| |
| |
| |
Kroniek
Cyriel Buysse oktober 2008 - september 2009
Het Buysse-jaar 2008-2009 stond helemaal in het teken van de voorbereiding en de uitvoering van alle plannen om de schrijver te huldigen in zijn 150e geboortejaar. En het moet gezegd: er is véél gebeurd, bijna niet te overzien. Wat volgt is dus een overzicht dat wellicht niet volledig is. De viering ‘150 jaar Buysse’ heeft over Nevele en omstreken een waar feestgedruis ontketend dat werd georkestreerd door een gelijknamig comité: een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van Nevele, Hansbeke, Landegem, Poesele, Merendree en Vosselare. Het feestjaar werd officieel geopend op 13 maart door burgemeester Roger Boone, in het gemeenschapscentrum ‘De Klaproos’ in Nevele, met een korte toespraak van ondergetekende over ‘Cyriel Buysse toen en nu’, een fragment uit de theatermonoloog ‘Cleve's tweestrijd’ door Lucien Cleppe en de opvoering van een fragment uit Het gezin Van Paemel door toneelgroep Feniks. Tussendoor werd de muzikale noot verzorgd door volkszangers Erik Wille en Roger Schelstraete. Daarbij diende zich ook al een voorsmaakje aan van wat nog zou volgen: er waren drankjes en eigen streekproducten waaronder Buyssebrood, Buyssepaté, Meetjeskonte, streekbier met Buysse op het etiket, Buyssenougat...
Het werd, zoals beloofd, ‘een aangenaam cultureel en ontspannend Cyriel Buyssejaar’ daar in Buyssedorp. Ondersteund door de Gemeente Nevele, door de Provincie Oost-Vlaanderen, Toerisme Meetjesland, Comeet (Cultuur in 't Meetjesland) en Cel Erfgoed Meetjesland, bood de werkgroep verder nog de volgende evenementen aan: uitgave van de biografie van Alice Buysse door het tijdschrift van de heemkundige kring (zie ook hierna), lezing en diashow over ‘Poesele en Poeselaars’ door André Bollaert met voordracht door Trees Coppieters (22 maart), Buyssewandeling in Nevele onder leiding van Jan Luyssaert, met voordracht van Buysseteksten in Nevels dialect door André Bollaert en Mia Pynaert (19 april; er waren maar liefst 125 aanwezigen!), Buyssewandeling in Deurle onder leiding van Eddy Vaernewyck (14 juni), Tweede Cyriel Buysse koetsen tocht
| |
| |
en paardenwijding (28 juni), Cyriel Buysse fietstocht Nevele-Deurle (16 juli), evocatie en historische maaltijd in de vroegere cichoreifabriek Buysse-Loveling, nu het huis van notaris Duerinck, (28 en 29 augustus), opstelling reizende tentoonstelling ‘Mijnheer Cyriel’ in het Cyriel Buysse Centrum (13 september tot 31 december), Open Monumentendag met fietstocht en wandeling met als thema ‘zorg’, langs plaatsen die Buysse beschreef (13 september), bloemtapijt op de markt in Nevele (11-13 september), voorstelling maquette van het verkozen beeld van Buysse (13 september), opvoering van ‘Grueten Broos’ door Lucien Cleppe in ‘De Klaproos’ (23 september), literaire herfstwandeling ‘Lotenhulle en Poeke in het werk van Cyriel Buysse’ onder leiding van Arnold Strobbe, met voordracht van Buysseteksten door William van Hoven en Edith Wille (27 september), en - nog niet voorbij als deze kroniek wordt afgerond - filmvoorstellingen (onder meer Tantes, 't Bolleken en De Biezenstekker) in ‘De Klaproos’ (12, 17 en 26 november). Tijdens de Sinksenkermis in Nevele (30 en 31 mei, 1 juni) werd ook een ‘Culturele Cyriel Buysse Koetsentocht’ georganiseerd (30 mei) en werd de tentoonstelling ‘Mijnheer Cyriel’ opgesteld in de vroegere cichoreifabriek Buysse-Loveling (31 mei, 1 juni). In december zal de lezing van André Bollaert over ‘Poesele en Poeselaars’ worden gepubliceerd in het heemkundig tijdschrift Het Land van Nevele en het beeld dat van Buysse werd gemaakt - de keuze is inmiddels gevallen op het ontwerp van de jonge kunstenaar Stief Desmet (o Deinze 1973) - zal in februari 2010 worden onthuld op de markt in Nevele.
Over dit alles werd ook uitvoerig gedetailleerd bericht in de Nieuwsbrief van de heemkundige kring Het Land van Nevele. Hierin viel onder meer nog te lezen dat er ook een literaire Buysse-wedstrijd werd georganiseerd waarbij verscheidene handelszaken één gekopieerde bladzijde uit een werk van Buysse voor het raam hadden hangen die door de deelnemers moest geïdentificeerd worden. Op die manier werd iedere deelnemer de bibliotheek ingestuurd. En dan waren er ook nog huifkarrentochten op zeven verschillende zaterdagen tussen 18 juli en 14 november...
Zijn er een paar vergeten? Excuus daarvoor, het was alleen de bedoeling een beeld te geven van de omvang en de diversiteit van het Nevelse feest, dat niet alleen heeft gezorgd voor culturele evenementen maar de schrijver ook bij het volk, zijn volk heeft gebracht. Zelfs de slagers hebben meegedaan: zij hebben gerechten verkocht die in
| |
| |
Buysses werk worden genoemd, als daar zijn: soepe-mee-bollekes, boelie-mee-wurtelkes, karmenoaden-ensaucietjes-mee saveuïen. En de plaatselijke bakkers bakten Buyssetaart en Buyssebrood. Hoe dat smaakte kan ik u niet vertellen. Maar zeker is wel dit: had Cyriel Buysse dit kunnen zien hij zou gezegd hebben dat het goed was zo. Hij zou het ook gewaardeerd hebben dat de gemeentelijke bibliotheek haar eigen collectie Buysse-drukken heeft tentoongesteld en bij die gelegenheid zelfs aangevuld.
Ook buiten het Nevelse ging de herdenking van het 150e geboortejaar van Buysse niet onopgemerkt voorbij. Joris van Parys was als auteur van de alom geprezen biografie een graag geziene en veelgevraagde spreker. Aan zijn boek werd, na de prestigieuze ABN AMRO Prijs en de Prijs voor essay en monografie van de Provincie Oost-Vlaanderen, in 2009 ook nog eens de Interprovinciale Prijs voor monografie 2008 toegekend. Van Parys was uitvoerig aan het woord op 7 december 2008 in het Canvasprogramma ‘Iets met Boeken’ en was nog op verscheidene plaatsen te gast voor een presentatie van zijn boek. Zo gaf hij op zondag 19 april een ‘ontbijtvoordracht’ in het AMVC-Letterenhuis in Antwerpen en een lezing in het LunchCafé Walry in Gent op 7 mei 2009. Op 10 mei hield hij in het Museum voor Schone Kunsten te Gent de lezing over Emile Claus en Cyriel Buysse waarvan de tekst hierboven in de Mededelingen is opgenomen. En in september, naar aanleiding van de verjaardag van Buysse zelf, werd hij geïnterviewd door Klara (18 september). Op radio 1 was op de verjaardag zelf (20 september) een interview te horen van Lieven van de Haute met Monika van Paemel.
In de Stedelijke Openbare Bibliotheek in Gent werd Cyriel Buysse geëerd van 3 tot 28 februari met een tentoonstelling, lezingen en een theatervoorstelling: de reizende tentoonstelling ‘Mijnheer Cyriel’ was te zien (en kreeg veel belangstelling), de lezingen werden verzorgd door Joris van Parys (5 februari, een herneming van de kleine geurenstudie die hier vorig jaar al werd afgedrukt), door Anne Marie Musschoot (12 februari, over Buysse en de Eerste Wereldoorlog) en door Yves T'Sjoen (17 februari, over Buysse en Richard Minne). Op 26 februari bracht Jo Decaluwe zijn bekende theatermonoloog ‘Typen’. Diezelfde Jo Decaluwe was op 22 oktober 2008 al opgetreden in de reeks ‘Acteur en Auteur’ in de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en verzorgde op 7 mei ook een
| |
| |
theaterwandeling in het Museum voor Schone Kunsten te Gent naar aanleiding van de tentoonstelling Emile Claus. Jammer genoeg was het publiek dat hierbij kon worden toegelaten zeer beperkt zodat slechts weinige mensen deze wandeling hebben kunnen meemaken. Als belangrijk nieuws kan hier tussendoor worden aan toegevoegd dat Jo Decaluwe een nieuwe Buysseproductie aan het instuderen is onder de titel ‘Goeste’. De nieuwe theatermonoloog wordt in de nieuwsbrieven van Theater Tinnenpot aangekondigd als ‘verhalen over eten en drinken en andere dingen waar een “mensch” goesting naar heeft’.
Er zijn dit jaar uiteraard veel publicaties te vermelden. Ook herdrukken van Buysse zelf. In het spoor van de succesrijke herdruk van de roman 't Bolleken (2008) door de gezamenlijke uitgevers van de biografie van Joris van Parys hebben Houtekiet (Antwerpen) en Atlas (Amsterdam) ook de beloofde heruitgave bezorgd van de autobiografische Roman van de schaatsenrijder (met een nawoord door Joris van Parys, 2009). Atlas bracht eveneens een nieuwe herdruk van de editie Tantes in de reeks ‘De twintigste eeuw’ (nr. 43. Teksteditie en verantwoording door Yves T'Sjoen. Met een nawoord van Anne Marie Musschoot). Beslist vermeldenswaard is de fraai geïllustreerde uitgave van de Stichting Ons Erfdeel Het grote rivierenboek. Schelde Maas IJzer Leie. Een reisverhaal met bloemlezing, samengesteld door Luc Devoldere. Het boek bevat enkele teksten van Buysse: ‘Mohammed in Vlaamse aarde’ (uit Van een verloren zomer, VW 6), ‘Laat ons de Leie’ (VW 7) en ‘In de natuur’ (VW 4). Kleinschaliger, maar beslist ook boeiend, is de bijdrage van Luc Decorte over ‘De Leie in de Nederlandse literatuur’, verschenen in De Leiegouw, het zesmaandelijks tijdschrift van de vereniging voor geschied,- taal- en volkskundig onderzoek in het Kortrijkse (jg. 50, 2008, afl. 2). Decorte citeert uit de ‘weergaloze biografie van Cyriel Buysse’ en neemt vanzelfsprekend ook enkele fragmenten over uit Buysses lyrische Leiestukken. Ook in de nieuwste bloemlezing van Joost Zwagerman, De Nederlandse en Vlaamse literatuur vanaf 1880 in 200 essays (Amsterdam, Prometheus, 2008) is Buysse aanwezig, zij het teleurstellend zuinig met een fragment uit ‘Indrukken van een Belg in Nederland’ (VW 7).
Zeer verrassend was het een citaatje te vinden uit Buysses dagboek Zomerleven in de tentoonstelling ‘De exotische mens. Andere culturen als amusement’ die was te zien in het Teylers Museum te Haarlem
| |
| |
en in het Museum Dr. Guislain in Gent (dat laatste van 29/5 tot 13/9/2009). In het boek dat bij de tentoonstelling is uitgegeven (gedrukt bij Lannoo, 2009) is een bijdrage te vinden van Annelies Delanote en Renilde Seyssens, ‘Instructie, spektakel en interactie. Het Senegalese en Filippijnse dorp op de Wereldtentoonstelling van Gent 1913’, waarin de auteurs erop wijzen dat de observaties van Buysse in zijn dagboek Zomerleven ‘helemaal in het verlengde [liggen] van wat andere auteurs te melden hebben over de bewoners van het Filippijnse dorp, die stereotiep omschreven worden als “primitieve wilden”.’ Buysse noemde het Senegalese dorp een ‘amusements- of liever een lunapark’, en het Filippijnse kamp omschreef hij als een ‘Indianenkamp’, dat bestond uit ‘Zowat driekwart-naakte, bruine kerels, die een mengselprodukt leken van apen en mongolen’ (p. 139). De overige citaten (onder meer uit de brievenroman De lemen torens van Karel van de Woestijne en Herman Teirlinck) bevestigen inderdaad dat dit het clichébeeld was van die tijd op ‘de andere’ of ‘de vreemde’. Om het met de titel te zeggen die in De Morgen verscheen bij de bespreking van de tentoonstelling: ‘Aapjes kijken in het menselijke rariteitenkabinet’ (29 mei 2009).
Interessant is ook het boek van Matthijs de Ridder, Ouverture 1912. Literatuur en Vlaamse Beweging aan de vooravond van de Grote Oorlog (Antwerpen 2008, AMVC-publicaties 11), waarin August Vermeylen en zijn Kritiek der Vlaamse Beweging onder de loep worden gehouden. Zoals bekend vormt een opmerking van Buysse, ‘die meende dat de flaminganten categorisch tegen het Frans waren omdat het het Frans betrof’ (p. 70) de aanleiding voor het pleidooi van Vermeylen. Vermeylen van zijn kant meent dat Buysse ‘niet heel en al ongelijk heeft’ maar is verder helemaal niet zo mild voor zijn vroegere Van-Nu-en-Straks-collega. Buysses uitspraken over ‘de’ (eigenlijk: sommige) flaminganten werden in eigen tijd fel gecontesteerd en blijven natuurlijk commentaar uitlokken. Nieuw is het stuk dat Joris van Parys schreef over Willem Elsschot en Cyriel Buysse voor Achter de schermen, de nieuwsbrief van het Willem Elsschot Genootschap. Het opstel opent de extra editie die helemaal aan Buysse en de Buyssebiografie is gewijd (jaargang 11, extra editie oktober 2008). Het is een aflevering waarin de voornaamste recensies van Van Parys' boek op een ook visueel aantrekkelijke manier bijeen zijn gebracht. Over ‘Cyriel Buysse en het New York uit het fin de siècle’ schreef Jacqueline Bel in het julinummer 2008 van het
| |
| |
Nederlandse tijdschrift Armada (‘Tijdschrift voor wereldliteratuur’, 14e jg., nr. 51). In het oktobernummer van diezelfde jaargang (nr. 52) besteedde Jacqueline Bel aandacht aan ‘De Groote Oorlog in proza en poëzie’, waarbij Buysses oorlogsreportage Van een verloren zomer heel even ter sprake wordt gebracht. Een vernieuwend en belangwekkend artikel schreef Tom Sintobin, die tijdens het Buyssecolloquium eind 2007 het publiek aangenaam verraste met zijn analyse van gnomische formules in ‘Op het kleine gehucht’ (gepubliceerd in Mededelingen XXIV). In het tijdschrift Nederlandse Letterkunde (jg. 13, nr. 3, december 2008) liet hij een breder, comparatistisch opgezet stuk verschijnen, ‘“Men” heeft altijd gelijk’, waarin hij de bevindingen van zijn Buysse-onderzoek uitbreidt in de analyse van teksten van Virginie Loveling en van Herman Teirlinck.
Tussendoor kan ook nog worden gewezen op twee bijdragen in Het Land van Nevele, het driemaandelijks tijdschrift van de zeer actieve gelijknamige heemkundige kring. Het maartnummer 2009 (jg. XL, nr. 1) omvat als geheel een biografie van Buysses zus Alice Buysse door Stefaan de Groote en Bart D'hondt en heeft een woord vooraf door Nicole Verschoore. Het juninummer 2009 (jg. XL, nr. 2) bevat een korte huldebijdrage over Rosalie Loveling, die 175 jaar geleden werd geboren te Nevele. Het herdenkingsstuk is van de hand van Jan Luyssaert. Hierbij hoort dan ook de vermelding van een belangrijke herdruk: Piet Couttenier en ondergetekende hebben onder de titel Meesterschap in tweevoud een keuze samengesteld uit de novellen en schetsen van Rosalie en Virginie Loveling. De bundel is verschenen bij de Nederlandse uitgeverij Amsterdam University Press (2009) en bevat de volgende stukken: van Rosalie: Meester Huyghe, Po en Paoletto, Iets over het onderwijs der vrouw, Het meesterschap; van Virginie: De kwellende gedachte, Meesterschap, Vrijheid - Blijheid, Plaatje Mulderman. Aandacht is er dus ook voor de Lovelings geweest, en we hopen dat dit nog een poosje mag blijven duren. Alvast nog dit: de veelbekroonde studie van Liselotte Vandenbussche, Het veld ter verbeelding, waarin Virginie Loveling een belangrijke plaats krijgt toebedeeld, werd uitgegeven door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en aan het publiek voorgesteld op 4 maart 2009.
Bij al dat extra herdenken en feesten zou men bijna vergeten dat de ‘gewone’ aanwezigheid van Buysse in het toneelleven ook zijn ‘gewo- | |
| |
ne’ gang ging. Wij kregen weet van drie ensceneringen van Het gezin Van Paemel. De productie in Deinze op 4, 10, 11, 17 en 18 oktober, in een regie van Steve de Schepper, werd verzorgd door het amateurtoneelgezelschap Vooruit dat, net als Buysse, zijn 150e verjaardag vierde. De opvoering van 18 oktober werd voorafgegaan door een inleiding op het stuk door Joris van Parys. Tussen 20 februari en 8 maart bracht ‘Toneelgilde De Lanteern’ in Kachtem maar liefst elf voorstellingen van Buysses klassieker (met dank voor dit bericht aan Gustave Delaey, trouw lid van het Buysse Genootschap). En dan was er ook nog een primeur in Buggenhout: Tejater Restant bestaat daar 25 jaar en heeft dat jubileum gevierd met een opvoering van Het gezin Van Paemel in het lokale dialect. Volgens regisseur Geert Dufour geeft ‘de rijkdom aan woordenschat de productie een absolute meerwaarde’ (bericht in Het Laatste Nieuws van 2 april 2009). Het stuk werd gebracht op locatie: in de Wiesbeekhoeve en de opbrengst was volledig bestemd voor het goede doel, nl. de vzw Avalon uit Opstal (voorstellingen in mei).
Tot slot nog twee berichtjes van een andere orde. In oktober 2008 bereikte ons de mededeling dat voor de Buysse fietszoektocht in de omgeving van Deinze waaraan ons genootschap heeft meegewerkt maar liefst 626 brochures (met informatie en vragen over Buysse) aan de man werden gebracht, wat in de praktijk betekent dat zowat 1878 personen op die manier kennis hebben gemaakt met de schrijver (gemiddeld werd één brochure per drie personen verkocht). Niet slecht als resultaat, hoewel de zomer van 2008 helemaal geen goed fietsweer heeft gebracht. We kunnen ook nog melden dat het grafmonument van de familie Buysse-Loveling op de Westerbegraafplaats in Gent, dat volkomen vervallen was, in een recordtempo werd hersteld, dank zij de hulp van enkele zeer alerte personen.
Helemaal afronden doen we met een vooruitblik. Hier kan al worden aangekondigd dat nog in het najaar 2009 twee fotoboeken zullen verschijnen: één van fotografe Tania Desmet, Kijken met Cyriel Buysse. Een fotoverhaal (foto's geïnspireerd door Buysse en de daarbij horende teksten) en één door biograaf Joris van Parys, De wereld van Cyriel Buysse, waarin, net zoals in zijn succesrijke boek, de hele wereld van Buysse in beeld zal worden gebracht mede aan de hand van nieuw opgedoken materiaal.
A.M.M.
|
|