Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 1
(1978)– [tijdschrift] Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman– Auteursrechtelijk beschermdBarbara Sierman
| |||||||||||||
[[1]] De chimist der zotheden no I.
| |||||||||||||
[pagina 63]
| |||||||||||||
Geschreeven (niet uitgeschreeven) in den smaak van Jacob Campo Weyerman.De Weduwe J. van Egmond adverteerd dat regulier alle Maandagen by haar zal worden uitgegeven de CHIMIST DER ZOTHEDEN; En zullen de Exemplaren Woensdags by den Boekverkoper R. BEBINGH te Groningen te bekomen zyn. | |||||||||||||
[[2]] De chimist der zotheden No. I.
Quidquid agant homines, votum, timor, ira, voluptas,
Gaudia, discursus, nostri est farago libelli.
JUVENALIS.
Ik ben geen Pythagoras, hoewel hem sommige den uitvinder van het vurig Ambacht der Chimie maken; nog minder denk ik gebilletteert te moeten worden op de Corps de Guarde der Argonauten, hoewel andere die Kabauters, substututen en leerjongens van Vulcaan menen te zyn. Maar of dit alzo waar, zweer ik, (foi d' bonnete homme) dat myn voornemen niet is om voor den grimmigen Donderaar blixems en compagnie te helpen smeeden om de Walburgs Campioenen van boven neder te rameyen; al heel niet! ook is myn Alembic minder groot als de hitte van een ankersmit, en minder spatieus als de conscientie van een regtsgeleerde, en derhalven by slot van rekening niet bekwaam om in de fabryk van Brontes gebezigt te worden. De Chimist zal dan zig zelven kennen, en op vogels van lager vlugt asen, en die niet van onderen als een Mineur, neen zegt de Chimist, maar van boven als een havic de harddravers der Schuimgodin, zoeken. (3) Maar á propos van 't onderzoeken? vraagt er iemand ruim zo yverig voor vryheid van conscientie in 't harnas geklonken als Pater la Chaise, voor de zuiveringe van Vrankryk, weet gy wel eens wat onderzoeken en een onderzoeker is, dat gy uw dus vermeetel in dit net van Mulciber verwart? Naar ik merk zyt gy in 't minste geen Stoicus, wyl gy de korst van die potpastey reeds begint te ontginnen alvorens de naam verklaart te hebben. Om nu die blixemstraal door 't luiden van een klok af te keeren, zal de Chimist zyn gantsch Stookhuis tot zyn kolen toe doorsnuffelen, en dan zien of hy hier of daar enig tin kan oplopen om de windbussen der keelen, die door lasteren reeds heesch zyn, toe te zoldeeren. Een onderzoeker, zegt de Chimist, wort by de Franschen (un Espion) genoemt, by de Latynen (Explorator,), by de Grieken ([spekou latoos]) en daar mee is 't uit! Maar zagt by de Spanjaarden, Heer Onderzoeker, by de Spanjaarden hebben uw conscientie dwingende confraters een vry hoger prys uit de lottery van agting getrokken, want Don Eranciscus Torrignon speelde in de voorleeden Eeuw de rol van Lodewyk den Veertienden in forma te Saragossa, en bleef nietttegenstaande die geweldenary bevryt van het hondige vonnis (dat den armen Hertog Everhard om een diergelyke mascarade wiert opgelegt van Keyzer Coenraad den eersten) te ondergaan. En die gestrenge Onderzoeker heerschte zo volstrekt op lyf en ziel der Spaansche Dames, als de tegenswoordige Onderzoeker op de leeste van een Walburgsche schoonheidt eertyds heerschte, en nu misschyn. maar zagt, dek toe de pot, daar is paling in, en maak dat het kind taat ziet, En wat raakt den Chimist de Bedevaarden des onderzoekers, dewyl hy zelfs bekent dat Hem aan zyn verdorventheidt weinig gelegen leit. (4) Evenswel waarschouwd de Chimist de Drukkers en Boekverkopers, dat zy zig wagten om in handen van het heylig officie te vallen, want de Chimist verzekert hen op de eer van een stofscheyder dat zy, hoe toleratnt zyn tolerante Eminencie de onderzoeker ook mag zyn, zy al winig tolerabiler zouden getrakteert worden als de ryke Joden te Sevilien; als de ketters op het feest van Auto da Fé te Lissabon; en als de vroome Hermes van zyn boerschen Antgonist. Het zoude tegens de discretie van een wel discernerent stofscheyder zyn, zegt de Chimist, indien ik myne, van alle partyzugt diserete lezers, het aardige sprookje, daar ik op dit Chapitre, oor en ooggetuige van was, niet [chumikoos] gediscerneert mede deelde. Onlangs bevond ik my in een gezelschap ruim zo eenstemmig van compositie als het collegium pietisticum van gevoelens, of als de Rusticus Orthodoxus van styl. Een zeeker snoeshaan die van den hooftschedel af tot de vootzole toe een kinderbeul was | |||||||||||||
[pagina 64]
| |||||||||||||
(gelyk de Chimist by gerugt gehoort heeft) of schoon opgefokt tot een bandrekel der geregtigheid, had al veel meer tot staving van zyn geleerde naam in te brengen, als een dolend Esculaap tydt en woorden t' zoekt maakt om de beurssen van zyn patienten te leegen, en door middel van de daar uit overgehaalde slavedo, (dat is in Walburgs Latyn goud) zyn maag, die ruim zo ledig is als zyn hoofdt te renforceeren, teegens den honger die met vloeyende Sorites opponeert. Deze gladiateur van Astrea's Schermschool, begon reeds verscheiden mouvementen en apels tegens den armen Hermes te maken, en scheen hem sans cartier te willen assommeren, malgré la tolerance. Ik vattede de party op van Hermes, min liefdens als waarheids halven, en antwoorde dien Dionysius van Syracusen dat hy de facto toonde in het uitbeytelen van Latynsche vaarsen minder ervaren te zyn als de Bisschop in de Toleran(5)tie, en dat wyl de Chimist zig alle moeite des werelds gaf om zyn gesnap, al immer zo aangenaam als een ratelaars serenade, zonder o! of wee! te zeggen, aan te horen, hy zig ten minsten ten opzigt van Hermes, vry tolerabiler dan de tolerantie zelve, meer behoorde te tolerabiliseeren. Maar het is een slegt voerman die het spoor byster wort, en een goed Student verandert zelden van Systema, dog de Onderzoeker zal deze kleyne uitstap den Chimist ligtelyk vergeven, wyl hy die pelgrimasie onderneemt zonder alvoorens een Marsch-route van den Onderzoeker afgewagt te hebben, die hy in 't einde van zyn laatste vertoog aan de gaande en komende Man belooft heeft mede te deelen: maar den Chimist had daar geen patientie toe, en dit is de reden, Lezers! waarom hy zo dikwyls van discours verandert als de Onderzoeker van Boekverkopers, die hy zo roekeloos exponeert om met een Schanskorf van Onderzoekers beladen te blyven, als de Zedenmeester zig zelfs aan het verraad van zyn Schryftrant, blood steld, O! tempora, O! mores, O! frigidi Consores! Voor het overige zal de Chimist, die zyn Lezers onder geen pakhuis van vertoogen denkt te begraven, nog zelfs niet onder het nieuw opgerechte Vry-Corps begeert gestoken te worden, die branders van tweedracht vlot en zeyl vry laten dryven, op hoop van geen formeel onderzoek der conscientie van voor of tegen party te ondergaan, genoodzaakt te worden, want een weekelyks Chimist is zelden genoeg gefortificeert tegens een perpetuel onderzoek, al immer zo scherp als het placcaat der Inquisitie van Philippus den tweeden daar de grimmige Spanjaarden voor een koppel eeuwen de Conscientien der Nederlanders zogten door op te ligten, als nu de Inquisiteurs en Catoos de beurssen der Walburgers, en het Credyt der Boekverkopers; welk kunsje zy fixer schynen te hebben als Juffrouw Gaarn-mooy (6) het bewaren van haar renommée en de agtinge van haar Minnaars. Koekoek! Voor 't overige, zeggen Auteurs, die zo schrander zyn als de Medgezel van sint Antonie, ontbreekt my de tyd om meer te pennen; maar de Chimist zegt dat des drukkers tyd te kort is om de zyne uit te rekken; en om niet op zyn Onderzoekers te werk te gaan, dat is op zyn woort staan als een hoveling op een belofte, of als Juffrouw Gaarn mooy op haar eer, zal hy deze Ariadnes draad aangelegt door de verontwaardiginge, en afgesponnen door de verbeeldingskragt, laten aflopen, de klos mag dan vol zyn of niet: want de Chimist heeft nauwlyks uit al de onzuiverheden die hy thans met een Etnaas vuur gestookt heeft negen Guldens en een half aan klink klaar goud konnen uitbranden, welke somma nogtans door een lid van de Boere Studeerkamer in de waagschaal is gestelt om het gros der proseliten baloorig te maken met een vertoog zoo aangenaam aan de ooren van een beschaafden, en slegts half geleerden Lezer als gevaarlyk voor de lepelbladen des Auteurs. Hier mede dagt de Chimist het vuur van zyn Alembic in te raken, dewyl hy de onzuiverheden die het gout zo zeer bedekten als de schimmel en het roet de boeken van een jarig Student vernissen; reets verbrant agte te zyn. Wanneer op 't aller onvoorzienst op de deur van zyn stookhuis wiert geklopt, en dat kloppen viel hem zo lood zwaar op de maag als een gepaste redenvoeringe op de conscientie der muitelingen. De Chimist opende de deur, vrezende om met onaangename gasten gescheept te mogen worden, die als springhanen in den oogst dikwyls zyn kamer komen innemen by usurpatie en zyn tyd t'zoek maken by arrogantie; maar neen hier van bleef de Chimist voor ditmaal schoot vry, en het kloppend voorwerp was de meyd van een zyner Vrienden, die, na een Walburgs compliment uitgegilt te hebben hem de volgende portative overgaf. (7) | |||||||||||||
Een briefHEER CHIMIST: Dewyl ik onderhands onderigt ben dat gy uw reisvaardig maakt om met een vertoog uit den schoot der golven te komen opborrelen, over dewelke allerhande zoorten van winden thans den baas spelen als Linguisten, heb ik my, eers, pligts, en vriendschaps halven genoodzaakt gevonden, om uw te adverteren, insusureren, en met dezen te nuncieeren dat alle naamloze Schryvers van wat rang, order, of qualiteit hun ongedoopte ook | |||||||||||||
[pagina 65]
| |||||||||||||
mogen zyn, op de lyst van 'sDuivels windasen zyn geënrolleert; de naam en hoedanigheid van den monster Commissaris die deze hachlyke expeditie op zig genomen heeft, zal ik uw tegen primo Huny 1819 nader mandeeren. Vaar wel, en stook lustig. Uw Vriend. Diederic SANS-SOUCI. De Chimist stont zo verstelt op 't horen van deze tyding, als de Snyder Pofgraag op de onverwachte èchappade van een zyner debiteurs, en was zyn vuur niet reets bedolven geweest onder een zandzee van Veenpoeder, als thans de waarheid en de liefde begraven liggen onder een misthoop van vergetelheid en eigenbaat, hy zou ogenblikkelyk als een Cyclop aan 't werk gevallen zyn, om die onderaardsche missive te stoken met meer vuur en yver dan ooit een verminkt Duëllist van Cypres strydperk gestookt is geworden door raad en daad van Doctor Schouwburg. Maar de gezegde redenen verbeiden my de hand aan den smeltkroes te slaan! Vaar wel. (8) | |||||||||||||
AdvertissementVerwagt aanstaande week een formeele stokinge over die vurige brief, den welken de Chimist zodanig zal bakeren in den schoot van zyn fornuis, dat 'er rook, asch, en vonken zullen afstuiven. | |||||||||||||
De chimist der zotheden. No. 2.
Summa eludere occasio est mihi nunc Senes.
TERENT.
Dat de schoonheid minder in het beschoude onderwerp dan in een zekere betrekkinge tot den beschouwer gelegen is, is een waarheid thans zo bekend onder de Wysgeren, als de doorzigt en onzydigheid van den Zedenmeester onder de Lezers die hun mond met een praeservatif tegens alle 't zamensweeringe hebben uitgespoelt; en hier uit trekt de Chimist der Zotheden dit gevolg. Dat 'er anders niets vereyscht word om voor geleerd, deugdzaam, en verstandig gehouden te worden, dan zyn manier van uitdrukken en denkens aart te rigten naar het voorschrift der genen die van het gemeen voor lieden van de bon-gout gehouden worden. Gelukkig zyn de Dames, zegt de Chimist, die zig door middel van blanketzel, naar alle tronie-moden weten te conformeren, gelyk als een Fransman naar alle verdiepings van humeuren by den geenen, daar hy een middagsmaal Salva pecunia heeft geconquesteert. In deze gedagten zat de Chimist, zo verward als een Defendens die in een sluitreden in Ferio hangen blyft, of als een mug in 't Kanefas van Arachnes kroost, toen zyn gedagten onvoorziens vielen op den brief, of liever op de constitutie bul van zyn Vriend Sans-Souci. De Eacus die dit bloedig vonnis tegen alle naamlose Schryvers heeft uitgebasuint, schynt min ervaren te zyn in de gronden der digtkun(9 [ipv. 10; telling blijft verkeerd t/m 33])de als de grote Maro, zegt de Chimist. Die Poëet liet zig niet om den tuin leyden, als Annibal na den slag van Canes; Neen! hy hield streek als een Vriesche schaatsryder. Het schone veld dat zig voor zyn oog opdeed in het ryzende Carthago; de droefheyd van Dido toen Eneas uit haare lammer bouten door het onverbiddelyk noodlot bon-gré mal-gré gerukt wierd; de schoonheyd der Elysesche velden; de akeligheyd van den swarten Styx; de wreede straffen der ongelukkige borgers van dat Schlaraffen land; de Vriendschap van Latinus; de schoohheyd van Lavinia; de dapperheyd van Turnus waren niet in staat om hem zyn dolenden ridder uit het oog te doen verliezen: en om die reden staan d'Odyssea van Homerus ver boven d' Illiada geboekt by den Chimist. Maar de Verwerper der Schryvers maakt een afwending als Scipio Africanus, toen Annibal te Capua zig ophield met brassen en slampampen, als wagthebbende Walburgers, in zy' gekleed het ampt dat eertyds de TienmannenGa naar voetnoot* te Romen, echter met die uitzonderinge van daar toe door Raad nog volk verkoren te zyn. Toen Philippus van Macedonien de hoofden zyner vyanden zo gemakkelyk had weten af te knippen in een bloedige slag, als Taquinius de maankoppen in zyn hof buiten de Ooster Poort; sprong en tierde hy als Juffer Gaaren-mooy op een bruiloft á l'Hebreue: maar een grys Philosoof (dat zyn de luyden die 't land verhuuren) betoogde als een vierde Cato, want, om als een derde te zeggen zou het point d'honneur van den Zedenmeester te na gesproken zyn; hy betoogde hom dan, als een quotusqunque Cato, dat het hem, die als een Agamemnon gestreden had, niet paste lugt-sprongen te maken als een Fransche Baladin. De gestrenge Rechter | |||||||||||||
[pagina 66]
| |||||||||||||
der (10) ongedoopte pennebeulen, gebruikt een vry langer springstok als de Koning Philippus; want de laatste wierd van een Koning slegts Dansmeester, maar de eerste word van een Moses een Simi, en vloekt regts en lings in 't hondert om, zonder te weten waar of wien de bom treffen zal. Tusschen een Philozoof nu, en een Stofscheyder, zegt de Chimist der Zotheden, is minder onderscheyd als tusschen het gedrag der twee zo even gestookte Kabouters. Laat de Chimist dan de plaats van den Griekschen redenaar, of Philosoof, wat weet ik het, vervullen, en den buitensp: origen regter weder tot zyn vorige verdraagzaamheid en toegevendheyd te rugte brengen.
Ridendo dicere verum, quis vetat?
Diergelyke luchtsprongen zyn de middelen waar door zommigen het flerecyn van verstand en wil, die twee vleugelmannen van 's menschen Ziele, verraden, want de eerste stiksiende zynde, gaat de tweede mank. Indien zig een legioen papier bedervers minder met het Regt der Natuur bemoeiden, en zig slegts met het gebruik der voornaamste konstwoorden vergenoegt hielden, als de onwetende Esculapen, mogelyk zouden zy voor kenners dier wetenschap de tol-brug passeren. O! hoe waar is het spreekwoord: si tacuisses, Philosophus mansisses. Men verhaald dat by het bouwen van de Pont-noeuf te Parys, een zeker baviaan der Architectuur, die op 't afgeval der konst aasde, als de moderne Poëten den Gradus ad Parnassum affourageren, zyn ongewyde poten mede in 't neteldoek der konst begon te steken, terwyl de werklieden bezig waren om het horologie van hunne magen op te winden; en hy scheen het begonnen werk met meerder zorg en vlyt te meten en te hermeten, als ooit een halfgebakken Poëet de Syllaben van een Hexameter, dat hy niet op een ander buit heeft gemaakt. De werklieden dagten hem een kenner der bouwkunde te zyn, en verzog-(11)ten hem derhalven om de portie met hen voorlief te nemen á la familliere, en wyl dit de magneet was, die dit instrument derwaards getrokken had, vloog hy schielyker toe op die gewenste aanbieding als Juffer Loopgraag op het gefluit van een Student. De maaltyd geëindigt zynde, wierd hy gelyk anderen naar zyn gevoelen omtrent de aanlegging van dit gebouw gevraagt: die arme hals die zo beteuterd was als een Opponens die 't aan tegenwerpingen ontbreekt, antwoorde met een gehuurde graviteit: Waarlyk myn vrienden, gy hebt wel gedaan van de zuilbogen over dwars, en niet over lang onder de brug gemetzelt te hebben. Had zig nu de arme hals van onder 't Kanon der konst geretireert, waarschynelyk zou hy nooit in de hinderlagen van dit examen gevallen hebben, daar hy met langer neus af kwam als een Salet jonker die geweigert word een Venus t' huis te geleiden; of als de strenge verwerper der naamloze Schryvers door 't openbaar worden van zyn blinde partyzugt. Dit prevelde de Chimist by zig zelven als een Klooster kat haar pater noster, wanneer, zyn stookhuis zo vol zynde van damp als de Conscientie van een lasteraar vol scheldwoorden is, hy resolveerde om een luchtje te gaan scheppen á la Françoise. Nauwlyks had hy zig vier tree en een half aan de Walburgsche lucht geëxponeert, of een schandvlek des menschelyken geslagts (dat is te zeggen een Contrazendeling) schoot hem loefwaarts op zy en wist hem te bepraten om met hem te gaan. Wist gy nu lezers! waar dar Satans instrument den Chimist wel bragt. O Dood! in een Walburgs Coffyhuis. Daar was nu de kool gaar, en 't scheelde weinig dat de Chimist niet voor zyn leven te vrezen had. Evenswel scheen die Cajafas vergaderinge den Chimist met alle tekenen van heuschheid te komen ontfangen: Maar zegt de Dichter
O! Pueri fugite hinc, latet anguis in herba! (12)
Het Discours galloppeerde, naar de gewoonte der Coffyhuis politieken, eerst naar Polen en van daar daalde het Noord-westwaards af naar Engeland. De een wist hier een beteren raad als de ander om het smeulend hennip in de herssenen der Britten uit te doven: galgen en raden waren daar ruim zo frequent als of en defensive brevetten in de Walburgsche boekwinkels, of als de Boekverkopers by den Onderzoeker. Eindelyk daalden die Kruisbroeders, na dat zy volgens hun heug en meug in Engeland geravot hadden Zuid-westwaards af naar Nederland, en leiten zig overzetten naar Walburg. Hier viel beter vlas om het Wargaren van twistrede te spinnen, en een proces verbaal wierd op 't weefgetouw gezet. Alle de tot hier toe uitgegevene stukken, blyken en documenten wierden opgeschommelt, en hoe zeer zy ook gemaintineert, gehandhaaft en besmult waren, mogten zy die revue niet ontsnappen. De Onderzoeker kwam eerst op de koord, en op dat gezigt verbleekte de Chimist als Juffer Snoepgraag die onverdachts op 't mat gevallen word in een geheym congres. Die Onderzoeker, zeyde een Wiskonstenatur, die aan het draayen der zon part nog deel had, schynd al vry wat dieper in den draaykolk den verschillen geglopen [sic] te hebben, als een jong Student in den regenbak van bacchus, toen hy zyn eerste proefstuk verrichte op de dekens van zyn Hospes. Hy spreekt woorden van klem, en syllaben van klank: kort om zyn vermaningen vallen zo lynrecht neer op de superficie der ziele, als een nachtzwerver met het ingewand van een kamerpot uit een bovenvenster gegalonneert word. Dat raakje, gorgelde | |||||||||||||
[pagina 67]
| |||||||||||||
een ander uit, onder het opzetten van een paar blikken als Academie-Zegels, hy heeft den kern der Zedekunde met huid en hair ingeslokt, en hier door weet hy zulke Socratische aanmerkingen uit te spouwen: maar zagt, ik zal myn Snapmachine ten opzigt van Socrates wel zorgvuldig op 't nach-slot (13) houden, want ik ben geen Alcides om zyn verdoemzuchtigen Antagonist te konnen ringeloren; want die plukhaairt zig niet of 't moet party egaal zyn, gelyk hy voor korten aan alle kampvechters heeft gewaarschouwt by publicatie. Eindelyk wierd het kinderbeurt, en de Chimist wierd al mede om zyn gevoelen over den Onderzoeker op de pynbank gebragt. De Chimist recognosceerde alle de blikken van dat Sanhedrin, om te zien of 'er op het uiten van zyn gevoelen geen dauw van rottingoly te duchten was; maar tegens die vrees versterkt zynde door de aandacht der belang hebbende partyen, antwoorde hy, zo kort als de punt van een lancet, dat zig dat Heerschap, zo wel als de verwerper der naamloze Schryvers tot het openen der loopgraven van de approcherende twisten wapende, zonder daar toe door een wettig en beëdigt Corporaal gecommandeert te zyn. Op dit zeggen ontstont 'er zo een eenstemmige vermenginge van stemmen, als het concert van een party Viswyven; en was die heete damp niet schielyk door een plasregen van roden baay gelescht, het zoude te vrezen zyn geweest dat de opstyginge der onenigheyd haar de longpypen zou toegewurgt hebben. Maar het onweer bedaarde schielyker als de vechtenslust van een bloodaart, wanneer hy ziet dat het spel ernst word; en men duuwde den Chimist met een Spaansche graviteit toe: dat zy diergelyke bassesses met geen antwoord zouden te rug kaatzen (de Chimist zweert by zyn blaas-balg) dat zy het niet konden. De Onderzoeker wierd geëxcipieert door den Antagonist der Vyand van twisten dog hier kwamen de stemmen van het geheel Consilium over een dat de penner van die Harangue minder dwaas zou gehandelt hebben, indien hy zig had opgehouden met knollen te braden in den hoek van zyn vuur Canton, of met het opschilderen van Rembrants hoofden, in plaats van zyn ongewyde poten in het Kloosterdoeksche hultzel der Wetten te slaan. Hier op volgde Aretophilus, (14) en daar door ontstont 'er een vry harder been te kluiven, want die onedele vergaderinge die in het uitspreken van het vonnis tegen den vorigen zo enig scheen als Tortelduiven, harmonieerde op dit Chapitre als de Magnates op een Poolschen landdag. Die Aristarchus, begon een Wysgeer der Wynkelken uit te gillen, is zo vry van partyzucht als de Zedenmeester; en die beyde roervinken keeren de punten hunner pennen tegens hun eygen ingewanden als Caesar en Pompejus eertyds hunne heerschzuchtige Wapenen. Hy had die draad tamelyk wel beginnen te spinnen, vervolgde een Wysneus in een donker blaauwe schorsse gepakt, maar doordien hy al te onzydig wil schynen verraad hy de balans van zyn opinie, door een al te ruimen doorslag aan zyn Confraters te laaten overschieten in het communiceren zyner gedagten. De Chimist vertoonde dezen grilzieken oudvader, zo klaar als het vergroot-glas daar een ledig-loper de Dames door belaagt onder de predicatie, wanneer hem zyn ogen ongehoorzaam zyn, dat hy groter ongelyk had om Aretophilus van eenzydigheyd te beschuldigen, dewyl hy de waarheyd sprak, als ooit enig Mutilateur der Natuurwetten in het vertinnen zyner gevoelens. En dat argument zoude waarschynelyk zyn gewenschten uitslag gehad hebben, zonder de tusschen spraak van een derden, die, of schoon minder in het afhaspelen van twistreden ervaren, als Lammert de Gochelaar in zyn experimenten, zig nogthans niet kon onthouden om met het air van een Duitsch Baron uit te schreeuwen (om niet te zeggen uit te vloeken,) dat Aretophilus en zyn aanhang partyzugtig waren, en in den ban behoorden gedaan te worden, en zo 'er nog iemand in het gezelschap was die stout genoeg gevonden wierd om het tegendeel te beweren, hy die onverhoord naar 't ryk der schimmen zou depecheren. Daar het geweld koomt is het RECHT uit, redeneerde de Chimist, en derhalven zal ik veyligheyds halven myn spraak-instrument à double tour gesloten houden, wyl ik als nog tot die tocht niet reysvaardig ben. Hier op wierd het verdienstig digt-stuk, gedoopt, de Liefde of de vervullinge der Natuurwet, al mede by de lurven gegrepen, door een ander Conspirateur. Die Dame, zeyde een zuigeling der nyd, stelt haar tonen op vry hoge noten, en oordeeld redelyk | |||||||||||||
[pagina 68]
| |||||||||||||
despotelyk. Ja zeyde de Chimist, maar (15) ik ondertusschen waarschouw u in antecessum, dat gy de uwe, ten haren opzichte op de sleutel van B. mol gelieft te zetten uit vreze dat uw snaren springen. Wat de Dichtkonst aanbelangt, repliceerde hy, rochelende als een dempige schimmel, zal ik voor eerst dit aanmerken; dat de zegswyze en uitdrukkinge voor zo een verhevene stof min hoogdravende zyn; en dat de verbeeldings kragt, als een dichter eygen, hier min in doorstraalt. Het schynd dat gy wel eens om het hoekje van Apolloos Cabinet gegluurt hebt, antwoorde de Chimist aan dat lelyk gespens van Parnassus, maar echter hebt gy de kat hier in niet uit den boom gekeken. Daar is een groot onderscheyd in het t'zamen weeven van eenGa naar voetnoot1 Onderwyzend dichtstuk, in het welk min de verhevenheyd dan wel de klaarheyd plaats heeft, en in welke de kracht der verbeeldinge minder dan het natuurlyk schoon in acht genomen word, in welke schryftrand alleenlyk [aplen diegesin] een enkele voorstellinge van zaken vereyscht word, naar het zeggen van Plato, en tusschen hetGa naar voetnoot2 Historisch, als meer in de verbeelding en verciering des Dichters dan aan zig zelven zyn schoonheyd verschuldigt zynde. In het eerste zyn ons voor gegaan, van de ouden Hesiodus en Virgilius in het beschryven der Landbouw; Aratus in het crayonneren derGa naar voetnoot3 luchtverschynzels;Ga naar voetnoot4 Lucretius over de Natuur van het geschapene; Empedocles; Parmenides; Varro; Nicander; Serenus; Oppianus; Macer;Ga naar voetnoot5 Dionysius en anderen van de latere, ten deele Polignac; Heynsius in deGa naar voetnoot6 Veragtinge der Dood met veele anderen. In de tweede schryftrant konnen wy het voorbeeld volgen van Hesiodus in zynGa naar voetnoot7 Goden Historie; de Herscheppingen van Ovidius; den Eneas van Virgilius; de Odyssea van Homerus, en anderen. Maar wat behoeft een schryfstof die de schoonheid in haar zelfs heeft, die in de verbeelding eens Dichters te zoeken? Dit antwoord verbaasde dien lelyken gryns slimmer als Juffer Garen-mooy die op een Israëlitische hoch-tyd t' huis word gelaten. Ha zyn (16) Anticatonisch voorhoofd in meer plooyen getrokken te hebben als een Spaansche Idalgos zyn kraag, begon hy my onder het hemelteken der verwonderinge op een verbazende toon toe te voegen: Dit hadde ik van elk als behalven van den Chimist verwacht, want ik had my nooit konnen inbeelden dat gy! de partie van deze Dame zo Ridderlyk zoud op u genomen hebben, dewyl gy anderzins niet zeer tot haar overhelt. Wie heeft u dat gezegt, voetbank des Satans, slingerde ik hem naar zyn gerimpelde tronie. Myn toeleg is alleenlyk om de heerschende gebreken myner tydgenoten op een leerzame wyze uit te jouwen, en in de naakte vertoninge dier wangedrochten de deugt dies te luisteryker in het daglicht te stellen. Neen! Ballast des aardbodems, nooit heeft de vale nyd de glinsterende stralen van de zonne der Waarheyd voor myn oogen konnen verbergen. Myn schriften zyn doorzaait met vrolyke berispingen, maar geensins met hatelyke lasteringen, en valsche leugenen. De blinde partyzucht heeft myn denkens aart zo ver niet verkankert dat ik de luisteryke verdiensten van een Dame die als een juweel haarer kunne zo gloryryk blaakt aan het Firmament der geleerde wereld als de Zuster van Apollo onder het ontelbare heyr der sterren, met den kwaadaardigen nevel der lsteringen, voortvloeyende uit bedorvenene hartstochten, zo onwaardig zou bezwalken. Gy berispt het oordelen in een verstand daar toe geboren, niet denkende dat Carthesius hier des menschen bestaan aanbond, en maakt u by gevolg schuldig aan kwetsing van zyn Carthesiaansche Majesteit; en vreest gy derhalven niet om over dit schelmstuk gedagvaart te worden voor den verschrikkelyken Wolffiaanschen Rechterstoel? Dit gezegt hebbende, liep ik van dat adderen gebroedzel de deur uit, dol van spyt, dog inmiddels blyde van heels huids uit die Inquisitie-zaal geëchappeert te zyn. En t' huis komende greep ik een ganze veer by zyn schacht; stipte die in een loden zwarte-zee, knartse op myn tanden, en begon dit volgend Epigramma vierkant uit myn bakhuis te vegen. (17)
Numina si meritis quisquam titulisve stupescit
Iactitat armigerae quam sua Leyda Deae.
Tolle animos cassam non est stupuisse figuram,
Numina cum titulis surda tabella capit.
Ast tua nunc viva gaudet Groninga Minervae,
Quae decore obscurat qualiacunque suo.
Plaudite Pierides, plaudit mea Musa, Minervae,
Et cingant meritum florida serta caput.
| |||||||||||||
Advertissement.Verwacht aanstaande week eenige Letterbeulen, die ik, zo mals als de tetten van Corinna gestookt, den Lezer tot een ontbyt zal opdissen. Vaar Wel. | |||||||||||||
[pagina 69]
| |||||||||||||
De chimist der zotheden.
| |||||||||||||
[pagina 70]
| |||||||||||||
of onkunde van den Chimist konnen oordelen.
Postmodo si pergis in te mihi liber Jambus
Tincta Lycambaeo sanguine tela, dabit.
OVID. De Chimist waarschouwd mede enige andere Langoren, om de bewuste uitdrukkinge omtrent de persoon van die (21) Dame, waar van ik in myn vorig Vertoog gesproken hebbe, wat zeldener in hun gezelschap te doen horen, op poene van een en het zelve lot als Jan Medul te ondergaan, zonder enige genade. Dat was (om Walburgs te spreeken) een zet: en zo deze pesten der geleerdheid de zoo even gedreygde hagelbui op hun vacht krygen, zullen zy het al weynig draaglyker hebben als de Joden en Ezels, of zo gy liever wilt Ezels en Joden, by de Turken. Die getulbande bloedzuigers supponeren twee zaken. Voor eerst; dat 'er tusschen een Jode en een Ezel een volkomene overeenkomst is: want volgens hun Alcoran mogen geen tegenstrydigheden in Godsdienst of derzelver plechtigheden op te lopen zyn. Ten tweeden:; dat hun Profeet een groot vermaak schept in de bedriegeryen der Joden en in de domheid der Ezels. Wat dunkt de Lezers nu, zoude de Chimist geen fraai Turksch Theologant zyn? hy zal om dezelve redenen, by het uitkomen van dit Vertoog, ook niet heelshuids onder de Klauwen, of liever onder de stompen, van den Hebreeuwschen Pasquin weg échapperen; want nu Pasquin voeten heeft gekregen om aan de kamerdeur van een Joden slaapvertrek te komen kloppen, en die Israëlyt van zyn lit d'Ange af te rameyen, twyffele ik ook niet of hy zal den Chimist ook op de hielen volgen; want hy is nieuw om eens te gaan lanterfanten; en dat is niet zonder redenen: want Pasquin heeft reeds zedert verscheyden eeuwen niet geweten wat voet of voets gelyk tezeggen was, tot dat een Vrome Hebreeuer zig over die verminkte invalyd erbarmde, en hem een paar loopstokken met een Joodsche edelmoedigheid (de Hemel bewaar den Chimist voor de genereusiteit van een Jood) vereerde, dog hem in vergeldinge van dien belaste om aan zyn kamer te komen Canonneren, belovende hem inmiddels te zullen vragen: Wie klopt aan myn deur? en die expeditie naar behoren verrigt zynde, (22) zoude hy vryheid hebben om by zyn contubernaal Morforio een spekstruif in pice pace naar zyn Maag te depécheren. Hier mede nu achte zig die Letterbeul genoeg betaald voor het aandraayen van een paar loopstokken aan Pasquin, en ging ogenblikkelyk in een stuk van een armstoel zitten; rochelde driemaal; greep een stuk wit papier by de lurven; stipte een pen in een Israëlitisch inktspot, en begon te periodiseren (de Chimist verwet zyn kraag, dat hy nooit Heyneccius; Ernestus; of Vossius gehoort of gezien heeft) maar dat doet tot de zaak niet. Hy fatzoeneerde dan, zeg ik, Fantasyen tegen den Dromer, en kweet zig zo dapper van deze onderneminge, dat zig de lezers door dit eene Vertoog zo voldaan zeyden te zyn, dat zy hem, uit erkentenisse, graag de moeite wilden vergeven om een twede te Schryven of te spelden. De pennen, die ik zo even zeyde een gehele avond lang versneden te hebben zouden eer stomper worden als het verstand van Jan Medul, dan dat ik alle diergelyke bollen zou konnen stoken, en de Chimist gelooft, dat men daar van een vry talryker armee zou konnen oprigten als onlangs een zeker tweebaks Poëet aangeworven heeft om tegens een Zeevloot te vechten. Die bataille zou ruim zo egaal zyn geweest van kans. als zyn armée van gevoelens; dog wat zwarigheyd, zo de zogenaamde Blauwe vlag de neerlaag al eens kreeg? zoude het dan de Matrozen zo vry niet staan om zig aan ribben en roers van hun schepen te klampen, wanneer die te grond gaan, als het den Zedenmeester vrystaat zig aan de toga van Cicero en aan de [chlamis] van Chrysippus vast te houden, wanneer hem het gras onder zyn poten wort afgemaait door de byldragers van hun eigen armèe; Concordia res parvae crescunt is de zinspreuk van ons gezegend Vaderland; Maar ik waarschouw de Legers, als een Courier der schikgodin, om zorg te dragen, dat de brommende onenigheyd niet in een blaffende twist verandere in hun legers; (23) want anders is van het geluk hunner wapenen niet meer te hopen als de Romeynsche vryheyd ten tyde van den Burgerlyken Oorlog; en dan zouden Chrysippus en Cicero zo weynig by hen te pas komen, als zy na by ons.
Nil valeant in nos Chrysippi dogmata, nec quae
Crantoris antiqui nomine nomen habent.
DE CHIMIST. Evenswel ontaart de Zedenmeester niet, op het Chapitre van de Oudvaders by hunne baarden of liever by hunne tabbaards te trekken, dewyl Cicero er geen gewoon was te dragen. Echter geschiet die trekkende historie met groot onderscheyd, (misschyn om dat deze ver vroeger datum zyn, want een ouderdom moet men achting bewyzen.) Gelukkig zyn de Scribenten die veel kerven op hun hoornen hebben, zegt de Chimist, en het zoude alzo min kwaad kunnen zo oud van datum te zyn als de gryze Titan, om credit in de galanterie-kraam der opinien te hebben; als het aandoen van een Spaansch leren aangezigt om voor vroom te passeren, of als het opzetten van een lange pruik, | |||||||||||||
[pagina 71]
| |||||||||||||
ronde hoed, en breed gezoomde bef, om geykt te worden met der stempel der geleerdheyd, of het hoofd schoon min van binnen als van buiten gemeubileert zy? O! Myn goede Campo mogt gy nu uw hoofd eens opsteken, wat zoud gy niet al gekapte narren onder 't schort van uw blikken gewaar worden; ik twyffele gantsch niet of de Persiaansche Zydewever; Piepende Willem; en Grillo, zouden al lang hun gagement verdiend hebben, en gy zoud schielyker overgaan van Rotzenburg naar Walburg, als de Zedenmeester van Boekverkopers changeert. De pottebakkery van Grillo sou schielyker achter 't gordyn van uw oplettentheyd geschoten zyn, om plaats te maken voor het Collegium Pietisticum, als een Baron á la mode het beleg van een Dame opbreekt, wanneer de knegt een uitval op de battery van zyn vacht tracht te onderneemen, daar (24) hy met zo veel eer afkwam als onlangs een roestig Theologant van zyn explicatie die hy over de persoon van Melchizedech trachte te geven. Die Yzere Godgeleerde die onlangs onder den naam van Waarmond aan den Walburgschen horizont de kimmen met yzer roest begon te doen zwarten (in plaats van blozen) klom evenswel op tot den middag des ligts, en niemand twyffelt of hy zoude de brandende onenigheden als een pisvuurtje hebben uitgebluscht, indien hy een schat van geleerdheyd had willen tonen; maar O smert! voor de geleerde wereld, dit zegt hy aan alle geleerden in 't begin van zyn Harangue zo plat af als de neus van een Indiaan.
Een ander Deserteur pent een Apologie van zes en dertig regels, (zo men de gedeeltens voor 't geheel neemt, als de Joden hunne dagen) en in die harangue was zo min beslot of 't zamenhang als er eertyds in de gewrigten van zyn herssens, toen hy zig by den Zielverkoper van een Trekschuit engageert om op die kraak te gaan dobberen á la bonne fortune. Dit zoete jongetje neemt de naam van Maecenas aan, (misschyn om dat deze een Ridder was, en enige overeenkomst met zyn naam had, respectu soni) Maar niet te min zweert hy dat hy alle antagonisten van (25) zyn meester zo schaakmat zal zetten met een enkele pennestreek, als eertyds een Grande van Spanjen Philippus den tweeden deed, toen hy hem afscheepte met een uitwendige base los manos, en een inwendige maledictie. Deze pennebeul zou zig alzo roemruchtig van de verdediging zyns meesters gequeten hebben als eertyds Claudius Salmasius van zyn Defensio regia. Hy scheurt Horatius met de haairen in zyn vertoog, en wil Hermes doen geloven, dat hy Amoor in 't bort speelde toen hy zyn aanmerkingen aan het paier betroude, en dat hy zyn blote poten op ingeraakte kolen zettede; *O! hoe gelukkig zou Hermes zyn geweest, zo hy op dat ogenblik een Musulman mogt zyn, hoewel hem drie paginaas die Maecenas tot zyn Schryven gebruikt, of liever misbruikt had, minder op die togt zouden gediend hebben als een paar Luiksche Zolen. Novi Oratores; stulti adolescentuli, zegt Cicero; en waarom zoude hem de Chimist dat niet mogen naäapen? wyl thans niemand geleerd is dan die zyn schriften met diergelyke gezegdens der ouden galonneert, als Maecenas de zyne met die van Horatius, welke ruim een zesde van het product zyner penne konnen uitmaken. * De bygelovigheid der Turken is zo groot, dat zy zig vast inbeelden, om in den doortogt van dit tot het toekomend leven een brug van gleoyend yzer te moeten passeren; dog dat alle stukken papier die zy hun leven lang hebben opgeraapt, zig dan van zelfs onder hunne voeten komen hegten. | |||||||||||||
Advertissement.De Weduwe Egmond adverteerd dat regulier alle Maandagen by haar zal worden uitgegeven de CHIMIST DER ZOTHEDEN; En zullen de Exemplaren Woensdags by den Boekverkoper R. BEBINGH te Groningen te bekomen zyn. Verwagt aanstaande wwek een Stookzel uit de brouwery van Cypris. | |||||||||||||
De chimist der zotheden.
|
|