langer uitstel als drie dagen, om zich deswegens te beraaden.
In 't kort den Konstenaar, scheide op dien voet als hy was gekomen, vriendelyk van weerskanten, doch min nuchteren als eenige uuren van te vooren.
Niettegenstaande den verliefde Schilder drie dagen nam tot zyn beraad, bedacht hy zich echter geen drie
[457:] minuten. Hy oordeelde het speelen van een leevensrol op het tooneel des waerelds wel zo eerlyk, als te verstrekken tot een kluchtrol aan duizende leegloopers op een zalftooneel onder de open lucht. Beducht van echter te moogen vervallen in eene zwakke luym, vertrok hy uit Frankfort, en verreisde op nieuws naar Batos graazige landsdouwen.’
(G. Marechal)
Pain et Vin - Vgl. Meded. p. 4l7: Pain-et-Vin (Paynwin), Mozes, Frans militair, *1620, + (gefusilleerd) jan. 1673 Alfen. Kolonel in Staatse dienst; ontruimde 29.12.l672 de schans te Nieuwerbrug bij Bodegraven waardoor de Franse troepen onder Luxembourg op Woerden konden terugtrekken. Een krijgsraad veroordeelde Paynwin tot levenslange gevangenisstraf en degradatie, maar stadhouder Willem III liet hem door een speciale rechtbank ter dood veroordelen.
In: Nijhoffs Geschiedenislexicon. Nederland en België. (samenst. H.W.J. Volmuller). 's Gravenhage-Antwerpen.
Hierin niets over Jacob Campo Weyerman c.s. zelf. (Nik P. de Vries)
Campo en Cornelia - In 1775 overleed Cornelia Outman. Zij was een welgestelde dame, die een ververij bezat, en woonde op de Bloemgracht te Amsterdam. Zij had twee echtgenoten overleefd: eerst Willem van Lent (of: Leut), en daarna Herman van Loon Abrahamsz.
Deze gegevens put ik uit de inventaris van haar boedel, die op 7 november 1775 door notaris Cornelis Houtman te Amsterdam opgemaakt werd (GA A'dam inv. no. 11625). En daaruit blijkt ook, dat Cornelia een verwoede Weyerman-lezeres was (óf haar voorgaande mannen; maar dat moet een geïnteresseerde in de Weyerman-receptie van de 18e eeuw maar eventueel aan de hand van voorgaande boedelinventarissen uitzoeken). Cornelia had in het algemeen veel boeken, waarbij veel nederlandse romans. Zo stond er op het comptoir een vurenhouten boekenkast. Daarin stond bij de quarto's een ‘Don Quichot met de platen van Picart en anderen groot papier’. Maar op datzelfde comptoir stond een nog grotere vurenhouten boekenkast. En daarin vinden we bij de quarto's:
‘Weijerman's leven der schilders |
Dezelve |
Amsterdamsche Hermes |
Dezelve |
Echo des werelds |
Dezelve |
historie van t pausdom |
|
en doorzigtige heremiet |
Dezelve |
Ontleder der gebreken |
Dezelve |
Arlequin destillateur [!] |
Rotterdamsche Hermes.’ |
Kortom, iemand in de verf was duidelijk een fan. Zelf vind ik het boeiend, dat van deze acht Weyerman-werken er vijf tijdschriften zijn. (André Hanou)