Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 21
(1998)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdCampisten op weg naar de wilhelmieten in Huijbergen
| |
[pagina 53]
| |
Uit de aantekeningen bij deze schone legende kon de lezer vernemen, dat ‘begheven’ onder andere ‘afstand nemen’ betekende en dat iemand als broeder Ghijsbrecht afstand van de wereld genomen had en toegetreden was tot zo'n strenge kloosterorde als die van de willemijnen. De willemijnen of wilhelmieten waren volgelingen van St.-Willem. Maar wie is de heilige Willem, wiens feestdag door de kerk op 10 februari gevierd wordt? Willem van Maleval, ook wel Willem de Grote genoemd, veranderde rigoureus zijn wereldlijk en bandeloos leven. Na zijn bekering pelgrimeerde hij met zware ketenen om zijn lijf naar Rome, waar hij vergiffenis voor zijn zonden vroeg. Als kluizenaar leefde hij ergens in Italië in een onherbergzame streek. Dat bizarre oord bij Castiglione heette Maleval (Malavalle) en daar stichtte hij de congregatie van de wilhelmieten. Willem stierf in 1157; hij wordt vereerd in Malavalle en in diverse benedictijnerkloosters. Deze heremietencongregatie was verspreid over Italië, Frankrijk, Duitsland en de Nederlanden. In 1278 vroeg de Heer van Breda aan de monniken van St.-Wilhelmus uit 's-Hertogenbosch om in Huijbergen - dat lag toen op de rand van zijn gebied - een klooster te stichten. Zo konden de wilhelmieten de woeste gronden daar in cultuur brengen. Maar onder keizer Jozef II (1741-1790) werden de kloosters van deze orde opgeheven in alle streken van zijn rijk. Slechts één ervan overleefde het Jozefisme en de Franse revolutie: het Mariaklooster van Huijbergen. De enig overgebleven pater stond de resterende kloosterbezittingen af aan het bisdom Breda, dat in 1847 aan een franciscaanse onderwijscongregatie toestemming gaf om zich in die lege kloostergebouwen te vestigen. Door de Duitse bezetters werd het kloostercomplex in 1944 verwoest; alleen het poortgebouw bleef gespaard. Het Wilhelmietenmuseum is in dit gerestaureerde poortgebouw ondergebracht. Weyerman trekt fel van leer tegen de smulpapen onder de zogenaamd sober levende monniken: De befaamde abdy van Huybergen, buyten Bergen op Zoom, zal ons een Denkbeelt verschaffen van de Leevens wyze der Monnikken, welke Abdy vry beter gelykt na een Stads Herberg, door de Bacchus Boekzaal van Pinten, Kannen, en Stoopen, als na een Abdy van Religieusen; welkers paapen de Kindermaakers gedoopt zyn, (de Benaaming komt over een met de werkken) by de Roomsche en Onroomsche gebuuren; en welke Paapen zo een boetvaardig Leeven leyden, dat 'er geen Nieuwe Priesters meer moogen ingewyd worden, in die Kuyl der Gruwelen, dewyl den Bisschop van Antwerpen geordonneert heeft, dat die Sprinkhaanen zullen uytsterven.Ga naar eind2. Uit een publicatie van C.F. GabrielsGa naar eind3. weten we dat in 1700 de wilhelmieten in Huijbergen meer schulden dan goederen bezaten. Onder prior Siardus Bogaerts en diens opvolger Petrus Borrekens was die schuld opgelopen tot 12.500 gulden. De financiële problemen vormden de bron van de vele conflicten met de leiding van de wilhelmieten. De inkomsten van het klooster waren zo gering dat de overste serieus heeft overwogen het Huijbergse klooster te fuseren met de abdij van Tongerlo. Dit leidde tot een ongewenste visitatie door de overste van de wilhelmietenorde, die een van zijn kloosters niet wilde verspelen aan de concurrent. Vermoedelijk heeft de bisschop van Antwerpen zich met de conflicten binnen de kloostermuren en met de fusie tussen twee verschillende orden bemoeid. Waarschijnlijk heeft Weyerman in Breda, Antwerpen of Bergen op Zoom lucht gekregen | |
[pagina 54]
| |
van deze conflictstof en heeft hij de zaak nog wat opgeblazen ook. Waar rook is, daar is vuur. Iedere campist zij gewaarschuwd voor deze abdij, waar de kanunniken wellustig leven, ‘Qui curios simulant, & Bacchanalia vivunt’. Dat wil zeggen: ‘In schyn de Curien, in Maatigheyt ophaalen, En smullen, dag en nacht, gelyk de Sardanapalen.’ |