Kesmes in Deventer
Een niet genoeg te waarderen tekst is de in 1708 verschenen, ook aan Weyerman bekende, Beschryvinge van het magtig Koningryk Krinkes Kesmes, van de Zwollenaar Smeeks, met zijn enorme opeenstapeling van denkbeelden uit de filosofieën van de Verlichting, het hermetisme, en wat al dan niet. Reden genoeg voor de classis van Zwolle om in 1709 te spreken van de ‘domme godloosheid’ in dit boek, en om in 1710 Smeeks te ondervragen. Daarbij vallen termen als ‘Godvergetenheid en Spinosisterije’ (zie de inleiding van de KLP-editie, p. 21-22).
Aangezien wij elk nieuw feit betreffende de receptie en bekendheid van deze tekst winst achten, vermelden wij het volgende. In een andere classis van Overijssel, die van Deventer, komt Krinke Kesmes één keer ter sprake. In de notulen van de classisvergadering van 9-10-11 april 1709 heet het, bij de behandeling van de artikelen 14 en 15: ‘Handelende van het Liecentieus boekdrukken, waar tegen bij deze vergaderinge gewaakt wordt; en waren aan dezelve daar van geen nieuwe staaltjes voorgekomen, als alleen van een zeeker ergerlijk boekje van Krinke Kesmes, van eenen Henrik Smeeks chirurgijn tot Zwolle.’ (GA Deventer, Acta classis in dato).
Verder komt Smeeks niet ter sprake; ook niet in de acta van de gereformeerde kerkeraad te Deventer zelf. Men liet het kennelijk aan Zwolle over om actie te nemen. Desondanks lijkt het, gezien deze Deventer reactie, interessant eens te bezien of de Krinke Kesmes op meer plaatsen in de Republiek van kerkelijke zijde de aandacht getrokken heeft.
André Hanou & Denise Snoodijk