Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 36
(2013)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 138]
| |
Toneelgezelschappen tijdens de vredesonderhandelingen in Utrecht
| |
[pagina 139]
| |
beschreven. De tent werd 138 Rijnlandse voeten lang en 38 Rijnlandse voeten breed en had een pannendak (geen zeildoek, zoals ook wel voorkwam). De tent moest binnen vijf weken (dus 1 maart 1712) klaar zijn en kostte totaal 3.560 gulden. Maar pas eind maart kon hij erin gaan spelen. De voorstellingen liepen voor Deschalier minder voorspoedig dan hij verwachtte. Op 23 mei 1712 stemde de Vroedschap in met een verlaging van de bijdrage, van twintig gulden naar tien gulden per voorstelling ‘vermits de Slegte ontfangst en toeloop van menschen tot de Fransche Opera en Commedie’.Ga naar eind6 Uiteindelijk ontving de Aalmoezenierskamer in 1712 een bedrag van totaal 4.470 guldens van beide gezelschappen samen.Ga naar eind7 Een derde kandidaat die ook graag die zomer naar Utrecht was gekomen, was de Amsterdamse weduwe Elisabeth van Gevel-Danschrader. Zij en haar man Hendrik van Gevel († 1710) reisden sinds het begin van de achttiende eeuw met een koorddanserstroep de kermissen af. Begin 1712 liet ze de vroedschap weten dat ze ‘ter ocasie van de vrede alhier gaarne eenige seer curieuse exercities van springen, voltigeren en coordedansen zoude vertoonen’ en vroeg toestemming om dit zes maanden lang te mogen doen.Ga naar eind8 Zij was zich er terdege van bewust dat er nog twee grote attracties waren en stelde zich bescheiden op: haar voorstellingen zouden eindigen vóórdat die van de anderen startten. Maar ook door deze tegemoetkoming liet de vroedschap zich niet vermurwen. De komst van de twee toneelgezelschappen was een bron van inspiratie voor Augustinus Freschot die in zijn briefroman al in de eerste brief met name de actrices op de korrel nam. Meer hierover is te vinden in de vertaling door Roland Fagel: Amoureuze en pikante geschiedenis van het congres en de stad Utrecht, dit jaar verschenen bij Uitgeverij Verloren te Hilversum. |
|