Gerardine T.H.M. Marechal
(Rode Kruislaan 993, 1111 ZX Diemen)
Kersteman besproken
In de Boekzaal der heeren en dames, 1763, dl. II, p. 49
‘Kern der Historie en Aanhangzel op het Leven van Jacob Campo Weyerman, Berucht Historie- schrijver op de Voorpoorte van den Hove van Holland in 's Hage overleden.’
‘De naam van Jacob Campo Weyerman door de gansche Republicq van Holland, zoo wel bekend, was alleen genoeg geweest, die voor eenig verdicht werk te plaatzen, om het zelve aftrek te doen hebben. Het leesgierige Gemeen heeft gaarne een voorwerp dat door zyne daaden aan het Menschdom niet vreemd is, en daar aan moet men alleen het goede vertier en de graagte van het uitverkopen des Eersten Druks der Levensgevallen van dien Avanturier, toeschrijven, hoewel het vast en zeker is; dat die Historie geen Roman, maar een verzameling van waare Gevallen is, die door eene diergelyke trant van Schryven, bedrevene Pen (de loonroede der Heeren Boekhandelaaren door het fortuin ontwassen) dezelve tot die volkomenheid heeft weeten te brengen, dat zy de Lezeren tot het zien van eenen Tweeden Druk heeft weeten gaande te maaken: welke vervolgens met een Aanhangsel is vermeerderd geworden, door dezelfden Autheur, op de leest van Jacob Campo Weyerman's grappige bedryven geschoeid, en zoo volledig ter Waereld gebragt, dat men geene byzondere Gevallen van dien grooten Satyricus meer meend te verwagten te hebben.
Ondertusschen zullen wy, volgens onze aangenomene gewoonte, hier geen generael Uittrekzel van dat Werkje ter neder stellen, alzoo het te waereldkundig is, om te twyffelen, dat het niet tot in de minste Burgerhuishoudens die de gewoonte hebben van Boeken te koopen, te vinden zy; weshalven het gansch geene nieuwe nog aanmoedigende stoffe zoude wezen voor eenen Lezer, als nog te vers in 't geheugen van een elk leggende om niet te weeten, waar in de kluchtige Rol van Campo Weyerman bestaat, en hoe zyne Levensgrappen aan een geschakeld zyn.
Wy zullen ons alleen bepaalen aan het Kern zyner Historie, namentlyk, aan eenige van die Vertoogen, agter dat Werk geplaatst, welker Inhoud wy vertrouwen, dat een verstandig Lezer nog tot nut en bezigheid zal konnen verstrekken. Dezelve cieren ten minsten dat Werk merkelyk op, en wyl ze gezegt worden in een tydperk geschreven te zyn, dat Campo Weyerman reeds alle zamenleving was afgestorven, heeft men te eerder reden, om te geloven, dat ze door zyne eigene geest en hand gewrogt zyn; hoewel wy ons geenzins daar voor in de bres willen stellen, als zynde een zaak waarvoor deszelfs uitgever verantwoordelyk staat.’
[volgt dan toch een excerpt van de Vertoogen].