Signalering van JCW-vermelding
Huberts. - In de Mededelingen no 17 las ik op p. 181 een signalering van Eric de Blauw van een lemma over JCW in het biografisch woordenboek van Huberts, Elberts en Van den Branden (1876).
In hetzelfde werk staan over JCW in het supplement op p. 754, eerste kolom, nog de volgende gegevens:
‘+ Weyerman (Jacob Campo) was de zoon van een lakkei; zijne moeder had als tamboer dienst genomen en het tot sergeant gebracht; toen zij bij het beleg van Bonn in 1673 gewond was, ontdeke men, dat het eene vrouw was, waarna zij hersteld zijnde met een jaargeld van f 200 ontslagen werd. Haar zoon Jacob werd 9 Aug. 1677 te Breda geboren. Behalve hetgeen op bl. 646 van hem vermeld is kan er nog bijgevoegd worden, dat hij zich in 1737, dus op 60jarige leeftijd, nog als student in de geneeskunde liet inschrijven. Daar wonende schreef hij: Amsterdamsche Hermes, Rotterdamsche Hermes, Ontleeder der gebreken, Echo des Waerelds, Vrolijke Courantor, De vrolijke Tugtheer, en De naakte Waarheid, schotschriften, om welke hij tot levenslange gevangenis veroordeeld werd. Den Maagdenburgsche Alchimist of de gewaande Baron van Syberg ontmaskert, Blijspel, Utr. 1733. Hij overleed op de Voorpoort te 's Gravenhage, waarschijnlijk in 1747.’ (Frank Peeters).
*
Welke Weyerman? - Mededeling in De Nederlandsche Spectator 1886, p. 409: ‘Bij de veiling in de Brakke grond op 30 nov. door de heeren Roos en Co., werden de volgende schilderijen van het cabinet J. Weyerman Jr. verkocht voor de hier bijgevoegde prijzen:...’ Het betreft verder schilderijen van vertegenwoordigers van de Haagsche School, o.a. Koekoek, Israëls, Schelfhout, Roelofs, Bosboom, Ten Kate e.a. (Gérardine Maréchal).
*
Leonhardt. - Gustav Leonhardt, Het huis Bartolotti en zijn bewoners. Amsterdam 1979, p. 133.
Henriette Wolters van Pee maakte een portret van Nicolaes Cornelis Hassolaer, die in het begin van de achttiende eeuw enkele jaren in het majestueuze huis aan de Herengracht in Amsterdam woonde.
Jacob Campo Weyerman heeft het werk gezien, blijkens Levens-Beschryvingen 1769, deel IV p. 404, signaleert de grote musicus Leonhardt. (Hanna Stouten).
*
Biografie Kersteman. - P.J. Buijnsters. Een auto-bibliografie van Franciscus Lievens Kersteman. In: Documentatieblad Werkgroep 18e-eeuw nr. 43, juni 1979, pp. 11-14.
Op 20 juli 1757 schreef Kersteman een request aan het Hof van Holland, waarin hij ondermeer schreef dat in druk verschenen was Levensgevallen van Campo Wijerman in Octavo en dat voltooid maar nog niet gedrukt was onder andere Historie van Lijs Sint Mourel moeder van Campo Wijerman (H.M. de Blauw, 8-6-1979).
*
Prijs Levensgevallen + 1885. - In de Bibliographische Adversaria V (1883-1886) wordt p. 85 e.v., in een lijst boeken bij Martinus Nijhoff te 's Gravenhage te bekomen, vermeld:
234 Levensgevallen, Zeldzame, van J.C. Weyerman, op de Voor-Poorte in 's Gravenhage overleeden. 's Grav., P. van Os, 1763. kl. 8vo. h. led. f 0,75.
235 Hetzelfde werk. 2e dr. 's Grav., P. van Os, 1763. kl. 8vo. h. led. f 0,75. (Frank Peeters).
*
Potgieter. - Ook Potgieter blijkt JCW te kennen. In de editie van de korrespondentie Potgieter-Huet (groningen 1972) door Jacob Smit schrijft Potgieter in zijn brief van 8 april 1864 over de laatste aflevering van Oosterzee's Kunstkronijk en Piersons Kunstopvatting, en vervolgt:
‘Jan Steen. Hist[orisch] Rom[antische] Schetsen van T.v. W[estrheene], - als Jan Steen weerom kwam, zou hij, - pag. 27-29 - niet uitroepen: “Sukkel, Campo Weijerman maakt het te grof, maar zoo malmoêrtje malkindje als gij me maakt, was ik, God beter 't, nooit!”’ (André Hanou).