Mededelingen van de Stichting Jacob Campo Weyerman. Jaargang 1

B. Sierman
Mollshoop

Toen Weijerman de laatste jaren van zijn leven, in de Gevangenpoort in Den Haag zijn vonnis uitzat, bracht hij zijn dagen niet alleen door met het fluiten naar zijn getemde muizen die af en aan draafden, of het schrijven van smeekschriften om te mogen worden verbannen, maar leverde hij ook nog enige ‘stichtelijk’ werk. Een voorbeeld daarvan is het in de Medelingen Nr. 1 p. 4 vermelde Vreugdegejuigh op Dominee Moll.

Wie was deze dominee Moll? Over hem en over het Vreugdegejuigh verscheen een kort artikel van

[p. 22]

E.J.W. Posthumus Meyes: Kerkelijk 's-Gravenhage in vroeger eeuw, afl. IV⁽¹⁾. Van dit artikel hierbij een kort verslag.

Jan Gijsbert Moll werd op 18 februari 1703 in Berkewoud geboren, als zoon van een predikant. ‘Zelf was hij in 1737 tot het heilig dienstwerk te Eenmes-buiten ingeleid en had na Weesp ook de Zwolsche gemeente gearbeid’. Dan volgt zijn benoeming in Den Haag. ‘Met blijdschap werd hij in het midden der gemeente ontvangen, en als opvolger van Ds Velse⁽²⁾ begroet, terwijl een der lidmaten [JCW] veler gevoelens vertolkte in een welkomstwoord (...) In achttiende eeuwsche breedsprakigheid gaat deze schrijver voort zijne wenschen voor den nieuwen predikant te ontboezemen, en gemeente en leeraar op het beteekenisvolle van hun wederzijdsche roeping te wijzen. Hooggestemd zijn de loftuitingen die hij den beroepen leeraar toevoegt (...)’. Tijdens zijn loopbaan in Den Haag wordt dominee Moll in 1748 een half jaar vervangen door dominee Van Spankeren als hij hofprediker te velde bij de Prins Erfstadhouder wordt. ‘Naar de wensch zijns harten hervatte daarop Ds Moll zijn taak in de Haagsche gemeente (...) Nog een vijftiental jaren mocht de gemeente zich in zijn toewijding verheugen, tot eene toenemende lichaamszwakte hem noopte zijn emeritaat te vragen, hetwelk hem op 2 november 1763 eervol verleend werd.’ Zijn slechte gezondheid werd volgens de geciteerde Kerkeraadsnotulen veroorzaakt door ‘dat hy voor 34 jaren, nog student zijnde, op eene extra ordinaire wyze door een schot in de beenen was gekwetst, met verbreking der pypen en separatien, waar van hy wel genezen was, doch de gevolgen by het klimmen zyner jaren gevoelde.’

Dominee Moll overleed op 18 juni 1767.

9 april 1978.

(1) Nieuw Kerkelijk Weekblad. Onder redactie van al de predikanten der Ned. Herv. Gem. te 's Gravenhage, 2e jaargang, 1917, no. 59. Gemeente-archief Den Haag.

(2) 1683-1744.