Redactioneel
Op zaterdag 5 september a.s. vindt de jaarlijkse expeditievergadering van onze Stichting plaats te Rotterdam en zoals gebruikelijk staat dit nummer enigszins in het teken van de voorbereiding daarvan. Over details van de komende vergadering krijgt U trouwens persoonlijk nog nader bericht.
In dit nummer besteden we echter vooral aandacht aan de viering van het tweede lustrum van onze Stichting. We kijken hierbij met name terug naar de feestelijke middag op zaterdag 28 februari in het theater De Balie, vlakbij het Leidse Plein te Amsterdam. Deze geslaagde middag werd door onze Stichting georganiseerd in nauwe samenwerking met de Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam, die wij hierbij nog een uitdrukkelijk willen bedanken voor de door haar geboden, voortreffelijke faciliteiten en bijstand.
Na het welkomstwoord van de voorzitter beet Maarten Biesheuvel de spits af met de voordracht van zijn mooie verhaal, getiteld ‘Probleem van onsterfelijkheid en schoenen’. Maarten was aangezocht omdat hij een springlevend auteur is (hoewel hij dat in zijn verhaal poogde te bestrijden), een auteur ook wiens fantasie ongebreideld kan worden genoemd (vooral wanneer hij verslag uitbrengt van zijn dromen) en tenslotte is hij ook nog, zoals Weyerman, een meester op de korte baan. Daarenboven is Biesheuvel een tegendraads literator die bij geen enkele stroming in onze moderne letterkunde aansluiting vindt, wat bij Weyermanianen een ‘Aha-Erlebnis’ pleegt te veroorzaken.
Het publiek kwam vervolgens in de specifieke Weyermansfeer via de uitvoering van de liederen, resp. ‘Meysjes zyn lyk frissche bloemen’ (uit Den Vrolyke Tuchtheer), ‘Wat vliegt dees Kievit wondersnel’ en ‘Sa! dan laat ons rustig raazen (uit de Ontleeder der Gebreeken). Met veel inspanning en inventiviteit waren de originele melodieën van deze contrafacten achterhaald door Margot Kalse. Samen met de groep La Barca stond zij ook borg voor de schitterende vertolking van deze liederen, waarbij zij in meer dan één opzicht de juiste toon trof.
De bekende Juvenalis-vertaalster, tevens docente klassieke talen aan een Rotterdams lyceum en vriend van de Stichting, mevrouw D'Hane-Scheltema sprak over de ergernissen van Juvenalis, de Romeinse meester van de satire, en over zijn literaire kwaliteiten. Van de tekst van deze lezing kunt u kennis nemen in deze aflevering van ons tijdschrift.
Na de pauze hield mevrouw Hella S. Haasse een zeer gewaardeerde lezing onder de titel ‘Vernuft of venijn. Over satire in de achttiende eeuw’. De schrijfster geniet de laatste tijd als auteur van historische romans die zich in de achttiende eeuw afspelen, zeer veel belangstelling. Voor ons was dit een goede reden om haar uit te nodigen voor een lezing. Hopelijk kunnen we haar bijdrage waarin een weids panorama van de achttiende-eeuwse satire werd vertoond, een andere keer in de Med. JCW plaatsen.
Daarna volgde opnieuw een muzikaal intermezzo door Margot Kalse & La Barca met het liedje ‘'t Zyn geen Kluizenaren’ (uit Ontleeder der Gebreeken), een sonate op clavecimbel van Weyermans tijdgenoot Alessandro Scarlatti, uitgevoerd door Karin van den Beld, en het lied ‘Zamenspraak tusschen Damon en een jong