| |
Verschenen
G.M. Mesland, Frans Hemsterhuis' filosofie. Ljouwert, Utjouwery Frysk en Frij 2001. 172 blzz. isbn 90-73554-65-9. Prijs 17,95 euro.
Na een korte biografische schets worden Hemsterhuis' belangrijkste werken volgens tijd van ontstaan besproken. aan de hand van kenmerkende trefwoorden. Dit samenvattende boekje is een redelijk geslaagde eerste inleiding in het denken van Hemsterhuis.
[ah]
| |
| |
| |
Alexander Piatigorsky, Freemasonry. Londen, Harvill Press 2000. isbn 1860462650.
Deze wetenschappelijk verantwoorde, lijvige studie over de oorsprong van de vrijmetselarij is eerder verschenen onder de prikkelende titel Who's afraid of Freemasons?
[mvv]
| |
A.H. Huussen jr., ‘Het proeces tegen Jacob Campo Weyerman (1739)’, in: Groniek. Historisch tijdschrift 153 (2001), p. 483-496.
In het Groningse blad voor historici. Groniek, verscheen onlangs een artikel van A.H. Huussen over de strafzaak tegen Weyerman die geleid heeft tot zijn levenslange gevangenschap op de Gevangenpoort te Den Haag. Aan de hand van deze rechtszaak laat de auteur de verschillende interpretaties zien die een rechtshistoricus (A.S. de Blécourt) en een cultuurhistoricus (Carlo Ginzburg) geven van bewijskracht en rechtsvinding door rechter en geschiedschrijver.
[mvv]
| |
Jan Caluwaerts en Hugo Simonart, Poorters van Brussel III 1695-1795. Leuven 2000. Poortersboeken van het hertogdom Brabant 2. 476 blzz. isbn 90-805539-1-3. Prijs 38,- euro (uitgave in eigen beheer: Amerikalaan 43, B-3000 Leuven).
Alle poorters van Brussel in deze periode, met opgave van plaats van herkomst, geboortedatum, burgerlijke stand, beroep, ouders, echtgenote, kinderen, motief om poorter te worden, woonplaats, datum van toelating, en soms nog meer. Een naslagwerk dat leidt tot verzuchtingen: waarom bestaat niet zoiets voor Amsterdam, Arnhem en Appelscha?
[ah]
| |
Jacob van Sluis, Bibliotheca Hemsterhusiana. Het boekenbezit van Tiberius en Frans Hemsterhuis, met genealogie en bibliografie. Leeuwarden, Damon 2001. 296 blzz. isbn 90-5573-229-x. Prijs 20,45 euro.
De bekendste Nederlandse filosoof van de 18e eeuw, Frans Hemsterhuis, stierf in 1790. Zijn bibliotheek, waarin ook opgenomen die van zijn vader, de graecus Tiberius Hemsterhuis, bevatte 4.000 banden. Van Sluis beschrijft in een korte inleiding de lotgevallen van deze bibliotheek. Daarna volgt een facsimile van de veilingcatalogus van een deel van deze bibliotheek (3.000 stuks) uit 1791, met een index nominum daarop. Tenslotte vindt men een artikel over het geslacht Hemsterhuis, en een bibliografie van de werken door en over de verschillende leden van deze familie. Deze uitgave biedt dus veel belangrijk materiaal voor het Hemsterhuis-onderzoek.
In deze bibliotheek zal eenieder willen zoeken naar auteurs en werken die bij zijn belangstelling passen. Er zijn werken van Spinoza, Swedenborg, Milton, Horapollo. Rousseau (Discours sur l'origine de l'inégalité), Langendijk (4 delen Gedichten), Focquenbroch. Ook vindt men: de satirische Nederduitsche Keurdigten met 10 vervolgen, de Menagiana. Goethe, Luzac, de Nagstudie van Justus Bickerstaf, en nog heel veel meer: voer voor talloze vragen. Las hij echt de Doorzichtige Heremyt, door Weyerman (sectie quarto's, nr. 881)?
[ah]
| |
William Blake, Het huwelijk van hemel en hel. Vertaald en toegelicht door Sylvia Koetsier. Utrecht, Erven J. Bijleveld 2001. 192 blzz. isbn 90-6131-985-4. Prijs 20,45 euro.
‘Without Contraries is no progression. Attraction and Repulsion, Reason and Energy, Love and Hate, are necessary to Human existence. From these contraries spring what the religious call Good & Evil.’
Aldus een stukje tekst op de derde plaat van dit kort na 1790 gepubliceerde derde werk, in ‘illuminated printing’, van Blake. Deze is de laatste decennia gaan behoren tot de beroemdste figuren van de esoterische (?) Verlichting, maar in Nederland denkelijk nog steeds niet zeer bekend; evenmin zijn Nederlandse evenknie, Humbert de Superville. Bij Blake gaat het, in het citaat, om de overstijging van tegenstellingen. De uitleg van deze ideeën vindt men, na een facsimile-weergave van de originele uitgave, in een zakelijk essay van de bezorgster. Er volgt tevens een korte biografie. Op knappe wijze weet zij in kort bestek aan te geven hoe Blake oudere ideeën (als van Böhme, Milton) tot een geheel eigen wereld wist te transformeren die personen als Huxley, Jim Morrison wist te inspireren. Verplichte kost voor lezers die nog niet bekend zijn met de ossianistische, visionaire, archetypische beelden en woorden van Blake.
[ah]
| |
Ab Caransa, Vrijmetselarij en jodendom. De wereld een tempel. Hilversum, Verloren 2001. 240 blzz. isbn 90-6550-183-5. Prijs 17,70 euro.
Ietwat amateuristisch, aan Johannes Kinker opgedragen geschrift, zonder echte bronverantwoording, over het probleem hoe jodendom en vrijmetselarij in de loop der eeuwen met elkaar zijn omgegaan, en over de vraag of de vrijmetselarij in wezen christelijk is (de auteur meent van niet). Het heeft een zekere charme dat de auteur zich verwant voelt met de Haskala (de joodse variant van de Verlichting). Aan het eind vindt men lijsten van de joodse leden van verschillende belangrijke Nederlandse loges, in de 18e en 19e eeuw.
[ah]
| |
| |
| |
Charles de Montesquieu, Beschouwingen over de oorzaken van de grootheid en de ondergang van de Romeinen. Ingel., vert. en geannoteerd door Ivo Gay. 's-Hertogenbosch, Voltaire 2001. 166 blzz. isbn 90-5848-018-6. Prijs 26,80 euro.
Van deze tekst uit 1734, voor het eerst gedrukt te Amsterdam, valt niet te verwachten dat de Romeinen bevraagd worden op hun Bruto Nationaal Product, of behandeld worden op de wijze van de mentaliteitsgeschiedenis. Montesquieu is wel verfrissend in die zin dat hij de Romeinen niet te voet valt en geëxalteerd aanbidt renaissancistico aut classisistico modo, maar hij lijkt mij in zijn verlichte vernieuwingsdrang wat erg ver te gaan wanneer hij de eerste eeuwen van de geschiedenis van Rome beschrijft, uitsluitend in functie van de drang naar roof en plundering bij alle Romeinen. Hij vergelijkt hen in dit opzicht voortdurend met allerlei nomadische Centraalaziatische volkeren. Er is nog niets zichtbaar van de latere bewondering voor Rome als republiek, die inspiratiebron voor de revolutionairen van 1789.
[ah]
| |
Kees van Strien, De ontdekking van de Nederlanden. Britse en Franse reizigers in Holland en Vlaanderen, 1750-1795. Utrecht, Het Spectrum 2001. 284 blzz. isbn 90-274-5197-4. Prijs 17,95 euro.
Vlot geschreven boekje over een honderdtal reizigers in deze gewesten, met het boeiendste uit hun reisverslagen, langs enkele hoofdroutes, samengevat. Deze methode van beschrijven waarin de ervaringen van velen, uit alle rangen en standen, samengenomen zijn, is zeer informatief. Zo blijkt het een normaal verschijnsel dat in de Amsterdamse schouwburg prostituees zochten naar clienten. Veel aandacht voor de prijzen van alles.
[ah]
| |
Een verdeelde Verlichting. Stemmen uit de spectators. Samenstelling: Dorothée Sturkenboom. Amsterdam, Athenaem-Polak & Van Gennep 2001. Griffioen. 168 blzz. isbn 90-253-5878-0. Prijs 6,95 euro.
In deze reeks ditmaal een heel aardige bloemlezing uit spectatoriale geschriften. De bezorgster heeft telkens drie teksten gerangschikt, onder haar vier thema's: Vrouwen en mannen. Hogergeplaatsten en ondergeschikten. Vreemd en eigen. Lichaam en geest. De teksten zijn gekozen uit bekende tijdschriften (de Hollandsche Spectator. De Vaderlander) maar ook uit minder bekende (De Mensch Ontmaskert, het Bataafsch Musaeum. Tegelijkertijd is de keuze bepaald door de verschillende vormelementen in deze periodieken gebruikt, zodat we zowel een fictieve lezersbrief vinden als een betoog, een psychologische karakterschets, een sentimentele geschiedenis en een allegorische droomvertelling.
Het nawoord stelt kort en helder zaken aan de orde als stijlmiddelen en regie, schrijvers en leespubliek, verlichte idealen, sekseverhoudingen, sociale verhoudingen en zo nog het een en ander. De annotatie (in deze reeks altijd een lastig probleem) is duidelijk en soepel. Mijn enige kritische opmerking is: dat het wat vreemd aandoet bij een tekst uit 1750 over een genootschap van ‘echte’ adellijken een patriotse illustratie geplaatst te zien (p. 36) met het onderwerp ‘De Nederlandsche Aristocraet’. In het taalgebruik van die tijd is een aristocraat immers een lid van de gesloten bestuursélite en slechts bij uitzondering tevens edelman.
[ah]
| |
Hendrik van 't Veld, Beminde broeder die ik vand op werelts pelgrims wegen. Jan Luyken (1649-1712) als illustrator en medereiziger van John Bunyan (1628-1688). Utrecht, De Banier 2000. Proefschrift VU. isbn 90-336-0479-5. 560 blzz. Prijs 24,95 euro.
In 1682 verscheen Eens Christen Reyse: vertaling van Bunyans The Pilgrim 's Progress. De titelprent is van Luyken. Later werden andere vertalingen van Bunyans werken, in de periode 1683-1689, door Luyken van in totaal 28 etsen voorzien. Die prenten werden ook opgenomen in Bunyan-heruitgaven in Engeland zelf, ook elders (Duitsland, Denemarken, China, Japan). I. van Eeghen bezat zelfs de overtuiging dat een deel van het werk van Bunyan aan Luyken toegeschreven moest worden. Hier worden de relaties van die prenten met het werk van Bunyan onderzocht. Het proefschrift is echter evenzeer waardevol wegens het goed onderbouwde en gedetailleerde onderzoek naar het leven van Luyken en diens geestelijk milieu (Boehmisten, nonconformistische ‘chrétiens sans église’), en de gegevens over Engels-Nederlandse betrekkingen in deze periode. Bovendien vindt men een nieuwe chronologische bibliografie van het werk van Luyken. Het boek mag nu gelden als het standaarwerk-Luyken. Jammer, dat de honderden kwalitatief hoogstaande illustraties, zoals hier afgedrukt, niet goed tot hun recht komen: er is nogal goedkoop papier gebruikt. Begrijpelijk: waarschijnlijk zou de uitgave anders onbetaalbaar geworden zijn.
[ah]
|
|