Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 26
(2003)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |
Van Hogendorps schatplichtigheid aan de Amerikaanse Revolutie
| |
Land van melk en honingNa zijn militaire opleiding diende Van Hogendorp in het leger van de Republiek, maar hij zat op een dood spoor. Hij vatte tenslotte het gewaagde plan op om een reis naar Amerika te maken. In 1783 - de Republiek had de onafhankelijkheid van de Amerikaanse staten net erkend - maakte hij de oversteek met het oorlogsschip De Erfprins. Het was het meest wrakke schip in het konvooi, dat de allereerste gezant van Nederland naar Amerika begeleidde. Aangezien De Erfprins teveel water maakte, werd het schip door het konvooi achtergelaten. Na een orkaan dobberden zij maanden | |
[pagina 198]
| |
stuurloos rond en toen een scheepje hen ontdekte, werd Van Hogendorp uitverkoren om hulp te gaan halen. Eenmaal aan land, bereikte hem het bericht dat het schip met meer dan driehonderd man was vergaan. Amerika zou een blijvende en diepe indruk op hem maken. Hij verbleef er ongeveer zeven maanden. Hij heeft zijn vele ervaringen en indrukken nagelaten in essays, notities en in het Frans geschreven brieven. Zo schrijft hij in een brief aan zijn moeder onder meer over het doel van de reis: ‘J'ai voulu savoir quel est le degré de pouvoir que le peuple peut exercer. Jamais peuple n'en posséda plus que les Américains.’Ga naar eind1. In de Verenigde Staten stelt hij vast dat vrijheid een relatief begrip is: ‘Zelfs hier in den meest vrijen Staat, is de vrijheid geringer of grooter, naarmate een ieders eigendom hem regten geeft. Niettemin kan men de gelijkheid volgens de wetten in dezen Staat als volmaakt aanzien, wijl zij zeer ver en nergens verder gebragt, en mogelijk zelfs volgens de natuur der dingen bepaald is. Hier is dan het land waar men de natuurlijke ongelijkheid best kan onderzoeken, met al hare gevolgen, wijl zij niet of minder dan elders, met ongelijkheid volgens de wetten vermengd is.’Ga naar eind2. Op dat moment huldigt hij al niet meer het aristocratische standpunt dat mensen nu eenmaal verschillen in geboorte, maar verkondigt hij het liberale standpunt dat mensen zich onderscheiden in kwaliteiten en ontwikkeling. Hij constateert dat het democratische systeem in de Amerikaanse maatschappij op een natuurlijke wijze wordt aanvaard, maar dat het bestuur vooral uit een rijke elite bestaat: rijkdom bepaalt in grote mate de zeggenschap. Van Hogendorp probeerde op zijn reis zoveel mogelijk over het Amerikaanse staatsbestel en het functioneren van de democratie te weten te komen. Hoe werkten de principes ‘vrijheid’ en ‘gelijkheid’ in de politiek en het openbaar bestuur? Op welke wijzen werden de diverse belangen bij elkaar gehouden? Hij bezocht raads- en statenvergaderingen, sprak politici en bestuurders en trok naar Annapolis in Maryland waar het congres dat jaar vergaderde. Hij kwam in contact met Alexander Hamilton (1755-1804) en raakte bevriend met Thomas Jefferson (1743-1826) - auteur van de Onafhankelijkheidsverklaring uit 1776, gouverneur van Virginia en voorzitter van het Congres - met wie hij vervolgens een tijdlang correspondeerde. Ook bracht hij een bezoek aan George Washington (1732-1799), opperbevelhebber in de Vrijheidsoorlog. Interessant is de mening die Van Hogendorp zich over de zwarte bevolking vormde. Hij beaamde het stereotype idee dat zwarten kinderen waren, maar dacht dat die kindsheid door de slavernij kwam en niet was ingeboren. Juist omdat zij kinderen waren, konden de zwarten volgens hem zonder gevaar worden opgevoed tot volwaardige burgers. Jefferson, met wie hij hierover van gedachten wisselde, meende echter dat de zwarten qua intellect en verbeelding beneden de blanken staan.Ga naar eind3. Na zijn reis besloot Van Hogendorp definitief het leger te verlaten en ging hij rechten studeren te Leiden. Opmerkelijk genoeg droeg hij zijn dissertatie op aan de zoon van de stadhouder, de latere koning Willem I: dat was in de strijd tussen patriotten en de prinsgezinden een duidelijk signaal. Vervolgens maakte hij in dienst van de stadhouder een bestuurlijke carrière. Anders dan wel wordt gedaan, kan op grond hiervan niet worden geconcludeerd dat Karel hiermee de kant koos van het regentendom en de aristocratie in plaats van die van de democratie: het was een relatie op grond van traditie, emotionele gebondenheid en van do-ut-des en niet een politiek intellectuele keuze.Ga naar eind4. | |
[pagina 199]
| |
Conservatief of liberaal?Veel historici beschouwen Van Hogendorp uitsluitend als een aristocraat, in navolging van de these van C.H.E. de Wit dat Van Hogendorp een conservatief vertegenwoordiger was van een aristocratisch bewind. Dit beeld is bevestigd door H. van der Hoeven die betoogde dat Van Hogendorp niet als een democratisch, maar als een aristocratisch gezinde liberaal moet worden gezien.Ga naar eind5. Het gevolg is dat Van Hogendorp wordt gerekend tot het regentendom van de Republiek en dat de wortels van het Nederlandse liberalisme niet worden gelokaliseerd bij Van Hogendorp en diens grondwet, maar bij de vernieuwde grondwet van 1848 en Thorbecke.Ga naar eind6. Het beeld van Van Hogendorp als aristocraat pur sang klopt echter niet. Het is aannemelijk dat hij onder invloed van zijn reis in Amerika al opschoof in liberale richting, zoals blijkt uit de voorgaande paragraaf. Na zijn reis zijn er voldoende bewijzen dat zijn opvattingen eerder liberaal dan conservatief waren. Als lid van de Tweede Kamer na zijn vice-presidentschap van de Raad van State stelde hij zich onafhankelijk op en was hij vrijwel de enige die kritiek uitoefende op het regeringsbeleid, en wel voornamelijk op economische en financiële aspecten aangezien de Kamer juist op dat gebied bevoegdheden bezat. Toen de Kamer zich aan het begin van de jaren twintig zelfs dit toezicht op de staatsfinanciën door de vorst liet ontnemen - diens rampzalig financieel beleid zou pas onder Willem II blijken - nam Karel teleurgesteld afscheid van de politiek. Vervolgens publiceerde hij rond 1830, naar aanleiding van de strijd in België voor een eigen staat, een toen invloedrijke serie pamfletten, waaruit eveneens blijkt dat hij in zijn staatkunde geen aristocratische principes huldigde. Integendeel, hij riep op tot een verantwoordelijk bestuur met rechtstreekse verkiezingen, ministeriële verantwoordelijkheid en openheid in staatszaken, met name op het gebied van financiën. Van Hogendorp pleitte zelfs voor een algemene verantwoordelijkheid voor bestuurders, zodat ministers en hoge ambtenaren meer rekening hielden met de gevolgen van hun bestuur. In het verlengde van de ministeriële verantwoordelijkheid stelde hij voor aan het onschendbare staatshoofd het recht te geven de Tweede Kamer te ontbinden en verkiezingen uit te schrijven, om daarmee te voorkomen dat het parlement teveel zeggenschap over de regering zou krijgen; deze bepaling is opgenomen bij de grondwetsherziening van 1848. Van Hogendorp betoogde niet alleen voor rechtstreekse verkiezingen, maar ook voor een meer democratisch ingericht kiesrecht. Hij wenste een doorzichtiger en democratischer bestuur.Ga naar eind7. Roel Pieterman brengt hier tegenin dat Van Hogendorp weliswaar opriep tot democratie in de Tweede Kamer, maar tegelijkertijd in een aristocratische Eerste Kamer voorzag, die de democratie zou moeten beteugelen.Ga naar eind8. Afgezien van het feit dat dit nog niet inhoudt dat Van Hogendorp dan geen liberaal zou zijn - directe verkiezingen waren in die tijd een novum - is dit argument onjuist. In de pamfletten ‘Financiën’ van 7 oktober 1830, ‘De Vrede’ van 3 november 1830 en in zijn laatste pamflet ‘Besluit’ van 26 januari 1831 pleitte Van Hogendorp voor regelrechte verkiezingen van de Staten-Generaal, de provinciale staten en de plaatselijke besturen.Ga naar eind9. Anders dan Pieterman stelt, maakte Van Hogendorp geen onderscheid tussen de Eerste en Tweede Kamer. Op economisch gebied heeft Van Hogendorp eveneens een liberale mening verkondigd. In 1816 kreeg hij een conflict met koning Willem I toen deze in- en uitvoerrechten wilde heffen. Nederland was volgens Karel als onderdeel van de | |
[pagina 200]
| |
Europese en mondiale economie op termijn alleen gebaat met vrijhandel. Omdat de koning vanwege de opkomende industrie in België een protectionistisch beleid wenste te voeren, leidde dit tot zijn ontslag als vice-president van de Raad van State, waarmee hij eerder was beloond voor het oprichten van de constitutionele monarchie. Tegen dit alles wordt wel aangevoerd dat vrijhandel reeds ten tijde van de Republiek de economische politiek was en dat het idee van Karel dus veel meer tegen die achtergrond moet worden bezien. Dit argument treft echter geen doel. Van Hogendorp bleef met zijn economische gedachten niet in de sfeer van de Republiek hangen. Zo had hij in 1785 het voor het economisch liberalisme grondleggende werk The wealth of nations (1776) van Adam Smith gelezen - hij besprak het in zijn dissertatie - waarin deze laat zien dat vrijhandel op lange termijn tot de meeste welvaart leidt. Zoals P. Overmeer laat zien: ‘Gijsbert Karel evolueerde van handelsvrijheid naar vrijhandel. Hij is een typische Nederlandse economische vroegliberaal: hij geloofde in een volledige mededinging tussen ongelijksoortige volkshuishoudingen.’Ga naar eind10. Maar Karel was ook een sociaal-liberaal: ‘Gijsbert Karel heeft als lid van de Tweede Kamer willen bevorderen, dat via fiscale bijstellingen de sociale tegenstelling tussen rijk en arm werden gemitigeerd.’Ga naar eind11. Verder stelde Van Hogendorp zich liberaal op wat betreft het koloniale beleid. Hij vond dat de inlanders vrij moesten zijn in het telen van producten en verzette zich met succes tegen het monopolie van de Nederlanders op de teelt van koffie; alleen dat van de specerijen bleef behouden. Ook anderszins stond hij koloniale hervormingen voor.Ga naar eind12. Tenslotte heeft Karel de liberale notie van de rechtsstaat op alle fronten uitgedragen. Na het vice-presidentschap parlementslid geworden, was hij de enige die zich verzette tegen de gewoonte van de koning om wetten bij koninklijk besluit opzij te zetten: in een rechtsstaat moet de macht van de staat aan regels zijn gebonden en gaan wetten boven besluiten. Ook pleitte hij voor een onafhankelijke rechterlijke macht. Kortom: Van Hogendorp was een representant van het liberalisme, zijnde ‘in de politieke context van de achttiende en negentiende eeuw [...] een stroming ter bevordering van de emancipatie van burgers ten opzichte van de politieke, economische en juridische voorrechten van de aristocratie en de absolute vorsten. [...] Wat men wenst, is gelijke kansen op de politieke en economische markt. In deze zin is het liberalisme meritocratisch van aard. Niet voorrechten maar vaardigheden moeten uitmaken wat iemand kan bereiken.’Ga naar eind13. | |
Liberale wortelsDe vraag is of Van Hogendorps liberalisme teruggaat op het Franse, op het Amerikaanse revolutionaire gedachtegoed of op een combinatie van beide. Onder invloed van de literatuur die hij over Amerika las en zijn ervaringen tijdens de reis kreeg van Hogendorp sympathie voor het liberalisme. Hij constateerde er dat de in de Amerikaanse Confederatie verbonden staten teveel tegengestelde belangen hadden. Hij meende met de Federalisten dat de autonomie van de staten beperkt moest worden door een krachtig centraal bestuur. Ook constateerde hij dat leden van de democratische organen nogal de neiging hadden de eigen belangen na te jagen. Vertaald naar de Republiek kwam Van Hogendorp tot de slotsom dat een basis voor de democratie allereerst in de opvoeding van het volk moest worden gelegd. Bovendien dacht hij nu dat de corruptie en de twisten tussen prinsgezinden en patriotten te wijten waren aan | |
[pagina 201]
| |
het gebrek aan krachtig bestuur en dat de Republiek zich door een sterk leiderschap van de wantoestanden zou kunnen bevrijden.Ga naar eind14. In 1787 werd de Constitutie door de Verenigde Staten aanvaard met een centrale rol voor president en congres. Deze grondwet met een sterk centraal gezag zorgde weer voor eenheid, zoals in de Vrijheidsoorlog had bestaan. Van Hogendorp ontving haar met gejuich. Hij prees de grondwet als het resultaat van de ontwikkeling en zedelijke gesteldheid van het Amerikaanse volk, dat meer verlicht was dan dat in Europa. Anders dan de denkbeelden van de Amerikaanse revolutie, heeft hij van die van de Franse revolutie niets willen weten. Op het moment zelf in 1789 was de Franse revolutie voor hem een verbijsterende en schokkende gebeurtenis. Hij beschouwde deze revolutie als een voorbeeld van de rampspoeden die ontstonden wanneer een volk niet wist om te gaan met vrijheid. In Amerika daarentegen hadden de mensen, zo vond hij, de vrijheid niet misbruikt; daar was in de opvoeding van het volk een basis voor gelegd. Hij was van mening dat op termijn ook in de andere Europese landen onontkoombaar volksregeringen zouden ontstaan. Hij vond het de taak van de regenten van Europa om daarvoor een basis te leggen: ‘Het is uw zaak mede te werken tot de opvoeding en het onderwijs des volks, gij moet hetzelve meer deel in het bestuur geven, naar mate het, door meer verligting, bekwaamer daartoe wordt. Handelt gij anders, wilt gij de algemeene hervorming ophouden, zo als de philosophen die willen overhaasten; dan zal uit uwer beide dwaaze worsteling, overal die verwarring gebooren worden, die men in Frankrijk ondervindt, en in plaats van geruste en zagte vorderingen, tot het gemeene welzijn, zal de maatschappij eene crisis ondergaan [...]’Ga naar eind15. Deze meritocratische gedachte dat het volk niet meteen rijp was voor democratie zou het Nederlandse liberalisme in de negentiende eeuw domineren. Van Hogendorp wenste een regering van de aanzienlijksten, zijnde niet die van de voorname families - hij verzette zich al jong tegen het (ver)kopen van ambten - maar die van fijne beschaving: een aristocratie van de geest. Naar zijn mening waren daarbij prestaties en capaciteiten het criterium.Ga naar eind16. Het spreekt voor zich dat zich hieronder vooral adel en patriciërs bevonden, omdat die voldoende middelen bezaten voor een opleiding. Nadat de Republiek der Verenigde Nederlanden in 1795 plaats maakte voor de Bataafse Republiek en een vazalstaat van het machtige Frankrijk werd, hield Van Hogendorp zich afzijdig van het bestuur en de strijd in hoeverre de democratie moest worden doorgevoerd. Ook in de periode van het Koninkrijk Holland en van de inlijving bij Frankrijk hield Van Hogendorp zich niet bezig met het Franse revolutionaire gedachtegoed. Toen het Franse Keizerrijk in 1813 begon in te storten, organiseerde Karel met succes een volksopstand die in Amsterdam en Den Haag plaatsvond. Hij vormde met Van der Duyn van Maasdam tijdelijk het landsbestuur en vroeg de naar Engeland uitgeweken zoon van de laatste stadhouder terug te keren naar Nederland als constitutioneel vorst. Vanaf 1792 had Van Hogendorp op eigen initiatief enige grondwetten ontworpen, zoals de bekende Verklaring aan het Staatsbewind uit 1801 waarin hij pleitte voor herstel van het Huis van Oranje op een grondwettelijke basis. Hij had de Amerikaanse constitutionele ontwikkelingen tijdens zijn reis en daarna uitvoerig bestudeerd. De ontwerpen van Van Hogendorp kunnen worden beschouwd als de vruchten van deze studie. Zijn pleidooi voor een constitutionele monarchie ligt in het verlengde van het | |
[pagina 202]
| |
Amerikaanse staatsbestel met een machtige president. Het zal ook de reden zijn geweest dat hij de constitutionele monarchie van Lodewijk Napoleon nog enigszins aanvaardbaar vond en daarin wel een bestuurlijke functie wilde bekleden.Ga naar eind17. Voor zijn politieke ideeënvorming greep Van Hogendorp na zijn reis in Amerika dus steeds weer terug op de ervaringen die hij daar had opgedaan en het Amerikaanse revolutionaire gedachtegoed. | |
De relatie tussen Van Hogendorp en de FederalistenIn de periode dat Van Hogendorp in Amerika was, vond de geboorte van de Federalistische partij plaats en verschoof het machtsevenwicht van de Republikeinen naar de Federalisten. De republikein Jefferson stelde het individu centraal en wantrouwde elk centraal gezag. Na zijn Onafhankelijkheidsverklaring in 1776 was Jefferson betrokken bij de oprichting van de Confederatie waarbij de politieke macht bij de staten afzonderlijk kwam te liggen, die vrijwillig in het bondgenootschap waren verenigd. Dit particularisme leidde tot een gebrek aan samenwerking, wanorde en een mager gezag van het Congres. Tegenover het idealisme van de Republikeinen ontstond een reactie van Federalisten die een nieuwe grondwet met sterk gezag wensten. Zij pleitten ervoor om de losse band tussen de staten om te vormen tot een federatie waarin de afzonderlijke staten tot eensgezindheid konden worden gedwongen. In 1787 zou door toedoen van de Federalisten onder leiding van Alexander Hamilton de Constitutie in de plaats komen van de Articles of Confederation, waarbij werd voorzien in een nationale regering. Hamilton nam voor deze grondwet de monarchale constitutie van de Britse staat tot uitgangspunt.Ga naar eind18. Naar de mening van de Federalisten ontbrak het in het Amerikaanse democratisch bestel aan eenheid en gezag. Een elite van kooplieden zou een vooraanstaande rol moeten spelen. Alleen het uitgangspunt van het particuliere eigendom zou een goed bindmiddel in de staat kunnen vormen. Karel had op zijn reis ook al het gebrek aan eenheid en het belang van de commercie kunnen constateren: ‘Inderdaad kan men in Van Hogendorp's aantekeningen als het ware de geboorte van de Federalistische partij waarnemen. Hij ziet hoe de mensen met geld zich aaneen sluiten, hoe het fortuin inderdaad bepalend is voor de politieke keuze en mensen die rijk worden van democraat tot aristocraat worden.’Ga naar eind19. In reactie op het gedachtegoed van de Franse revolutie waarin gelijkheid bijna tot absoluut principe wordt verheven, wijst Van Hogendorp erop dat volledige gelijkheid niet mogelijk is. Hij gebruikt daarbij het Amerikaanse staatsbestel als voorbeeld, waarbij door de spreiding van bezit meer gelijkheid bestaat dan in Europa, maar de gelijkheid tevens door eigendom wordt begrensd. Een goede toestand van de koophandel was volgens Van Hogendorp, als bron van belastingheffing en de overheidsfinanciën, onmisbaar voor het bestaan van een evenwichtige staat. ‘Gijsbert Karel hing de wijsgerig-historische these van Hume en Smith aan, dat de handel de motor van de vooruitgang is en dat er daarom, gelet op de verschillende inkomens- en vermogensposities, in een commerciële samenleving “een onvermijdelijke en nuttige ongelijkheid” is.’Ga naar eind20. Hiermee verkondigde Van Hogendorp de ideeën van Hamilton en de Federalistische partij.Ga naar eind21. De gedachte van Montesquieu (1689-1755), dat er een staatkundig evenwicht bereikt zou kunnen worden met een absolute scheiding tussen de wetgevende, uitvoe- | |
[pagina 203]
| |
rende en rechtsprekende macht, nam in de Franse revolutie een vooraanstaande plaats in. Daarentegen kwam een dergelijk principieel onderscheid in de Amerikaanse grondwet van 1787 noch in Van Hogendorps concept-grondwet van 1812 naar voren. Bovendien worden het begrip vrijheid en het evenwichtsbeginsel bij hen, anders dan bij Montesquieu en de Franse revolutie, vooral bepaald door de bezitsverhoudingen.Ga naar eind22. In de Amerikaanse grondwet van 1787 wordt een primaire plaats toegekend aan de uitvoerende macht in de persoon van de president, die ook bevoegdheden heeft op rechtsprekend terrein (benoeming leden Supreme Court) en op wetgevend terrein (vetorecht voor wetgeving van het Congres). In zijn concept-grondwet van 1812 gaf Van Hogendorp ook in Nederland de uitvoerende macht de meest vooraanstaande positie. | |
ConclusieEvenals de Federalisten in Amerika gaat Van Hogendorp ervan uit dat gezag en eigendom onafscheidelijk met elkaar zijn verbonden. In die zin is Van Hogendorp een voorloper van de Nederlandse liberalen, die vanaf de herziene grondwet van 1848 tot aan de Eerste Wereldoorlog met het censuskiesrecht - de koppeling van het kiesrecht aan een zekere mate van bezit - aan deze gedachte hebben vastgehouden. Anders dan in het Franse revolutionaire gedachtegoed hebben de idealen van vrijheid en gelijkheid bij de Federalisten, Van Hogendorp en de Nederlandse negentiende-eeuwse liberalen dus een materialistische betekenis.Ga naar eind23. Zo is Van Hogendorp in zijn liberale denkbeelden gevormd door zijn ervaringen in Amerika. Uit de aantekeningen van Van Hogendorp en uit biografische gegevens komt het beeld naar voren van een enorme eerzuchtige en ijdele persoonlijkheid. Historici, zoals Jan en Annie Romein, hebben deze karaktertrekken wel eens verklaard uit de familiedrama's. Hij zou de schande van zijn grootvaders incest en van het faillissement van zijn vader hebben willen compenseren. Zij hebben echter niet gesteld dat Van Hogendorp op grond hiervan zoveel mogelijk aansluiting zocht met het aristocratische regentenmilieu. Integendeel, hij was naar hun mening de eerste liberaal in moderne zin.Ga naar eind24. Ook in de privésfeer was Van Hogendorp na zijn reis in Amerika vrijzinnige ideeën toegedaan. Zo interesseerde hij zich rond zijn dertigste voor de paranormale geneeskunde. Hij kan worden beschouwd als de eerste magnetiseur in Nederland: hij probeerde de verstoorde fluïdale harmonie bij een somnambule, een dame in trance, door middel van methodische strijkbewegingen te herstellen. Aangezien er hierdoor praatjes over hem de ronde deden - de publieke opinie beschouwde het mesmerisme als een ernstige bedreiging voor de goede zeden - werd hij mede daardoor gepasseerd voor een belangrijke functie.Ga naar eind25. Ook meer in het algemeen heeft Van Hogendorp met zijn liberalisme niet de gemakkelijkste weg gekozen. Zijn reis in Amerika maakte van hem een liberaal uit overtuiging. |
|