Willem Hendrikx
Bilderdijkkade 580, Amsterdam
JCW's lusthof buiten Delft
Dat JCW na zijn tweede reis door Engeland enige tijd in Delft heeft gewoond is bekend. Uit de hieronder volgende koopakte blijkt echter dat hij er in 1712 ook een lusthof met bebouwing buiten Delft op nahield.
Het koopkontrakt komt uit het notarieel archief van het G.A. van Breda en heeft het nummer N. 628 f. 85 e.v. De akte wordt bij Rehm niet genoemd.
Van de in de koopakte genoemde personen zijn de interessantste de weduwe Daket, van wie JCW f 800,- leent om z'n lusthof te kunnen kopen, en de getuige Johan Thomas van Kessel, van beroep kunstschilder. Deze laatste moet dus wel familie zijn van JCW's leermeester, de schilder Ferdinand van Kessel.
Dit is ook de eerste akte waarin JCW nadrukkelijk ‘constschilder’ wordt genoemd.
Het in de akte genoemde dorp Hage is het inmiddels door Breda opgeslokte dorp Prinsenhage.
(20.5.'80)
Tapoell [?]
B J Son breda
Compareerde voor mij Nicolaes Knaeps openbaer notaris bij den Edel mogende Rade van Brabant in s'Hage geadmitteert tot Breda residerende ende de getuijgen naergenoemt d'Here ende meester Bernardus Tigurinus, de welcke verclaerde vercoght te hebben aen d'Heere Jacobus Wijermans Constschilder, die alnu mede comparerende bekende gecoght te hebben, eenen lust thuijn mette de huijsinge daer inne staende en meubilen daer inne sijnde, staende ende gelegen int gelderloose pat buijten Delft, oostwaerts mevrouwe de weduwe Daket, suijtwaerts t'voorseide gelderloose pat, westwaerts mevrouw de weduwevan N N: van Berckel, ende noortwaerts d'Here Petrus de Cocku medicijne doctor cum suis, In voegen den heere vercooper den selven thuijn en huijsinge bij coop vercregen heeft van gemelte mevrouwe weduwe Daket. Ende dat omme ende voor de somme van een duysent sesse hondert guldens, die den heere vercooper op het passeren deser bekent ontfangen te hebben, uijtgesondert een capitaal van aght hondert guldens met een jaer verloop van dien, die de voornoemde mevrouwe de weduwe Daket bij speciale hijpothecq opden voorseide vercoghten thuijn en huijsinge nog is hebbende, en welcke den Here cooper geobligeert blijft aen haer Edele te betaelen. Ende dat verders met allen den reghte actien ende servituijten active ende passive, erffwegen ende erffwaterlaten, als van outs, zoo als die aenden Here vercooper is toebehoorende, sonder dat hij daer aen voor hem eenigh reght ofte gesagh is reserverende ofte behoudende in eeniger manieren, maer den selven thuijn ende huijsinge in allen deelen is overgeevende aen gemelte
Herecooper, mits noghtans dat hij boven de voorseide geloofde cooppeningen, sonder eenigh corten sal moeten betaelen alle de oncosten die op desen coop totte veste incluijs, sal comen te reijsen. Verbindende partijen hinc inde tot naercominge deser henne persoonen ende goederen present ende toecomende onder t'verbant als naer reghte. Aldus gedaen ende gepasseert onder den dorpe de Hage desen darttighste iulij XVIJ C. ende twaelff, ter presentie van Monsieur Johan Thomas van Kessel Constschilder ende Jan Janssen vander Veken ingesetene vande Hage als getuijgen van geloove hier toe versoght ende geroepen.
B Tigurinus
JWeijermans
J.T. Van Kessel
J. Jansen vander Veken
acte voorseid
Quod Attestor
NKnaeps
1712
Notarius
Publicus