Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 15
(1992)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 33]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Over het Woordenboek op (de werken van) Jacob Campo Weyerman
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De redactie van het WOWHet idee om een woordenboek op de werken van Weyerman te maken, lag in ons geval tamelijk voor de hand. Niet alleen zijn wij, net als u, Weyermanliefhebber, maar bovendien houden we ons bij het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) beroepsmatig met de lexicografie bezig: Tanneke Schoonheim als redacteur van het Vroegmiddelnederlands Woordenboek (VMNW) en Dick Wortel en Rob Tempelaars als respectievelijk taalkundig assistent en redacteur van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT). Gedrieën vormen wij wat we zelf de redactie van het WOW noemen, hetgeen in de praktijk betekent dat ieder van ons in de spaarzame vrije uurtjes veel tijd en energie steekt in het verzamelen van saillante Weyermanwoorden. Daarbij kunnen we ons gelukkig prijzen met Ronald Braam, die ons behulpzaam is bij de automatisering van bepaalde werkzaamheden en, zoals we in het vervolg nog zullen uiteenzetten, speciaal voor het WOW programmatuur ontwikkelde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 34]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het belang van het WOWWie een woordenboek wil maken, doet er goed aan eerst vast te stellen wat het nut van een dergelijk produkt is en voor wie het van belang zou kunnen zijn. Het eerste doel van het WOW is uiteraard inzicht te geven in het specifieke taalgebruik van Weyerman. Wie uitspraken wil doen over de stijl van Weyerman, de door hem gebruikte principes van woordvorming of de betekenissen en betekenisnuances van de diverse door hem (vaak speels) gebruikte woorden, zal moeten beschikken over een zo compleet mogelijk overzicht van relevante vind- en bewijsplaatsen. De enorme omvang, het fragmentarische karakter en de relatief hoge moeilijkheidsgraad van Weyermans werk maken een dergelijk overzicht des te gewenster, temeer nog daar het woordcommentaar in de traditie van de Weyermanexegese minder aandacht heeft gekregen dan de (evenzeer noodzakelijke) verklaring van vermelde personen en zakenGa naar eindnoot2.. Onder het specifieke taalgebruik van Weyerman verstaan we dus dat wat typerend voor Weyerman als individueel auteur is: het idiosyncratische element in zijn taal dat hem onderscheidt van al zijn tijdgenoten en collega-auteurs. Daarnaast is en blijft Weyerman, ook in zijn taalgebruik, een exponent van zijn tijd. De taal van Weyerman is - hoe men het ook wendt of keert - een achttiende-eeuwse taal en veel woorden, verbindingen, uitdrukkingen enz. zijn typerend voor het tijdvak waarin hij leefde (1677-1747). Het tweede belang van het WOW schuilt dan ook in de lexicografische analyse van de achttiende-eeuwse taal, of, anders gezegd, het WOW draagt noodzakelijk de kiem in zich van een (breder opgezet) achttiende-eeuws woordenboek. Ook hier wordt het belang van het WOW vergroot door een externe omstandigheid: om uiteenlopende redenen is het achttiende-eeuws tot nu toe het ‘ondergeschoven kind’ van de Nederlandse lexicografie geweest, terwijl het in ruimer verband ook in de historische taalkunde een stiefmoederlijke behandeling ten deel viel. Illustratief voor zowel die stiefmoederlijke behandeling van het achttiende-eeuws als het belang dat aan de Weyerman-teksten gehecht moet worden, is het opnamebeleid van het WNT. De oudste delen van het WNT bevatten weinig of geen citaten van Weyerman, terwijl men in de nieuwere delen zeer regelmatig citaten uit het werk van Weyerman tegenkomtGa naar eindnoot3.. Niettemin werd het belang van Weyermans werk reeds vroeg door de redactie van het WNT ingezien: in 1893 - nadat de tweede generatie WNT-redacteuren de opzet van het Woordenboek stilzwijgend maar ingrijpend gewijzigd hadGa naar eindnoot4. en lang vóór de Weyermanrevival - werd het eerste Weyermancitaat opgenomenGa naar eindnoot5., waarna, zij het soms minder juistGa naar eindnoot6., steeds vaker uit Weyermans werk werd geciteerd. Zo treft men in het enige Supplementdeel (A-Azuursteen), dat in 1956 verscheen, liefst 60 citaten uit het werk van Weyerman aan. Dat de onlangs overleden WNT-redacteur en Weyermanlief-hebber, -verzamelaarGa naar eindnoot7. en -kenner C. Kruyskamp daarin de hand heeft gehad, behoeft geen verwondering te wekken: meer dan wie ook heeft Kruyskamp het belang van Weyerman erkend en meer dan wie ook heeft hij binnen de kringen van het WNT het gebruik van Weyermanniana als bron gepropageerd. Wie de in het WNT opgenomen Weyermancitaten overziet, is al spoedig overtuigd van het lexicografische belang daarvan: niet zelden is een woord of verbinding voor het eerst of uitsluitend bij Weyerman aangetroffen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 35]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een derde argument voor het opzetten van het WOW is gelegen in het feit dat het gebruik van de computer grote mogelijkheden biedt. In de woorden van Riet Hoogma: ‘De computer is vooral nuttig daar waar grote hoeveelheden gegevens tegelijk geordend en geanalyseerd moeten worden. Wie even stilstaat bij de aard en omvang van Weyermans werk kan maar één conclusie trekken: Weyermans oeuvre schreeuwt om electronische bewerking.’Ga naar eindnoot8. Daarenboven zou een dergelijk, met behulp van de computer tot stand gebracht woordenboek op het werk van één auteur een unicum op lexicografisch gebied zijn. De weinige verklarende woordenboeken op Nederlandse schrijvers die er bestaan, zijn sterk verouderd, niet nauwkeurig of weinig volledigGa naar eindnoot9., hetgeen de auteurs ervan - die het immers zonder computers moesten stellen - vaak nauwelijks kwalijk genomen kan worden. In dit verband zijn bij voorbeeld te noemen: het Uitlegkundig Woordenboek op de werken van Pieter Korneliszoon Hooft, uitgegeven door de tweede klasse van het Koninklijk Ned. Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en Schone Kunsten (Amsterdam, Pieper en Ipenbuur, 1825 deel 1 A-F, 1828 deel 2 G-M), het Woordenboek op de Gedichten van G.Az. Bredero (Leiden 1857) en het Taalkundig Woordenboek op de werken van P.C. Hooft (Leiden 1868) van A.C. Oudemans, het Woordenboek op de dichtwerken van mr. W. Bilderdijk (Haarlem 1878) van A. Bogaers en het Glossarium op de refereinen van Anna Bijns (Rotterdam 1876) van A. Bogaers en W. van HeltenGa naar eindnoot10.. Of het Woordenboek op (de werken van) Weyerman ooit aan deze lijst toegevoegd zal worden, is vooral afhankelijk van de beheersbaarheid van het overvloedige materiaal, die in de werkwijze en de opzet van het WOW gewaarborgd moet worden. Een WOW dus dat de liefhebbers van Weyerman, van de achttiende eeuw, van historische taal- of letterkunde en van de historistische lexicografie belang zou kunnen inboezemen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De werkwijze van het WOWIdealiter zouden we voor het samenstellen van een woordenboek op Weyerman de beschikking moeten hebben over het volledige werk van Weyerman op floppy. De tweede stap is dan dat woordindices gemaakt worden, waaruit - op grond van tevoren vastgelegde, eenduidige principes - het te bewerken materiaal geselecteerd wordt. Daarna wordt al het informatieve materiaal (annotaties in tekstedities, woordcommentaar in artikelen enz.) verzameld, voor zover dat althans betrekking heeft op de te bewerken woorden. Pas dan kan de redactionele bewerking plaatsvinden. Nu zijn de mogelijkheden van ook de meest geavanceerde tekstscanners vooralsnog (nog) te beperkt om het volledige werk van Weyerman op een rendabele en kwalitatief goede wijze in te lezenGa naar eindnoot11.. Bovendien is een eerste vereiste voor het WOW dat het materiaal beheersbaar blijft. Het uitgangspunt voor de materiaalverzameling is dan ook geweest: verzamel dat wat als typerend voor Weyerman aandoet, hetzij in de meer algemene zin van het achttiende-eeuws, hetzij in de meer idiosyncratische zin. Voor onze materiaalverzameling richtten we ons allereerst op de lexicografische werken die citaten uit het werk van Weyerman opgenomen hebben en waarbij - door de lexicografen - als het ware reeds een voorselectie is geschied. We doelen hier uiteraard op de Weyermanwoorden in het Erotisch Woordenboek (2de dr. 1980) en het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WNT, die gemeen hebben dat ze qua vorming, betekenis of anciënniteit zo bijzonder zijn, dat tot honorering besloten werd. Naar ons oordeel mogen deze woorden en hun vindplaatsen in het WOW dan ook niet ontbreken. De Weyermanwoorden uit het Erotisch Woordenboek zijn inmiddels in het WOW verwerktGa naar eindnoot12. en ruim een derde van het WNT is (handmatigGa naar eindnoot13.) geëxcerpeerd op Weyermanvermeldingen en -citaten, die eveneens reeds in het WOW zijn opgenomen. De citaten worden eerst op fiches uitgeschreven en daarna op de computer verwerkt. Alleen al het excerperen van het WNT heeft een respectabel aantal Weyermancitaten opgeleverd, zoals uit het overzicht in bijlage 1 moge blijken. Ronald Braam heeft, speciaal voor het WOW, computerprogramma's ontworpen die ons enkele routinewerkzaamheden besparen. Zo heeft hij een speciale versie van het tekstverwerkingsprogramma WordStar ontworpen, die gebruikt kan worden voor het invoeren van Weyermancitaten. Aan deze versie kunnen verschillende specifieke programma's worden verbonden, die onder meer in staat zijn een lijst te maken van alle woorden die in de citaten voorkomen, zodat een frequentielijst, een lijst van spellingvarianten e.d. vervaardigd kan worden. Een speciaal printprogramma drukt de ingevoerde tekst in twee kolommen af, compleet met kopjes boven de kolommen. Tot slot hebben we de beschikking over een programma dat in staat is een lijst te maken van lemmata met de daarbij behorende vindplaatsen, waardoor we voortdurend kunnen zien welke lemmata op een bepaald moment ingevoerd zijn en hoeveel vindplaatsen van elk lemma reeds voorradig zijn. In bijlage 2 is een dergelijke, al wat oudere lijst opgenomen. Naast de lexicografische werken zijn we ook bezig een aantal Weyermanniana te excerperen en te verwerken, t.w. Den Vrolyke Tuchtheer (ed. Hanou, in ons bestand H.), De Levens-Beschryvingen der Nederlandsche Konst-schilders (eerder afgedrukt in Med. JCW), Democritus en Heraclitus Brabantsche Voyagie (ed. 1726), Den Heer is betoovert, De Vruchtbaare Juffer, het Vermakelyk Wagen-praatje (ed. Maréchal, in ons bestand M.) en De Zeldzaame Leevens-byzonderheden van Laurens Arminius, Jacob Campo Weyerman [...] en veele andere beruchte persoonaadgien, terwijl eerder al het woordcommentaar dat Jos Leenes (in ons bestand L.) maakte op de afl. van Maandag 11 Oktober 1723 van Den Ontleeder der Gebreeken integraal verwerkt werd. Definities die in het Erot. Wdb., het WNT, tekstedities en andere bronnen gegeven worden, nemen we voorlopig op in het bestand (met bronvermelding). Ook andere informatie kan, al dan niet in een apart commentaarveld, opgenomen worden. Bij de uiteindelijke bewerking zullen deze informatieve gegevens voor een deel weer uit het bestand verdwijnen. Overigens kwamen we al spoedig tot de conclusie dat de annotaties in de diverse tekstedities maar beperkt bruikbaar zijn. Daarbij doelen we niet zozeer op gemaakte fouten of onvermijdelijke onjuistheden, maar veeleer op het essentiële verschil tussen een betekenisomschrijving in een woordenboek en de annotatie in een teksteditie of artikel. Daar waar de annotatie bedoeld is om het woord in zijn context duidelijk te maken en de context vaak letterlijk een woordje meespreekt, dient in een woordenboek zoveel mogelijk de ‘kale’ betekenis van het woord zelf gegeven te worden. Bovendien voldoet de annotatie vaak niet aan de algemeen aanvaarde, lexicografische principes van betekenisomschrijving. Zo is er niets op tegen dat het woord doorgaat in de editie van het Verm. Wagenpr. wordt omschreven met ‘Met gaatjes’, maar als definitie voldoet ‘Met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaatjes’ niet: de betekenisomschrijving kan immers niet in de plaats van het beschreven woord gebruikt worden. In het WOW kunt u dan ook lezen: DOORGAAT. Voorzien van gaten; doorboord. - Met gaatjes, M. // Wier tanden [...] nog snoder zyn doorgaat, als de zeepalen [...] worden uytgeholt by de paalwormen, Verm. Wagenpr. 36. Hetzelfde geldt als een woord niet in functie van de woordsoort gedefinieerd wordt, zoals in: GORTIG. Lijdend aan de ‘gort’, d.i. een bep. bij varkens voorkomende ziekte, waarbij korrels in het vetweefsel voorkomen. - Varkensziekte (gort- en gerstachtige korrels o.d. huid), H. // De verkens wierden gortig, Vrol. Tuchth. [1]. Voor de overige te excerperen werken streven we in ieder geval naar een zekere spreiding in tijd, genre en specifiek taalgebruik (bastaardwoorden, dialectisch gekleurde taal, gelexicaliseerd naamkundig materiaal e.d.). Daarnaast overwegen we of het wenselijk is kleinere teksten in hun geheel op te nemen, waarbij vooral te denken valt aan de twintig afleveringen van de Echo des Weerelds die al op floppydisk verkrijgbaar zijn en de tekst van De Vruchtbaare Juffer die we zelf al op floppy hebben gezet. De voordelen van een dergelijke werkwijze zijn duidelijk: een grotere objectiviteit van het materiaal is ongetwijfeld het resultaat en op basis van een complete tekst ontstaat de mogelijkheid om via de computer woordindices te maken van alle in de tekst gebruikte woorden en kunnen citaten betrekkelijk eenvoudig automatisch geproduceerd worden. Het nadeel van een dergelijke methode is echter ook evident: als gevolg van de gedeeltelijke automatisering zou het materiaal enorm in omvang toenemen, hetgeen zonder twijfel het gevaar van onbeheersbaarheid reëel maakt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De vorm van het WOW-lemmaZoals u uit de voorgaande voorbeelden al hebt kunnen opmaken, is de vorm van het WOW-lemma te vergelijken met een ingang in het WNT: LEMMA (in de genormaliseerde vorm) + eventuele nevenvormen + woordsoort (slechts bij dreigende verwarring, vooral bij homonymie) + werkdefinitie + evt. andere informatie + het hek (//) als markeringsteken tussen redactionele tekst en citaten + citaat/citaten (al dan niet met redactionele toevoegingen of weglatingen) + verkorte titel + blz. + evt. commentaar. In tegenstelling tot het WNT hanteren we bij de aanhalingen vaak een esthetische norm: de Weyermancitaten dienen niet alleen als bewijsplaats, maar moeten ook leesbaar zijn als zelfstandige fragmenten uit Weyermans werk. Sinds kort plaatsen we ook de minder belangrijke afleidingen en samenstellingen - in het WNT-jargon de zgn. ‘opnoemers’ - onder het hoofdlemma, aangezien dit een voortdurende herhaling van definitie-elementen voorkomt en een aanzienlijke | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ruimtebesparing oplevert. Onder het niet onbelangrijke lemma koffiehuis vindt u dus niet alleen de verbinding Frans koffiehuis, maar tevens samenstellingen als koffiehuisjongen, koffiehuisklok, koffiehuisknecht, koffiehuisprofessor en koffiehuisstaatkundige: KOFFIEHUIS. Publieke, vooral voor de gegoede burgerij als ontmoetingscentrum fungerende localiteit waar men oorspr. alleen koffie (en chocolade), maar later ook andere dranken, en zelfs spijzen, gebruiken kon. - Het koffiehuis is een plaats waar men bekenden ontmoet, de nieuwtjes bespreekt, coeranten leest, speelt, en ook waar besloten gezelschappen, ‘colleges’, ‘clubs’, bijeenkomen. Het 18e-eeuwse koffiehuis was een trefpunt voor de gegoede burgerij. Men discussieerde er vaak ernstig over het zedelijk en moreel verval (L.). // Die persoon [...] begaf zig in dat Koffihuys een uur voor beurstydt, Verm. Wagenpr. 74. Die Aktionisten, die [...] hunne gewigtigste affaires in een Koffiehuis [...] beslissen, Rott. Hermes 298. Ik wees hem na het koffihuijs, want met te vraagen Bereijkt men Romen, Den Heer is betoovert 13. Onder het nog niet geattesteerde woord koffie zullen, naast een verwijzing naar het frequent gebruikte koffiehuis, de koffieman, de koffieschenker en de koffiezaal te vinden zijn: KOFFIE. Nog niet geattesteerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
slaagde aan dien Niklaas, vielen zy ook in die mode hals over kop, Zeldz. Leevensbyzond. 60. Nu we een kleine 2000 citaten verwerkt hebben, krijgt ook in de ruwe, nog nader te bewerken versie het woord vaak al een polyseme structuur. We laten hier enkele voorbeelden volgen: AAP. 1) Eigenlijk en in zinnebeeldig gebruik. ‘Vierhandig zoogdier, zoowel in inwendig samenstel als in uitwendig voorkomen het meest den mensch nabijkomende’, WNT. AAS. 1) Als scheldwoord voor iemand die geslepen is, kreng, WNT. // Het heugt me, dat ik eens met dat Aas [een procureurszoontje] na 's Gravenhage voer, Demokr. en Herakl. 105 [ed. 1726]. Een schoone Brak [...] vroeg aan den Beschutter, waarom hy dat leelyk Aas [een oud reutje] niet op de vacht viel en een' tantslag gaf? Rott. Hermes 104. Het Aas [de Heer L.A.] was beyde begaaft met kennis en geest, Zeldz. Leevensbyzond. 35. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
niet bekent geweest met dien godloozen Theologant [Jan Toland], Zeld. Leevensbyzond. 42. AIR. In de bet. 1) in ons materiaal tot dusver uitsl. aangetroffen in de verkleinvorm. Het meest interessant zijn uiteraard de woorden die niet in het WNT voorkomen, zoals ecclesiastiek (Vrol. Tuchth., Opdr. 5), gascogner (Vrol. Tuchth., Opdr. 4), kermismedicijnmeester (Verm. Wagenpr. 70), mangraag (Vrol. Tuchth. 270, Zeldz. Leevensbyzond. 146), schribbelaar (Vrol. Tuchth. 2) enz. Het ontbreken van het betreffende woord in het WNT wordt telkens in het commentaarveld vermeld. Daarnaast kan het commentaarveld benut worden voor andere, bijvoorbeeld etymologische informatie: REVANCHE. 1) Wraak(oefening), vergelding(sactie), genoegdoening. - WNT. // Revenge! Revenge! al zou 'er 't heele Land van Wagen, Antw. Courant. 16. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BesluitIn het voorgaande hebben we getracht u in het kort een beeld te schetsen van een woordenboek in wording. Hoewel de vingers vaak jeuken zijn we nog lang niet toe aan het selecteren van het te bewerken materiaal en het bewerken van het geselecteerde materiaal. Aan een planning op lange termijn - die we aanvankelijk in een bui van tomeloze overmoed wel hadden gemaakt - wagen we ons voorlopig niet meer. Naarmate de opbouw van het corpus vordert en de representativiteit daarvan toeneemt, kunnen we meer definitieve beslissingen nemen over de te volgen procedures. Veel zal echter ook afhangen van uw enthousiasme voor het WOW. Aan geestdrift voor het plan ontbreekt het ons niet, maar gebrek aan tijd en mankracht verhinderen wel een zeer voorspoedige voortgang van het WOW. Bovendien - en het zij hier nog eens benadrukt - menen wij in het geheel niet de Weyermanwijsheid in pacht te hebben, maar zien wij voor ons vooral een uitvoerende en coördinerende taak weggelegd. Daarom wachten we met belangstelling al uw op- en aanmerkingen af, liefst vergezeld van citaten uit Weyermans werken (voor de echte fanatici: bij voorkeur uitgeschreven op fiches van 21 × 12 cm) of notities van opmerkelijke Weyermanwoorden met hun vindplaats(en)Ga naar eindnoot15.. Ook voor Weyermanteksten op floppy (3½ of 5¼ inch in WordStar of WordPerfect) houden wij ons van harte aanbevolen. Wellicht kunnen we dan over een jaar in de Med. JCW melden dat door de deskundigheid en inzet van talloze leden en vrienden van de Stichting Jacob Campo Weyerman het Woordenboek op (de werken van) Weyerman definitief het stadium van de kinderschoenen ontgroeid is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 1 - Weyermancitaten en -vermeldingen in enige WNT-delen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 2 - Lemmata met hun vindplaatsen
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|