Redactioneel
Het derde lustrum mocht dan in januari ingeluid worden met taart, niets is toepasselijker dan de lezers van dit blad te onthalen op een rijk gevulde aflevering bij de afsluiting van het lustrumjaar. Dit derde nummer is niet alleen dubbeldik; dankzij de inzet van André Hanou en enkele van zijn studenten is het tevens een themanummer geworden. Acht van de negen artikelen zijn gewijd aan Weyermans De zeldzaame leevensbyzonderheden van Laurens Arminius, Jakob Campo Weyerman, Robert Hennebo, Jakob Veenhuyzen, en veele andere beruchte personaadgien. Vervattende derzelver byzondere ongemeene beurtverwisselingen, verwonder-lyke avontuuren, en geestryke schertsen, by wyze van vrolyke 't zamenspraaken, beyde in onrym en rym, in 1738 uitgegeven door Barent Dass te Amsterdam. In zeven artikelen maken de studenten ons deelgenoot van hun bevindingen omtrent deze ‘roman’ van Weyerman. Als inleiding bij deze verslagen van onderzoek dient een artikel van de hand van Hanou.
Het nummer opent met een artikel van Peter Altena, gewijd aan de vrijmetselarij, dat onafhankelijk van de werkgroep ‘Laurens Arminius’ tot stand kwam, maar wel al op enkele onderwerpen uit De zeldzaame leevens-byzonderheden vooruitloopt.