Schouten en Pek: Weyerman-bezitters
In De Boekenwereld van februari 1993 verscheen van Casper Gijzen een informatief artikel over de Dordtse reder Jan Schouten (1786-1852). De vermelding dat Schouten een aantal tijdschriften van Weyerman gehad moet hebben, blijkens de veilingcatalogus die na zijn overlijden werd opgesteld, was voor mij aanleiding de catalogus zelf te raadplegen.
Naast zijn werk in de scheepsbouw was Jan Schouten lid van het hoofdbestuur van de vrijmetselarij. Bovendien was hij een fanatiek verzamelaar: van prenten, tekeningen, handschriften en van boeken. Eind 1852, na Schoutens overlijden, deed het Amsterdamse veilinghuis C. Weddepohl de catalogus van de omvangrijke collectie verschijnen. Het tweede deel omvatte Schoutens bibliotheek met ruim 3800 kavels boeken op het gebied van godgeleerdheid, oudheden, wereldlijke en vaderlandse geschiedenis, politiek en staatkunde, wapen- en penningkunde, aardrijkskunde en literatuur.
In het Leidse exemplaar van de veilingcatalogus (sign. 1165 F 1) zijn de kavelnummers voorzien van aantekeningen over de koper en de prijs die ervoor betaald is.
De werken van Weyerman zijn ondergebracht in de rubriek ‘In- en uitlandsche oude en nieuwe letterkunde [...]’. Kavelnummer 781 betreft De Doorzichtige Heremiet, Het Oog in 't Zeil, en Den Persiaansche Zydewever, en werd gekocht door ene Pek (Peck?) voor f 0,70. Dezelfde Pek kocht ook kavelnummer 783, Den Echo des Weerelds, voor f 0,60, en kavelnummers 784 en 785, respectievelijk Den Amsterdamschen Hermes en De Rotterdamsche Hermes, tezamen voor f 0,60. Voor Den Ontleeder der Gebreeken (kavelnummer 787) lijkt Pek geen belangstelling te hebben gehad; dit werk ging van de hand voor f 0,40 aan een zekere Penha.
Voor zover ik heb kunnen nagaan, bezat Jan Schouten behalve deze 7 titels geen andere werken van Weyerman. De koper van de eerste zes genoemde werken, Pek, lijkt een liefhebber van Weyerman te zijn geweest: zijn naam komt in de met de hand geschreven notities nog maar twee keer voor. Wie achter de naam van Pek schuilgaat, is mij niet bekend.
M. van Vliet