadal’, Indonesisch voor ‘salamanders’.
Het hele jaar door zijn debuten nieuws. De Bezige Bij brengt Henk van Setten, die in Messerschmidt zijn fascinatie voor driewielige automobielen verwoordt (voorjaar). Bij Meulenhoff debuteert dichter K. Michel nu ook als prozaïst, met Tingeling & Totus, een ‘verzameling schetsen en verhalen rond twee personages’ (voorjaar). Jeugdboekenauteur Karel Eykman heeft bij De Harmonie voor het najaar een nog ongetitelde ‘novelle voor volwassenen’ aangekondigd. Veen publiceert in de lente Taco Meeuwsens debuut De parelduiker, en in dezelfde tijd komt bij Houtekiet Ivo Dekonings eersteling Eeuwig verhuizen uit. Elvis Peeters schreef eerder toneelwerk, en bundelt nu twee theaterteksten en een kort verhaal als literair debuut: De gehavende (Kritak, voorjaar). Nijgh & Van Ditmar heeft in het voorjaar twee debutanten: de schilder Henk van Woerden treedt met zijn, naar verluidt, ‘Kellendonkiaanse stijl’ de letteren binnen, en Ronald Giphart levert een ‘schijnbaar vrolijk literair debuut, met een schrijnende ontknoping’. Beide boeken moeten het nog zonder titel doen. Ook Contact kent twee lentedebuten: De roeping van het vlees, door Willem Melchior, waarvan al eerder erotische fragmenten verschenen in Optima; en Hij houdt van haar of iets in die richting van zanger/acteur/cabaretier Haye van der Heyden.
| |
| |
Hoewel nieuwe dichtbundels doorgaans pas kort van tevoren worden aangekondigd, is al wel een vooruitblik te geven op een deel van de Nederlandse poëtische oogst in 1992. De Arbeiderspers levert in het voorjaar twee emotierijke bloemlezingen: De razernij der liefde, een bloemlezing door Hans van Straten uit de erotische poëzie tot de achttiende eeuw; en Met de hand; bevredigende gedichten, een invoering in de eenzame wereld van de masturbatoire poëzie, door Rob Schouten.
Als hommage aan de Vlaamse dichter Eddy van Vliet, die vijftig wordt, komt het Gentse Poëziecentrum met een aan hem gewijd deeltje Dichters van nu; eerder verschenen in die serie boekjes van en over Hugo Claus en Paul Snoek.
In de Boekenweek brengt De Bezige Bij een uitgave van de Verzamelde gedichten van de in 1990 overleden Hans Faverey. Een keuze uit het dichtwerk van Hans Warren verschijnt in januari bij Bert Bakker onder de titel Nakijken, dromen, derven, met een voorwoord van Gerrit Komrij. Hugo Brems verzorgt voor Manteau in het voorjaar een bloemlezing uit de gedichten van de jong gestorven Jotie 't Hooft.
In de loop van het jaar komen bij De Harmonie nieuwe bundels uit van Elma van Haren, Elly de Waard en Jacob Groot; alle nog zonder titel of exacte verschijningsdatum. Hetzelfde geldt voor de nieuwe bundel van Guillaume van de Graft, die De Prom op het programma heeft staan. Prometheus kondigt nieuwe poëzie van Gerrie van der Linden aan en heeft in januari Waar niemand wegen waande, van Emma Crebolder. Bij Manteau publiceert Joris Denoo Voltooid verwarmde tijd (voorjaar), waaruit eerder gedichten verschenen in Maatstaf; rond dezelfde tijd komt bij diezelfde uitgever bovendien Hedwig Speliers Beletage uit. Bert Bakker verwacht veel van De gedichten van nu en vroeger (januari), van de volgens deze uitgeverij zeer onderschatte dichter J.W. Oerlemans. Sjoerd Kuyper veranderde van uitgever en laat zijn rond de zomer verwachte nieuwe bundel nu verschijnen bij Veen. Hester Knibbe debuteert bij De Prom (februari) met haar dichtbundel Synthetisch bericht.
De Harmonie viert in 1992 het feit dat het al twintig jaar lang een onafhankelijke uitgeverij is. Een onderdeel van de feestelijkheden is dat zoveel mogelijk auteurs die twee decennia geleden de oprichting van het fonds meemaakten, nu ook een boek publiceren. Naast de hierboven al aangekondigde titels van Harmonie-auteurs levert dit op: een nieuwe roman van Dirk Ayelt Kooiman (najaar); nieuw werk van Kees van Kooten en Wim de Bie (najaar); een nieuw boek van Freek de Jonge (najaar); nieuwe albums
| |
| |
van de ‘literaire’ striptekenaars Kamagurka en Joost Swarte; een nieuwe Agnes van Peter van Straaten; nieuwe verhalen van Jan Donkers; en Broodje aap met van Ethel Portnoy, het vervolg op haar verzameling ‘rondzingende verhalen’ Broodje aap. Daarnaast publiceert Maria Heiden (Een gebakken pakje) deze lente haar tweede boek.
In april komt er een nieuwe roman van J. Bernlef (Querido), getiteld De witte stad. Bij dezelfde uitgeverij wordt nieuw werk verwacht van Willem Brakman, Helga Ruebsamen en K. Schippers. De grachtengordel van Geerten Meijsing (Arbeiderspers, voorjaar) kan rekenen op een stormachtige ontvangst, want deze sleutelroman gaat over ‘het literaire leven in Nederland, en inzonderheid Amsterdam’. Maarten 't Hart bundelt artikelen en polemieken onder de titel Ketelmuziek (Arbeiderspers, voorjaar). En van Gerard Reve komen dit jaar niet alleen de ‘gewone’ herdrukken bij verschillende uitgevers, maar ook een zeer uitgebreide versie van Een eigen huis, waarin een ‘definitieve selectie’ wordt opgenomen van de eerdere Reviana-bundelingen Een eigen huis, Schoon schip en Archief Reve (Veen, voorjaar).
Harry Mulisch (De Bezige Bij) is al enige tijd bezig met een groot boek, dat 800 bladzijden gaat bevatten en zijn magnum opus zou zijn. Over de verschijning ervan is evenmin iets bekend als over de nieuwe roman waarover Kees van Kooten (De Bezige Bij) al enige tijd geheimzinnig doet. Van de zeventigjarige Hermans is eveneens nieuw werk bij de Bij te verwachten, en Gerard Reve is voor uitgeverij Veen al langere tijd bezig met een nieuwe titel, waarover ook al niets definitiefs te zeggen is.
Contact opent het jaar sterk met Renate Dorresteins nieuwste roman Ontaarde moeders (januari). De Arbeiderspers heeft voor de (late) lente een nieuwe roman van Ton Anbeek, een bundel essays van de van Houtekiet overgekomen Herman de Coninck, een verhalenbundel van Kristien Hemmerechts, en de nieuwe roman Een warme man voor de winter van Mischa de Vreede op het programma staan. Bert Bakker publiceert in januari Landgenoten, van de in 1991 overleden Marcus Heeresma. De Jupiter verscheen in HP/De Tijd als feuilleton. Het zou geschreven zijn door de als ‘befaamd’ aangekondigde Nel Borst; De Bezige Bij publiceert het in het voorjaar onder Henk Hoflands eigen naam. Ook bij de Bij in het voorjaar: De slakkelijn van de revolutie, het tweede deel van M.M. Schoenmakers' romantrilogie Stroomafwaarts en stroomopwaarts; Altijd zomer, altijd zondag, opnieuw een solo-boek van Martin Bril; en De jacht op Proteus, een nieuwe verzameling essays van filosoof/essayist/vertaler Piet Meeuse.
Volgens Gerrit Komrij wordt een debutant afgezet tegen de gehele wereldliteratuur, terwijl een tweede boek van een schrijver
| |
| |
slechts wordt vergeleken met diens debuut. Het verschil is voor Marcel Möring niet zo groot als voor vele anderen: zijn meer dan indrukwekkende debuut Mendels erfenis werd in 1991 bekroond met de Geertjan Lubberhuizen-prijs. Op grond van een voorpublikatie in Esquire zijn de verwachtingen voor zijn tweede roman, Het grote verlangen, hoog gespannen (Meulenhoff, januari). Meulenhoff brengt bovendien de nieuwe roman van Monika van Paemel: De eerste steen (februari), zes jaar na haar succesboek De vermaledijde vaders.OokWiLLEM-Jan Otten heeft een nieuwe roman, De wijde blik; het boek verschijnt in het voorjaar bij Van Oorschot, waar ook Marko Fondses bespiegelingen over de vertaalpraktijk uitkomen, onder de titel Krullen uit de werkplaats. De Prom voert nieuwe titels van Jan de Hartog (Witte zwanen, zwarte zwanen, maart) en Max Dendermonde.
Freek de Jonge
henk koster
J. Bernlef
bert nienhuis
Bas Heijne
marco swering
Er is eindelijk duidelijkheid over Suez van Bas Heijne: na lang touwtrekken tussen zijn oude (Bert Bakker) en zijn nieuwe uitgever (Prometheus), kan Heijnes boek in januari verschijnen bij Prometheus. Diezelfde uitgever heeft ook twee andere ex-Bert Bakker-auteurs met nieuwe boeken: Herman Brusselmans (Ex-minaar, voorjaar) en Tom Lanoye (Café Zeezicht, voorjaar). Bij Querido brengt Kees Verheul Villa Bermond uit, het eerste deel van zijn vijfluik over de families Toetsjev en Verheul. Bob van Laerhoven gaat in Cadavre exquis (Dedalus, februari) voor het eerst uitvoerig in op zijn jeugd in Vlaanderen, en heeft daarmee de exotische oorden uit zijn eerdere romans verlaten.
Kritak/Meulenhoff verwacht in 1992 nieuw werk te kunnen brengen van zowel Patricia de Martelaere als Brigitte Raskin. Allebei deze boeken zullen in het najaar verschijnen, en alleen de titel van Raskins nieuwe reportageroman is bekend: De man van staal. Ook Gilbert Grauws, die in 1988 de belangrijkste Vlaamse literaire onderscheiding, de ncr-prijs, én de Debuutprijs kreeg voor zijn verhalenbundel De papegaaieschommel, zal in het voorjaar met een nieuwe, vooralsnog ongetitelde roman komen (Kri- | |
| |
tak). Ward Ruyslinck en Monika Lo Cascio publiceren bij Manteau De speeltuin, een liefdesroman in briefvorm (februari), en bij dezelfde uitgever komt de verhalenbundel Weg van Bruggen uit (zomer), geschreven door Bert Vanheste, die eerder debuteerde bij Meulenhoff. Gie Bogaert werd in 1990 genomineerd voor de ncr-prijs, en is in januari terug met de roman Keizer Doede (Kritak), over een wat vreemde dorpsjongen die als zondebok dient. Dedalus kondigt voor de maand mei nieuw werk aan van Luc Boudens, een verhalenbundel die aan zou sluiten bij zijn debuut Vrijdag visdag.
Vermeldenswaard is dat Xandra Schutte en Truusje van de Kamp in april aan actuele literatuurgeschiedschrijving doen met de publikatie van Eenmaal met woorden besmet; bloemlezing uit de Nederlandse literatuur van 1970 tot nu. De uitgever is Prometheus, die ook nieuw werk op stapel heeft staan van Lydia Rood (Buslucht, februari), Vera Illés (Een kind van een andere tijd, februari) en Henk Pröpper (voorjaar). Na haar succesvolle debuut Voor bijna alles bang geweest publiceert Lisette Lewin een tweede grote roman, Een hart van prikkeldraad, bij Nijgh & Van Ditmar (voorjaar). Bij Athenaeum verschijnt aan het begin van het jaar na enige vertraging Fremdkörper, het tweede boek van Oscar van de Boogaard, terwijl De Bezige Bij tot het voorjaar moet wachten op Marja Brouwers' essaybundel Verzonken goden. Een andere al lange tijd aangekondigde roman is Paul Koecks Waterproef; de 500 bladzijden dikke, spannende kroniek van Zeeuws-Vlaanderen heeft de Bij nu echter voor het voorjaar aangekondigd.
| |
Vertaalde literatuur
Ook op het gebied van de vertaalde literatuur verschijnen in 1992 verschillende klassiekers. Zo geeft Ambo, bij de completering van het Verzameld werk van Tacitus, een vertaling uit van de Tacitus-biografie van dé Franse autoriteit op het gebied van de klassieke geschiedenis: Pierre Grimal (voorjaar). Ook bij Ambo komt in de lente de volledige vertaling uit (600 bladzijden) van De joodse oorlog, van Flavius Josephus, een boek waar in het Nederlands nog slechts negentiende-eeuwse versies van waren.
Wat moderner zijn de memoires van Giacomo Casanova, die Athenaeum in het najaar van 1991 begon te publiceren onder de titel De school van het leven. Casanova's memoires kwamen pas in 1960 volledig uit het Brockhaus-archief naar boven en zijn niet minder dan een literair evenement. Vertaler Theo Kars bloemleesde al eens één bandje privé-domein uit Casanova's nalatenschap, maar zal nu een editie van in totaal twaalf delen verzorgen uit de herinneringen van de achttiende-eeuwse rokkenjager en erudiet. Deel 2 en 3 zijn voor 1992.
Van nog recenter datum zijn de vertaalde dichterlijke klassiekers. Prometheus publiceert in het voorjaar een keuze uit het werk van Marina Tsve- | |
| |
tajeva, die met Anna Achmatova, Boris Pasternak en Osip Mandelsjtam de internationaal geadoreerde, maar in het eigen Rusland vervolgde groep der Akmeïsten vormde. De Geus brengt rond dezelfde tijd Mensenlandschappen, een 600 bladzijden dikke bloemlezing uit het werk van de in ballingschap gestorven Turkse dichter Nazim Hikmet, die volgens Pablo Neruda de ‘grootste dichter aller tijden’ was. Athenaeum komt in de lente met een uitvoering in één band van het werk van de Griekse dichter Kaváfis, vanzelfsprekend in de vertaling van Blanken. Van de gedichten van Tomas Tranströmer bracht J. Bernlef eerder vertalingen uit bij de bibliofiele uitgeverij Marsyas. De uitgave van Tranströmers Verzameld werk verschijnt nu echter bij De Bezige Bij (voorjaar); naar het zich laat aanzien, zal deze uitgave compleet blijven, want de Zweedse dichter werd afgelopen jaar getroffen door een hersenbloeding en is sindsdien zwaar ziek.
Gyorgy Konrád
lieve blancquaert
Een greep uit het overvloedige aanbod aan vertaalde boeken moet in ieder geval Melinda en Dragoman bevatten, György Konràds vervolg op zijn roman ‘hors catégorie’ Tuinfeest (Van Gennep, najaar). In dezelfde orde van grootte valt Kinderleed, het eerste deel van de autobiografische trilogie van de in 1990 te Parijs overleden Joegoslavische schrijver Danilo Kiš (De Bezige Bij, april), en Het dromenpaleis van de in ballingschap levende Albaniër Ismail Kadare (Van Gennep, mei). Huwelijksleven, van David Vogel (Meulenhoff, januari), is een heuse literaire ontdekking: de Oostenrijker Vogel schreef in het Hebreeuws, en zijn in 1929-1930 te Tel Aviv uitgekomen boek bleef lang onopgemerkt. Vogel zelf stierf in Auschwitz, maar zijn vuistdikke roman over een wreed huwelijksongeluk overleefde de oorlog, begraven in de moestuin van zijn hospita. Huwelijksleven vindt nu langzaam aan de status die het verdient: die van interbellum-klassieker.
Dagboek in Aires is het achtste en laatste deel van de serie waarin De Arbeiderspers het werk van de negentiende-eeuwse, maar zeer moderne Braziliaanse schrijver Joaquim Machado de Assis uitgeeft (voorjaar). De informatierijke nawoorden van August Willemsen zijn net zo subliem als zijn vertalingen. Mario Praz' Huis van het leven (Agon, april) is volgens veel critici het beste boek van deze eminente wetenschapper en schrijver. De geleerde maakt een 500 bladzijden lange wandeling door de kamers van zijn palazzo in Rome, en vertelt aan de hand van de voorwerpen en prenten die hij tegenkomt het verhaal van zijn eigen leven. Vox, van Nicholson Baker, heet ‘de meest erotische en provocerende roman van de laatste vijftig jaar’ te zijn; dit opzienbarende staaltje marathon-telefoonseks verschijnt in de lente
| |
| |
bij Amber. Hoewel Ian McEwan zijn nieuweling Black Dogs pas in de herfst van 1991 inlevert bij zijn Engelse uitgever, komt De Harmonie al in de zomer van 1992 met de vertaling uit.
In diezelfde maand start Meulenhoff een ‘low profile’-actie rond het werk van de dan vijf jaar overleden Primo Levi: van hem verschijnt dan de omnibus Is dit de mens en ook Respijt, respectievelijk Levi's literaire afdaling in de onderwereld en zijn odyssee. Voor 1993 is een uitgave in voorbereiding van een bundel met alle verspreid verschenen verhalen en essays van de schrijver; de werktitel daarvan is De onbekende Levi.
In het najaar starten Athenaeum en Van Oorschot een samenwerkingsverband onder de naam Ten Bosch/Van Oorschot. Onder redactie van romanist Maarten van Buuren zullen in dat kader vertalingen uit het Frans worden gepubliceerd. De eerste oogst bevat werk van de Comtesse de la Fayette (De prinses van Kleef), Emile Zola (Germinal) en Nobelprijswinnaar Claude Simon (l'Herbe). Het voorjaar brengt de eerste titels in de nieuw op te zetten Portugese Bibliotheek van De Prom, waarin werk verschijnt van onder meer Cardoso Peres (Dolfijn, mei), Lidia Jorge (De dag der wonderen, april), Miguel Torga (Verhalen van Motanha, september), en ook het klassieke meesterwerk van Mendes Pinto, Pelgrimsreis (maart).
David Grossmann
maartje geels
Onder de voorlopige titel Ik behoor tot die hufters die hun ziel nooit verkopen kondigt Van Oorschot een nieuw boek aan van Venedict Jerofejev, waarin een toneelstuk, een essay, een collage en een interview zijn opgenomen (voorjaar). Het najaar brengt een nieuwe David Grossmann, Het boek van de innerlijke grammatica (Veen), en een nieuwe Benoïte (Zout op mijn huid) Groult, al weet uitgeverij Arena nog niet welke van de twaalf titels van vóór het succes van de schrijfster gekozen gaat worden. Het rauwe en filosofische Cyrus, Cyrus van de Indiër Adam Zameenzad (Van Gennep, mei) lijkt een belangrijk boek te worden, en hetzelfde geldt voor Het boek der herinneringen (Van Gennep, najaar), de lijvige psychologische roman waaraan de Hongaar Péter Nádas elf jaar werkte. Gewaagde vertalingen zijn het 800 bladzijden dikke Verhalen op een bijna klassieke wijze verteld van Harold Brodkey (Amber, voorjaar) en de 1100 pagina's tellende Nederlandse versie van Norman Mailers nieuwste roman, Harlot's Ghost (Agathon, najaar).
In ap's privé-domein verschijnen in de loop van 1992 brieven van Flaubert aan George Sand, van Franz Kafka aan Max Brod, en van Schopenhauer. Mieke Vestdijk-Van der Hoeven bezorgt samen met
| |
| |
Pijper-kenner Arthur van Dijk de briefwisseling tussen S. Vestdijk en componist Willem Pijper over diens opera Merlyn, waarvoor Vestdijk het libretto schreef. Bij dezelfde uitgeverij komt Kees Snoeks biografie van E. du Perron uit (najaar).
In samenwerking met Toneelgroep Amsterdam, die Orgia zal gaan opvoeren, en het Nederlands Filmmuseum, dat een ‘pasolini-retrospective’ op het programma heeft staan, plant Meulenhoff voor de maand april een groot ‘Pasolini-festival’. Tegelijk met de vertaling van de monumentale biografie Pasolini-requiem van Barth David Schwartz (700 bladzijden) brengt de uitgeverij namelijk De jongens van het leven en een aan het scabreuze taalgebruik aangepaste hervertaling van Het heftige leven van de omstreden schrijver/regisseur. Op hetzelfde moment zal in Italië alsnog Petrolio verschijnen, de fameuze onafgemaakte roman waaraan Pasolini werkte in de laatste maanden van zijn leven, toen hij De 120 dagen van Sodom verfilmde.
Meulenhoff meldt dat zowel Garcia Marquez als Vojnovitsj aan hun autobiografie werken, en bij Athenaeum verschijnt in het najaar een biografie van Marguérite Yourcenar. Kwadraat, de uitgever van de Literaire Agenda, brengt monografieën over de gezusters Brontë, over Boeddha, over Bomans en over Céline. In open domein komt de Heijermans-biografie van Hans Goedkoop uit (Arbeiderspers, voorjaar), en De Prom publiceert het tweede deel van Pauverts standaardwerk over Sade.
De Roosevelt-biografie van Alfons Lammers (Balans, voorjaar) belooft spraakmakend te worden, en hetzelfde geldt voor het portret dat Jeroen Terlingen en Henk Roskamp maken van olie-minister en voormalig consul van Koeweit Rabbani (Wereldvenster, najaar). Contact voert het tweede deel van De levens van de grootste schilders, beeldhouwers en architecten, geschreven door ‘de vader van de kunstgeschiedenis’, Giorgi Vasari (januari), en vult bovendien de reeks muziekbiografietjes aan met boekjes over J.S. Bach, Rossini, Chopin en Sjostakovitsj. Aansluitend op de brt-serie over Vlaamse schilders komt het Davidsfonds met werkjes over Van Eyck, Breughel en Rubens, terwijl De Prom een biografie over Vermeer heeft (mei). Condorcets biografie, geschreven door Elisabeth en Robert Badinter, verschijnt (voorjaar).
Ook een groot aantal reisboeken houdt verband met de hiervoor genoemde thema's. In de serie Cultuurreisgidsen van Agon vallen de voorjaarstitels over Barcelona en Catalonië op, en ap bundelt in de lente alle grotere stukken van Cees Nooteboom over Spanje. Daarnaast brengt Balans Literaire Stedengidsen over New York, Londen, Rome en Parijs, terwijl Amsterdam in voor- | |
| |
bereiding is. En mocht dat te ver voeren, dan heeft Aramith nog vóór de zomer Willem Pijffers' Sappige verhalen; reisgids voor de thuisblijver.
1992 is het jaar van de Columbus-herdenkingen. In De Zwarte Renaissance van Chris van der Heijden (Contact, voorjaar) staat daarom het Granada uit 1492 centraal. De Zuidamerikaanse ontdekkingen zijn het onderwerp van Molukken, de roman van Napoleon Baccino Ponce de Léon (Arena, voorjaar), en in januari begint Meulenhoff een grote Latijnsamerikaanse actie met tal van boeken uit de Nieuwe Wereld.
Naast de Columbusgolf krijgt Spanje bovendien nog te maken met de Olympische Spelen in Barcelona. Vanzelfsprekend heeft Meulenhoff dan ook een Spanje-actie voor het late voorjaar gepland. Bovendien verschijnt rond die tijd Barcelona van kunstbeschouwer Robert Hughes, een epos over de cultuur, literatuur, architectuur en geschiedenis van deze stad (Balans).
Van een heel ander kaliber is de vertaling van Power, Drugs and Money; de auteurs Andrew Jennings en Vyv Simsom hebben weinig onbeproefd gelaten om de sportieve mythe van de Spelen te ontkrachten (Wereldvenster, voorjaar).
Natuurlijk heeft Contact weer een zomerbundel met vertaalde verhalen voorop reis, samengesteld door Hannemieke Stamperius. De Bezige Bij maakt in diezelfde periode een boek van Gerard vanWesterloo's Vrij Nederland-stukken over een wandeltocht door Nederland: Voetreiziger. Manteau heeft niet alleen Op avontuur met Jef Geeraerts (januari), maar begint ook een reeks Reizen van toen, met historische reisboeken van eerst Cyriel Buysse (Met de automobiel door Frankrijk, januari) en later ook Stijn Streuvels (voorjaar). De Engelsman James Hamilton-Patterson is een van de groten onder de reisschrijvers; Bridges brengt in het voorjaar de vertaling van zijn Playing with Water. En Lannoo heeft plannen voor een serie Grensgangers, over mensen die avontuurlijk reizen: de eerste reeks bevat titels over een groep vrouwen die de Chinese Muur bewandelde, over een Artsen-zonder-grenzen-arts in Afrika, en over een tv-expeditie naar de Himalaya (voorjaar).
Een overzicht van het indrukwekkende aanbod aan kinder- en jeugdboeken kan alleen maar onvolledig zijn. Een handvol titels moet daarom in deze opsomming volstaan. Groot nieuws is natuurlijk de nieuwe Cynthia Voigt, David en Jonathan, die Querido in het voorjaar heeft. Bij Van Goor verschijnt in februari een vertaling van David Grossmanns spannende jeugdroman over de verschillende manieren waarop een 74-jarige man en een 12-jarige jongen dezelfde Israëlische werkelijkheid ondergaan. En Van Hol- | |
| |
kema & Warendorf komt met een nieuwe Klaus Kordon, Met de rug tegen de muur, over een communistisch jongetje in een Berlijnse fabriek, die in de jaren dertig de opkomst van de nazi's meemaakt. Voor het eerst in zestig jaar worden de Sprookjes van Andersen hervertaald: Lemniscaat brengt in september een geheel vernieuwde uitgave, die door een tiental eigentijdse illustratoren is verluchtigd.
Kluitman is bezig met de ontwikkeling van een serie prentenboeken van de populaire Engelsman Nick Butterworth, en voor dezelfde (jonge) leeftijdsgroep brengt Leopold De kikker en de kou van Max Velthuijs, waarin de kikker uit de titel het te kwaad heeft met de winter. Van Goor komt met nieuw werk van Henk Figee (Wonderkind, mei) en Wim de Weert (Het meisje, de valk en de graaf, najaar), Van Holkema & Warendorf kondigt nieuwe titels aan van Imme Dros (Roosje moet van alles, zomer) en Dolf Verroen (zomer), Lemniscaat zet hoog in op Judith, de nieuwe roman van Anke de Vries (februari), en bij Ploegsma verschijnen in het voorjaar twee titels van Thea Dubelaar: Alleen gekken blijven en Wil je mijn vriendje zijn?.
Max Velthuijs
ad van son
Aan de andere kant van de deur (Leopold, voorjaar) is het boek waar de fans van Tonke Dragt al enige tijd op wachten, en journalist Wouter Klootwijk publiceert met De oom van Adri (Leopold, voorjaar) in korte tijd zijn derde jeugdtitel. Infodok probeert met De uil of de adelaar? verhalen uit de Griekse en Romeinse oudheid weer populair te maken onder de jonge middelbare schooljeugd. En Hugo (Verre zwijnestreken) Matthysen (Dedalus) schrijft in opdracht van de Vlaamse Boekverkopersbond het Jeugdboekenweekgeschenk voor het voorjaar van 1992; de werktitel luidt Soep (een toespeling op ‘Soap’), en het gaat over generatieconflicten.
In de categorie ‘non-fictie voor de jeugd’ kondigt Van Goor een Kinderencyclopedie in tien delen aan, geënt op de bekende Engelse Kingfisher-uitgave. Ploegsma heeft niet alleen De kleine plantengids, met bloemen en planten die in Nederland voorkomen, maar ook Valery Wyatts Weerboek, dat vertaald is onder supervisie van het knmi, en kinderen vanaf acht jaar vertrouwd maakt met proefjes waardoor damp en zelfs regenbogen ontstaan.
Rest nog de non-fictie die de literair geïnteresseerde lezer zich niet mag laten ontgaan. Hét naslagwerk over de moderne vaderlandse geschiedenis belooft de lijvige Geschiedenis van Nederland in de twintigste eeuw van de Leidse
| |
| |
hoogleraar Woltjer te worden (Balans, voorjaar). In De man die faalde (Nijgh & Van Ditmar, voorjaar) brengt Gijs Schreuders drie generaties links Nederland in kaart. Het hart van de wereld (Amber, juni), van de gewezen popjournalist Nick Cohn, vertelt de geschiedenis van de Amerikaanse emigratie, verbeeld als wandeling langs Broadway, de enige kronkelende straat in New York. En in Lief dier (Contact, najaar) denkt Midas Dekkers publiekelijk na over bestialiteit, perversiteiten met dieren, en de liefde tussen mens en dier: waarom vinden mensen het bijvoorbeeld niet erg om door een hond te worden gelikt?
Gijs Schreuders
johan de boer
Modespecialiste Karin Schacknat bekijkt in De kleren van de man kritisch de garderobe van de moderne man en trekt pijnlijke conclusies (Prometheus, voorjaar). Bij dezelfde uitgever verschijnt in maart een nieuwe Deborah Tannen, Dat bedoelde ik niet; hoe taal relaties maakt of breekt, en later in het jaar Seksuele maskers; kunst en decadentie van Nefertite tot Emily Dickinson, Camille Paglia's op man-vrouwverhoudingen gebaseerde cultuurgeschiedenis. Meulenhoff brengt in januari Overgang; over vrouwen en ouder worden, het nieuwe grote boek van Germaine Greer, dat ditmaal de menopauze behandelt. Agon gaat verder met de publikatie in delen van de Geschiedenis van de vrouw, onder redactie van Duby en péron. In het meer populaire genre heeft Ambo Laat die mannen toch met rust, van de ex-feministes Cheryl Benard en Edith Schlaffer, die erin berusten dat aan het verschijnsel man niet bar veel te verhelpen valt.
Beschouwende (hand)boeken over taal en gewoonten zijn er in alle soorten en maten. Liesbeth Koenen maakt een standaardwerk over de taal van doven in Nederland: Gebarentaal (Nijgh & Van Ditmar, voorjaar). Marc de Coster stelde voor Bert Bakker een Woordenboek van jargon en slang samen (februari), terwijl de classicus Verhegen voor Contact een inventarisatie maakte van Latijn in het Nederlands (voorjaar). De taalbeheersers Frans van Eemeren en Rob Grootendorst geven met Dat heeft u mij niet horen zeggen... een overzicht van de meest voorkomende drogredenen in de Nederlandse taal (Veen).
En natuurlijk verschijnt er ook in 1992 een Mekka (Nijgh & Van Ditmar/ Dedalus, najaar).
|
|