Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 26
(2003)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 178]
| |
Bacteriologische en chemische oorlogvoering tijdens de Amerikaanse Vrijheidsstrijd
Het idee om tijdens oorlogen gebruik te maken van bacteriologische
| |
[pagina 179]
| |
rijk steun te vinden voor een hernieuwde poging een einde te maken aan de regering van stadhouder Willem V. Ze bezochten leden van de Franse regering, die ze wilden bewegen tot ingrijpen in de Republiek. Verder spraken ze met tal van opinion leaders. De politieke besprekingen werden gevoerd door Pieter Paulus, Lambert van Eck was verantwoordelijk voor de praktische kanten van de reis en hield een uitvoerig reisverslag bij.Ga naar eind3. Van alle Franse gesprekspartners maakte de markies de Lafayette op Lambert van Eck de meeste indruk: ‘Lafayette beviel ons boven verwagting, is jong, dog bij uitstek zedig en bedaard, zowel in zijn stem en figuur, als de duidelijkheid en bon sens, waarmede hij spreekt, praevenieren natuurlijk voor hem als groot man.’ De markies, was inderdaad, mede door zijn rol tijdens de Amerikaanse Vrijheidsoorlog waarin hij had meegevochten, uitgegroeid tot een internationale held. Tussen de twee Hollanders en de Fransman groeide al snel wederzijdse waardering en vriendschap. Ze ontmoetten Lafayette in het bestek van slechts enkele weken niet minder dan 26 keer. Tussen de bladzijden van het reisverslag bevindt zich nog een briefje van Lafayette waarin hij Paulus en Van Eck bij hem thuis uitnodigt.Ga naar eind4. De markies was een boeiende gesprekspartner, zeker wanneer hij uit eigen ervaring spannende verhalen vertelde over de oorlog in Amerika. Het uitvoerigst was hij tijdens een ontmoeting op 2 juni 1788. Lambert van Eck maakte hierover de volgende aantekening: Gingen ten 10 uren dejeuneren bij de marquis de la Fayette, en bragten den morgen tot I uur met hem door op de nuttigste en leerzaamste wijze. [...] Bragten hem ook bij gelegenheid van een fraaye buste van den generaal Washington, die op een steene blad van een commode geplaatst was, op de Americaansche oorlog, waarin hij zulk een brillante rol gespeelt heeft, niettegenstaande hij slegts 20 jaren kan geweest zijn toen hij er kwam, zijnde hij pas 30 jaren oud. Hij gaf de grootste éloge van de standvastigheid, edelmoedigheid en belangeloosheid van de Amerikaansche trouppes die hem in de zwaarste evenementen dikwijls zonder behoorlijke kost en klederen, zonder betaling, zonder in verscheiden nagten onder tenten te hebben kunnen campeeren getrouw hebben geassisteert. De Engelsche wreedheden, die ijselijk waren tegen de Americanen, met zagtmoedigheid meestal beantwoordende en voor alle beloning in geld of eer zeer dikwijls bedankende. Tot staaltjes dier wreedheid verhaalde hij dat de Engelschen in plaats van de gekwetsten met medelijden te behandelen dikwijls daarop schoten of hun doorboord hadden, dat zij ook eens een schuur in brand hadden gestoken met alle de gekwetste Americanen die er in waren, dat zij een zwangere vrouw hadden opengesneden met het ontmenschte zeggen ‘Tu n'enfanteras plus des rebelles’, dat zij meermalen zwarte slaven hadden gezonden die opgeligt en ontkleed zijnde de blijken der inoculatie op hunne lichamen hadden om alzo de Americaensche armee door de kinderziekte te besmetten. Dat zij voorts, omdat er geen andere middelen sufficiënt waren geweest, eindelijk geresolveert waren tot retorsie en bij het veroveren van zeker retrachement om eens een exempel te stellen de soldaten permissie hadden gegeven om alles terneder te slaan, dat ook een door wraaklust bezield op het punt was iemand te doorsteken, dog dat zijn camaraad hem de handen had vastgehouden om het te beletten, dat hij 's nagts onder de soldaten wandelende discoursen had gehoord waarbij de een den anderen van wraak dehorteerde en dat de Engeslschen hun nooit een eenige wreedheid van de gereguleerded trouppen hadden kunnen bewijzen. Dat hij een soldaat die zig wel gekweten had eens sergeant had willen maken, dog dat die daarvoor bedankte zeggende goed soldaat en misschien slegt onderofficier te zullen zijn, en dat hij toen en naderhand volstrekt alle beloningen in geld van de hand had gewezen, dat hij er eene trouw, bereidwilligheid en liefde van had ondervonden, die aan hunne zugt tot vrijheid en afkeer van de Engelsche tyrannie alleen kon worden toegeschreven, dat hij dikwijls in Virginia op het heete zand door het bloeden der voeten, wanneer zij aan koussen en schoenen gebrek hadden, had kunnen zien waar de colonnes gemarcheert hadden. Dat er ook de kundigste geniën gevonden had zelfs onder geringe lieden, dat hunne artillerij in een perfectie was die de Franschen verbaasde en dat een bakkerszoon dezelve commandeerde met zoveel kennis en beleid alsof hij tot dat metier was opgebragt. Hetgeen men van het vergiftigen van zeker waterbron of put op last van Cornwallis verspreid had, zeide hij niet te geloven, tenminste hem die hij ook voor een goed generaal hield, daartoe niet capabel te agten. Verhaalde ons voorts hoe hij als in een cul-de-sac was ingesloten worden en vergeefsche pogingen had zoeken te doen om zig een doortogt te maken dat zig van pas en gelukkig gevangen had gegeven want dat men anders daags daaraan tot een bestorming zijner retranchementen zou geresolveert hebben. | |
[pagina 180]
| |
Eenmaal aan de praat over Amerika was de markies kennelijk niet meer te stuiten. De episode over de bewuste besmetting met kinderpokken door de Engelsen komt bijna terloops ter sprake. Bekend is het verhaal niet. Er is geen verwijzing te vinden in de recente bibliografie Chemical and Biological Warfare van Eric Croddy. Maar er zijn toch andere bronnen die het verhaal bevestigen en meer achtergrond bieden.Ga naar eind5. Kinderpokken, volgens generaal Washinghton ‘the most dangerous enemy’ van dat moment, hielden huis in Amerika. De Engelsen zouden het bacteriologische wapen daadwerkelijk gebruikt hebben tijdens de slag om Yorktown. Ze konden inderdaad veilig gebruik maken van het virus, omdat de Engelse soldaten tegen de ziekte waren ingeënt. Aan Amerikaanse zijde werd beseft dat inenting van de eigen troepen de beste verdediging was, wat na verloop van tijd dan ook geschiedde. Tegen deze moderne strijdmethode steekt het vergiftigen van waterputten af als middeleeuws, het verhaal is volgens Lafayette dan ook ongeloofwaardig. De nieuwe mogelijkheid voor bacteriologische oorlogsvoering hield de geesten bezig. In Nederland heeft de medicus-schrijver Pieter van Woensel er een beschouwing aan gewijd in zijn boek over Turkije, waar hij enige tijd gewoond had. Dat land werd bedreigd door Rusland maar zou zich hiertegen volgens Van Woensel kunnen teweerstellen door het strategische inzetten van de pest. Tegen deze dodelijke ziekte bestond geen medicijn of vaccin, maar hij vertrouwde erop dat een land zich met een kordon kon beveiligen, nadat het een buurland had geïnfecteerd. Na deze medisch-technische opmerkingen gaat Van Woensel in op de ethische kant van de zaak. Hij stelt zich de vraag: ‘Is 't een staat geoorloofd zich te bedienen van de pest als wapen ter defensie?’ Het antwoord luidt bevestigend, maar het mag alleen als defensief wapen worden gebruikt en bij voorkeur als ‘bullebak, wiens dreigend aanzien zeer waarschijnelijk de vermetelheid zelve in de schulp al doen kruipen.’Ga naar eind6. Hier zien we reeds de weapons of mass destruction als een meer psychologisch dan effectief wapen beschreven, een aspect dat vooralsnog het belangrijkste zou zijn. Geplaatst binnen het kader van de achttiende eeuw toont het verhaal dat Lafayette aan zijn twee Nederlandse bezoekers vertelde, de moderne lezer helder de donkere zijde van de Verlichting, de enorme gevaren die moderne techniek en moderne ethiek met zich meebrachten, en waarvan men zich, naar het schijnt, in de tijd zelf amper bewust was. |
|