Een wandeling langs de tentoonstelling
Dick Wortel
De catalogus
De bezoeker wordt door de tentoonstelling geleid aan de hand van een catalogus, die werd samengesteld door Anton Bossers, Karel Bostoen, Jan Bruggeman, Marja Geesink, André Hanou en Jeroen van Heemskerck Düker. De catalogus is verkrijgbaar bij de ingang voor f 7,50.
Bijdragen in deze catalogus werden geleverd door Peter Altena, Karel Bostoen, Jeroen van Heemskerck Düker en Frank van Lamoen. Altena geeft in zijn artikel ‘Enige ongemeene levensbijzonderheden des schrijvers. Over het leven van Jacob Campo Weyerman (1677-1747)’ een volledig overzicht van het leven van deze ‘luidruchtige literator’. Dat dat niet zo eenvoudig is, blijkt reeds uit de door hem naar vorengebrachte specifieke moeilijkheid voor de literatuur-historicus, om feit en fictie uit elkaar te houden: Weyerman is immers ook legende. De literatuurhistoricus is daarom gehouden alle feiten nauwgezet aan archiefmateriaal te toetsen. Zo geeft Weyerman - om maar even een voorbeeld te geven - in zijn autobiografie op, dat hij werd geboren in Breda, maar iedere campist weet (hopelijk), dat hij in een legerplaats bij Charleroi het levenslicht zag. Altena doet een poging Weyermans stormachtige leven te inventariseren aan de hand van feiten. Er blijven echter nog vraagtekens staan. Studeerde Jacob bij de geleerde dominee Sandvoort om onderwezen te worden in het Hebreeuws, Grieks en in andere vakken, zoals hij dat zelf zegt, of niet. Waarom trouwde hij in 1713 niet met Johanna Ernst? Gebrek aan financiën, suggereert Altena. Na de nog in sluiers gehulde jeugd, die hij niet ‘als een monnik’ doorbracht, maar waarin zijn moeder hem onder het schilderen ‘met een model’ betrapte en, wat later, een ‘niet louter financiële affaire met de slagersvrouw’, stelt Altena zijn schilders- en kunsthandelaarsperiode aan de orde. Altena beschrijft dan hoe Weyerman van succesvol weekbladschrijver, met een op stand gelegen villa te Breukelen, aan lager wal raakt en uiteindelijk bankroet in Vianen belandt. De weinig verheffende periode, die in deze vrijplaats aanvangt en leidt tot in de Haagse Gevangenpoort, omdat het Hof van Holland niet meer om het steeds maar groeiende dossier van Weyerman heen kon,
vormt het laatste gedeelte van Altena's artikel.
Na de persoon Weyerman - zijn werk. Van Heemskerck Düker geeft in zijn bijdrage ‘Hier heb je den ontleeder der gebreeken! Over het oeuvre van Jacob Campo Weyerman’ een chronologisch overzicht van het werk van deze ‘onruststoker’. Aan het slot van zijn artikel kan een opmerking over de veranderde waardering van het werk van de ‘gonzende hoogvlieger’ niet achterwege blijven: ‘Hij is lang buiten de officiële literatuurgeschiedenis gehouden’, constateert Van Heemskerck Düker. Het werk van Weyerman werd door menig handboekschrijver veroordeeld als ‘een zamenraapsel van gemeenigheid, eene oefenschool van zedenbederf’, nu is dat anders.