Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 35
(2012)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 107]
| |
Draagtekens uit de tijd van de prinsgezinde en patriotse twisten
| |
Kritiek op het bewind van stadhouder Willem VOp 8 maart 1766 werd de achttienjarige Willem v in alle gewesten van de Republiek ingehuldigd als erfelijk stadhouder. De verwachtingen waren hoog gespannen. De prins was intelligent en geïnteresseerd, maar het schortte hem aan zelfvertrouwen; hij had een zwakke wil en was niet goed in staat hoofd- en bijzaken te scheiden. Hoezeer hij zichzelf ongeschikt achtte voor de functie die hij bekleedde, blijkt uit de uitspraken die baron Gijsbert Jan van Hardenbroek van Lockhorst in 1781 uit zijn mond optekende: ik wenschte [...] dat mijn vader nimmer stadhouder was geworden [...] ik voele, ik ben daartoe niet bekwaem. Ik wou dat ik doot was, ook kan nog sal ik het geen jaer meerder soo uithouden. Ik werk al wat ik vermag, selfs tot mij ongesont te maken toe, en nog kan ik niet voldoen.Ga naar eind3 Deze onzekere en weifelachtige stadhouder stond dan ook sterk onder invloed van zijn adviseurs. De belangrijkste was zijn militair raadsman Lodewijk Ernst, hertog van Brunswijk-Wolffenbüttel, die de prins al sinds het overlijden van zijn vader in 1751 bijstond. Twee maanden na de inhuldiging van de prins kwam op 3 mei 1766 in het geheim de Acte van Consulentschap tot stand, waarbij Brunswijk toezegde de stadhouder in alle politieke en militaire aangelegenheden met raad en daad ter zijde te zullen staan. In de overeenkomst werd voorts bepaald dat de hertog alleen aan de stadhouder zelf verantwoording verschuldigd was. Daarmee gaf de stadhouder de feitelijke macht uit handen. Vooral nadat de Republiek eind 1780 ongewild in oorlog was geraakt met Engeland nam de kritiek op het stadhouderlijke bewind toe. De strijd verliep desastreus: in een maand tijd maakten de Britten tweehonderd Nederlandse koopvaarders buit. Mikpunt van de kritiek was Willem v: als erfstadhouder was hij tevens admiraal-generaal. Men hield hem verantwoordelijk voor het zwakke optreden van de Staatse vloot. En daar kwam nog bij dat Willem verwant was met het Engelse koningshuis: zijn moeder was de Engelse prinses Anna van Hannover, dochter van koning George ii. Sommigen beschouwden de prins daarom zelfs als een landverrader. Even leek het tij te keren toen in augustus 1781 een vloot onder commando van Zoutman en Van Kinsbergen bij de Doggersbank stand wist te houden tegen een beter bewapende vijand. Overal in het land werden de ‘helden van de Doggersbank’ onthaald als de opvolgers van De Ruyter, Tromp en Piet Heyn. Door de stadhouder werden ze met gou- | |
[pagina 108]
| |
Stadhouder Willem V, door Benjamin Samuel Bolomey, 1769. Olieverf op doek, 116 × 87 cm (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
Willem V reikt gouden kettingen uit aan de helden van Doggersbank, door Reinier Vinkeles naar Jacobus Buys. Gravure, 14,1 × 8,8 cm (Nationaal Museum Paleis Het Loo, bruikleen Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau).
den kettingen en medailles beloond. Maar in de nacht van 25 op 26 september verscheen het pamflet Aan het volk van Nederland. Het bevatte een vlammende aanklacht tegen de stadhouderlijke regering. Het riep op tot het kiezen van volksvertegenwoordigers en de oprichting van burgermilities. Ook eiste het persvrijheid. Het pamflet verscheen anoniem. Pas veel later zou komen vast te staan dat Joan Derk van der Capellen tot den Pol de auteur was. Aan het volk van Nederland sloeg in als een bom. Het staat aan het begin van een stroom van anti-stadhouderlijke geschriften, die ervoor zorgde dat het verzet tegen het stadhouderlijke bewind uitgroeide tot een georganiseerde beweging die overal in de Republiek aanhangers vond. De politisering leidde tot een lange reeks vechtpartijen. In tal van steden en dorpen gingen de aanhangers van beide partijen met elkaar op de vuist. Daar bleef het niet bij. De patriotten gaven massaal gehoor aan de oproep van Van der Capellen en bewapenden zich. Een enkele keer deed de tegenpartij hetzelfde. De couranten uit die jaren staan vol van gewelddadige confrontaties tussen patriotse milities en oranjeklanten. Maar daarnaast vonden ook reguliere gevechten plaats tussen patriotse burgermilities en troepen die de stadhouder trouw waren gebleven. Eind juni 1787 werd Wilhelmina van Pruisen, de echtgenote van Willem v, door Goudse patriotten staande gehouden, toen zij een poging deed om naar Den Haag te reizen. De Pruisische koning Frederik Willem ii voelde zich ernstig beledigd over de onheuse bejegening van zijn zuster en eiste genoegdoening. In september vielen Pruisische troepen de Republiek binnen. Zij herstelden de rust en maakten een einde aan de tweestrijd. | |
[pagina 109]
| |
De strijd verbeeldDe strijd tussen patriotten en prinsgezinden werd met verschillende middelen uitgevochten. Op de eerste plaats met woorden. Op Aan het volk van Nederland volgde een stroom van anti-stadhouderlijke politieke pamfletten, schotschriften en regelmatig verschijnende opiniebladen als De Post van den Neder-Rhijn en De Politieke Kruyer. Dergelijke publicaties maakten dat het patriotse gedachtegoed in alle gewesten doordrong. In reactie hierop verschenen er ook orangistische publicaties. Maar de woordenstrijd werd niet uitsluitend met de pen gevoerd, maar ook met liedjes en met leuzen als ‘Oranje boven’. Maar behalve van woorden werd ook gebruik gemaakt van beelden en symbolen. Alles werd gebruikt dat zich maar enigszins leende om te beschilderen, te bedrukken, te besnijden of op andere wijze te versieren. Zo vinden we naast prenten, tekeningen enSnuifdoos met portret van stadhouder Willem V, door Jacob Bouwmeester. Zilver, glas en zijde, 2,9 × 6,5 × 4,9 cm, 62 gram (Nationaal Museum Paleis Het Loo, bruikleen Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau).
schilderijen ook snuifdozen, pijpen en pijpenkrabbers, vaandels, penningen, draaglinten en draagtekens. Maar ook kleding en kledingaccessoires zoals handschoenen, knopen en waaiers. En porselein, glaswerk en zelfs koekplanken. Overigens waren het niet alleen afbeeldingen die in de strijd werden gebruikt, maar ook symbolen en kleuren. Zo had de Leidse bakker Adrianus Trago, die in 1784 gearresteerd werd wegens zijn betrokkenheid bij een oproer, ook pamfletten verspreid, het Wilhelmus gezongen en ‘patriotjes’ gebakken - kennelijk een lekkernij voor de oranjeklanten.Ga naar eind4 En in 1785 werd in Den Haag een kruidenier door de schout uit zijn winkel gehaald omdat hij alles in oranje papier verpakte.Ga naar eind5 En tenslotte gingen de aanhangers van beide partijen met elkaar op de vuist, tijdens vechtpartijen op straat, maar ook bij reguliere gevechten tussen patriotse burgermilities en troepen die de stadhouder trouw waren gebleven. Bijvoorbeeld aan de Utrechtse vaart bij Jutphaas en bij Paleis Soestdijk, dat in juli 1787 tevergeefs door een patriotse strijdmacht werd bestormd. En ook waren er heuse belegeringen van steden, zoals van de Gelderse stadjes Hattem en Elburg. Theepot met afbeelding van Willem V (particuliere verzameling)
| |
Patriotse en prinsgezinde draagtekensDraagtekens komen we ook vóór 1780 al tegen. Zo adverteerde de Amsterdamse medailleur Martinus Holtzhey in mei 1747, toen Willem iv werd ingehuldigd als erfelijk stadhouder, met medailles, zoals deze ‘thans op de Hoed en Borst gedragen werden’.Ga naar eind6 Maar de massaliteit die we in de jaren '80 te zien zullen krijgen, lijkt op dat moment nog te ontbreken. Die neemt een aanvang met de al eerder vermelde slag bij de Doggersbank van augustus 1781. In militair opzicht was het treffen volstrekt onbeduidend: het leverde geen winnaar op en had geen enkel gevolg voor het verdere verloop van de strijd. Maar in de Republiek gold de Doggersbank als een eclatante overwinning. Overal werd er | |
[pagina 110]
| |
Draaglint op de Slag bij de Doggersbank. Zijde, 6,6 × 21 cm (Nationaal Museum Paleis Het Loo,
bruikleen Stichting tot Instandhouding van het Museum van de Kanselarij der Nederlandse Orden).
Draagtekens van Willem V (links) en Wilhelmina van Pruisen. Zilver en zijde, 62,9 × 38,7 mm, 22,72 gram (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
Draagteken van Willem V. Zilver, 48 × 36,7 mm, 7,16 gram (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
Draagteken van Willem V en Wilhelmina van Pruisen. Zilver, 72,2 × 59,2 mm, 26,96 gr. (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
Draagteken met patriotse voorstellingen. Zilver, 51 × 51,9 mm, 4,22 gr. (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
Draagteken van Willem V. Zilver en glas, 54,7 × 35,5 mm, 17,42 gr. (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
| |
[pagina 111]
| |
gevierd en gefeest. En op straat tooide men zich met herdenkingslinten ‘à la Zoutman’. Twee maanden na het treffen was de vraag daarnaar nog steeds zo groot dat het op de Nijmeegse kermis met duizenden ellen werd verkocht en nabesteld moest worden. Een tijdgenote merkte op dat het zelfs werd gedragen door mensen die anders nooit linten dragen.Ga naar eind7 En op een spotprent in de collectie van de Atlas van Stolk is een voorbeeld van een dergelijke ‘Doggersbanklintenkraam’ te zien. De Doggersbank maakte het op grote schaal dragen van linten en andere tekens ‘fashionable’, met name omdat de steunbetuigingen aan de vloot nog niet politiek gekleurd waren. Al snel ontstond er echter een tegenstelling tussen patriotten en prinsgezinden. De draagtekens waarmee zij zich tooiden, hadden ieder een eigen beeldtaal. De prinsgezinden droegen portretten van de stadhouder en zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen. Of emblemen als de oranjeboom. Hun patriotse tegenhangers maakten gebruik van de beeltenissen van belangrijke voorlieden als Van der Capellen tot den Pol en de AmsterdamseBorstbeeld van Hendrik Hooft. Zilver, 51,1 × 39,1 mm, 20,63 gram (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
Draagteken van Willem V. Verguld metaal, berkenhout, schildpad, tin, messing en albast, 66,3 × 50,7 mm, 19 gram (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
burgemeester Hendrik Hooft. Of van symbolen als de vrijheidsmaagd met hoed én speer. En beide partijen imiteerden de geuzen uit de Nederlandse Opstand die hun scheldnaam tot eretitel en hun bedelnap tot insigne hadden gemaakt.Ga naar eind8 De stadhoudersgezinden of ‘schoppen’ herkenden elkaar aan een schepje en de patriotten of ‘kezen’ droegen vol trots afbeeldingen van keeshonden. In verschillende openbare en particuliere verzamelingen zijn patriotse en prinsgezinde partij-insignes bewaard gebleven. Wat opvalt is dat het in veel gevallen om kostbare stukken gaat. Zilveren draagtekens afgedekt met ovale glasplaatjes, exemplaren in monturen van schildpad, tin en messing of gevat in fraai gevlochten sierranden van goud. In ieder geval beslist niet om voorwerpen van massaproductie. Kennelijk bleef vooral het bijzondere en het kostbare bewaard. De gewone man ging de straat op met een kokarde van minder duurzaam materiaal zoals textiel, bordkarton of papier of met oranjebloemen die na verloop van tijd verwelkten. | |
[pagina 112]
| |
Over de vervaardigers van de insignes weten we nagenoeg niets. Advertenties in de Amsterdamsche Courant, zoals in 1747, ontbreken. Dat is niet zo vreemd. Hetzelfde geldt voor de vervaardigers van de vele spotprenten, die eveneens anoniem bleven. Dat was veiliger. Per slot van rekening waren het gevaarlijke tijden. Hoe gevaarlijk blijkt uit een bericht in de Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken van juni 1788. Vanwege de ongeoorloofde verkoop van linten en kokardes moest de in Haarlem aan de Grote Houtstraat gevestigde firma Usellino & Co. zes weken lang de deuren sluiten, terwijl de eveneens uit Italië afkomstige knecht Angel Maria Patroane, die de koopwaar aan verschillende winkeliers had geleverd, naar het gevang werd afgevoerd.Ga naar eind9 | |
Verstoringen van de openbare ordeMet de orangistische en patriotse draagtekens en partij-insignes zijn we op een heel ander vlak beland dan met de koffie- en theepotten, koekplanken en pijpenpeuters. Met het gezellige kransje waarbij thee wordt geschonken uit een theepot met een afbeelding van de stadhouder, onder het genot van een Willem v-speculaasje, blijven we binnen de muren van het woonhuis of het theekoepeltje. Maar met het openlijk en zichtbaar dragen van linten, kokardes en draagtekens gaan we de straat op en betreden het domein van de openbare ruimte. Het dragen van een insigne is een politieke daad die een reactie uitlokt, maar dat geldt evenzeer voor het niet dragen van een dergelijk insigne. Ongeregeldheden en ordeverstoringen zijn het gevolg. Vanaf medio 1784 reageerden provinciale en stedelijke overheden met een stortvloed van resoluties en keuren die het dragen van dergelijke tekens verboden. Een van de vroegste plakkaten tegen ‘verdeeldheden en partyschappen onder de Ingezetenen’ dateert van 28 mei 1784 en werd uitgevaardigd door Gedeputeerde Staten van Utrecht. In hun plakkaat maanden zij de inwoners van de provincie tot kalmte en verboden aan alle Opgezeetenen van het platte Land dezer Provincie, het dragen van Leusen of Tekenen, hoe genaamd, en Van welke couleur die mogen wezen, zo verre die zouden dienen om zig daar door van andere Onzer goede Ingezetenen te onderscheiden, en eenige partyschap aan te duiden.Ga naar eind10 Op 17 juni van dat jaar volgden de Staten van Holland het Utrechtse voorbeeld. Aanleiding voor de maatregel was het anti-patriotse oproer dat op 7 juni te Leiden losbarstte. Ook de beide dagen daarna duurden de ongeregeldheden voort. Opvallend is dat men des anderen daags den 8, en, vooral des Woensdags den 9, begon [...] Oranjestrikken te dragen, en anderen te noodzaken, om zig daar insgelyks mede te versieren, terwyl zy, die zulks weigerden, mishandeld wierden.Ga naar eind11 In februari 1786 vaardigden de Staten van Holland nogmaals een verbod uit tegen het dragen van tekenen van partijschap. De straffen daarop werden steeds draconischer: overtreding van dit verbod zou in uiterste instantie met de dood bestraft kunnen worden. Dat laatste is er nooit van gekomen, misschien omdat zelfs de meest radicale patriotten beseften dat een dergelijk optreden tegen burgers onvoldoende maatschappelijk draagvlak had, maar nadat eenheden onder bevel van de stadhouder de patriotsgezinde steden Elburg en Hattem hadden veroverd, verboden de Staten van Holland in september 1786 de soldaten in het leger om ‘Oranje boven’ te roepen, waarbij zij opnieuw dreigden om, conform de wet van februari, overtredingen ‘naar exigentie van zaaken, zelfs met den dood’ te bestraffen.Ga naar eind12 En hoewel de doodstraf uiteindelijk zelfs voor de | |
[pagina 113]
| |
krijgsraad een te zware sanctie bleek, werd tegen overtreders
Draagteken van Willem V en Wilhelmina van Pruisen, door Matthias de Sallieth. Goud, glas en papier (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
van de resoluties vaak streng opgetreden. Er zijn in 1786-1787 heel wat prinsgezinden in arrest genomen wegens het dragen van oranjelinten, het zingen van het Wilhelmus of het illumineren van het eigen huis op de verjaardag van de stadhouder. | |
Jacob Gottfried HaafnerEen vergelijking met hedendaagse voetbalhooligans dringt zich op - al gaat die vergelijking op verschillende punten zeker ook mank. De adept van stadhouder Willem v die met zijn duidelijk herkenbare speldje op zijn muts temidden van een corps patriotten terechtkwam, moet zich hebben gevoeld als een verdwaalde Ajax-supporter in een treinstel vol fc Utrecht-hooligans. Hoe slecht zo'n incident had kunnen aflopen, blijkt uit het reisverslag van Jacob Gottfried Haafner.Ga naar eind13 Na veertien jaar in de Oost te hebben doorgebracht, keerde Haafner in 1787 terug in de Republiek, die net door de Pruisen ‘bevrijd’ was. Het was hartje winter toen hij enkele dagen in Makkum doorbracht, waar de mensen zich op het ijs vermaakten. Ook Haafner besloot te gaan schaatsen. In zijn reisverslag schreef hij: men leefde toenmaals in den tijd, dat het niet dragen eener oranje-kokarde, in ons land, als eene misdaad van het grootste gewigt werd aangezien. Ik had dus mijne reismuts met een dergelijk teeken, en wel van de grootste soort, voorzien; dan ongelukkiglijk vergat ik hetzelve daarvan af te nemen en op den hoed, dien ik opzette, vast te hechten. Nauwelijks bevond hij zich op het ijs of hij voelde de blikken van de omstanders op zich gericht, terwijl hij hoorde hoe men achter zijn rug ‘Kees, Kees’ fluisterde. Toen Haafner in de gaten had dat hij geen oranjeteken droeg, was het te laat. Men sneed hem de pas af en hij werd omsingeld. Vloekend vroeg men hem, waarom hij geen draagteken had. Haafner stelde voor dat men hem naar zijn herberg zou vergezellen, waar hij zijn muts met oranje kokarde zou tonen. Maar de menigte was uitzinnig van woede: ik hoorde niets dan het geroep van ‘Kees’, en dat ik slagen moest hebben. Te vergeefs verzocht ik eenigen van hen mij oranjelint te geven, ten einde het, in hunne tegenwoordigheid, op mijnen hoed te hechten; zelfs deelde ik aan verscheidene jongens geld uit, om mij daarvoor wat lint te koopen, maar deze niet terugkeerende, stelde eindelijk een soldaat, die zich onder den hoop bevond, den menigte voor, mij een paar malen in eene bijt te dompelen, om mij voor de stoutheid te straffen, van zonder oranjeteeken onder hen te hebben durven verschijnen. Uiteindelijk werd hij door twee ‘deftige burgerlieden’ ontzet en naar de herberg begeleid om de menigte zijn muts met draagteken te tonen. Bij het zien daarvan ‘zwaaiden zij, | |
[pagina 114]
| |
als razenden, met hunnen hoeden, en na den aanhef van een verdoovend geschreeuw van “Oranje boven!” vertrokken zij’. Haafner wendde zich daarop tot de burgemeester om zijn beklag te doen, maar deze liet hem weten dat men mij naar verdiensten behandeld had, dat ik er veel te gemakkelijk afgekomen was, en dat mij zulks, in het vervolg, tot eene leer zoude verstrekken, om niet weder, in het openbaar, zonder oranje te verschijnen. | |
Verborgen uitingenHet verhaal van Haafner illustreert de gespannen verhoudingen. Na de Pruisische interventie wreekten de prinsgezinden zich op de patriotten en met het oog op het bewaren van de rust werd eenieder verplicht ‘Oranje’ te dragen, ‘waar aan in dezen tyd wordt gehegt de bekentenis van verlangen naar eensgezindheid, stilte en rust in het Vaderland’.Ga naar eind14 Van eensgezindheid, stilte en rust was echter geen sprake. Een groot aantal patriotten nam de wijk, vooral naar Frankrijk. Zij die ervoor terugschrokken om huis enHorlogesleuteltje met beeltenissen van Hendrik Hooft en een keeshond. Zilver, 5,5 × 2,2 cm (Nationaal Museum Paleis Het Loo).
haard te verlaten, zullen zich onder druk van de gebeurtenissen ‘bekeerd’ of geschikt hebben. Al wijst een heel bijzondere categorie draagtekens en voorwerpen erop dat een aantal patriotten hun overtuiging in stilte bleef belijden, zonder gevaar voor molest, zoals in het geval Jacob Gottfried Haafner. Het betreft voorwerpen die niet meteen hun ware aard onthullen, zoals de medaillons met patriotse voorstelling, afgedekt met twee bolle glazen dekseltjes, waarbij tussen beide glazen een waslaagje is aangebracht. In koude toestand is het waslaagje ondoorzichtig, maar lichtjes verwarmd smelt het en vertoont het zijn verborgen schat. Andere voorbeelden zijn de geregeld voorkomende zilveren horlogesleutels, die open gedraaid kunnen worden en waarin een portret van Hooft of Van der Capellen en een afbeelding van een keeshond schuil gaan. Overigens bestaan er ook orangistische tegenhangers, die vermoedelijk dateren uit de tijd van vóór de Pruisische inval. Zo bevindt zich in de verzameling van Paleis Het Loo een klein, leren boekbandje, dat exact in de binnenzak van een jas past. Maar zodra het bandje is opengeslagen, wordt een heel andere inhoud zichtbaar dan verwacht. Het blijkt een doosje te zijn, dat twee stadhouderlijke draagtekens bevat. | |
[pagina 115]
| |
Begrafenis van de Oranjeleus. Ets, 17,1 × 21,5 cm (Nationaal Museum Paleis Het Loo, bruikleen Geschiedkundige Vereniging Oranje-Nassau).
De verscheidenheid aan partij-insignes is enorm. Dat geldt zowel voor de draagtekens van de prinsgezinden als voor die van de patriotten. Het maakt dat deze bijdrage slechts een algemeen en voorlopig karakter heeft. Ongetwijfeld zal nader onderzoek van de draagtekens zelf, in combinatie met bestudering van archiefmateriaal, krantenberichten en andere bronnen meer licht werpen op de aard, het gebruik en de herkomst van deze bijzondere voorwerpen. |
|