| |
| |
| |
Kroniek
Cyriel Buysse oktober 2007-september 2008
Het overzicht van de gebeurtenissen rond Buysse in 2007-2008 staat, zoals gehoopt werd en zoals te verwachten was, bijna volledig in het teken van het verschijnen van de biografie van Joris van Parys, Het leven, niets dan het leven. Cyriel Buysse en zijn tijd (Houtekiet, Antwerpen - Atlas, Amsterdam, 2007).
Zoals reeds aangegeven in de ‘Inleiding’ van onze Mededelingen XXIII (2007) werd het boek officieel voorgesteld door em. Prof. dr. Herman Balthazar op 9 oktober 2007 in de Nottebohmzaal van de Stadsbibliotheek te Antwerpen (dit jaar omgedoopt in Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience), met een muzikale bijdrage door Marc Michael de Smet (cello), dirigent van het Aquarius Ensemble. Deze presentatie kreeg nog een aanvulling op zaterdag 27 oktober in Buysses geboortedorp Nevele, in de voormalige cichoreifabriek Buysse-Loveling, Cyriel Buyssestraat 38, met dank aan notaris A. Duerinck, thans eigenaar van het pand. De bijeenkomst, georganiseerd door de heemkundige kring ‘Het Land van Nevele’ in samenwerking met het Nevelse gemeentebestuur, werd ingeleid door schepen van cultuur Hugo Verhaege. Plaatselijk Buyssekenner Jan Luyssaert interviewde een panel bestaande uit Joris van Parys, Daniël D'Hooge en ondergetekende, waarna de ‘Nevelse huwier’ werd uitgereikt aan Joris van Parys en enkele andere verdienstelijke ‘Buyssevorsers’. Ook deze avond werd opgeluisterd door Marc Michael de Smet, maar nu samen met enkele leden van het Aquarius Ensemble, dat een bijzonder verfijnd muziek-en-woordprogramma bracht. In de ruimte zelf was ook een kleine tentoonstelling opgesteld met foto's en documenten uit de collectie van Joris van Parys en uit het archief van Arthur Buysse, aangevuld met Nevelse foto's van Daniël D'Hooge, kenner van enkele authentieke Buysse-figuren. Een verslag van de Nevelse boekpresentatie verscheen in het driemaandelijks tijdschrift van de heemkundige kring Het land van Nevele (jg. XXXIX, afl. 1, januari 2008, p. 61-75).
De receptie van de biografie kwam snel op gang en was overweldi- | |
| |
gend. Reeds op 10 oktober verscheen een uitgebreid interview met Joris van Parys door Dirk Leyman in de boekenbijlage van De Morgen, op 12 oktober was de auteur al te gast in het radioprogramma Ramblas (Klara) voor een interview met Johan de Haes, die ook zorgde voor een uitgebreid informatief stuk op de cultuurpagina van de website http://www.vrt.nieuws. Een boeiend, meer zelfs, een onmisbaar boek, werd het genoemd, en meteen was de toon gezet voor alles wat nog zou volgen.
Op 19 oktober, de dag waarop Joris van Parys te horen was in het programma Mezzo op radio 1, pakte De Standaard in zijn boekenkatern uit met de titel ‘Monument voor een vuilschrijver’. Toon Horsten, de auteur van het artikel, verduidelijkte: ‘De katholieke kritiek vond hem een ‘perverse decadent’. Maar het werk van Cyriel Buysse [...] staat nog altijd als een huis’. Diezelfde Toon Horsten zou nog, in het jaaroverzicht van De Standaard, verschenen op 28 december 2007, zijn absolute voorkeur voor het boek bevestigen: ‘Ik ben heel blij dat ze er eindelijk is én dat ze zo goed is: de Cyriel Buyssebiografie van Joris van Parys. Ze kan moeiteloos de vergelijking doorstaan met de beste biografieën uit het buitenland, waar het meesterlijke Schulz and Peanuts van David Michaelis (over de geestelijke vader van Snoopy, Charlie Brown, Linus en Lucy) de hoofdgaai afschiet.’
In de ‘Special Boekenbeurs’ van Knack, verschenen op 24 oktober 2007, vroeg Frank Hellemans uitgebreid aandacht voor de ‘brede’ kwaliteiten van het boek, dat hij een ereplaats gaf in de ‘biografiegolf’. ‘Wie schrijft, die blijft soms’, betitelt hij zijn stuk, en: ‘Eindelijk wordt de literaire biografie ook in Vlaanderen volwassen. Joris van Parys markeert met zijn monumentale biografie over Buysse het begin van een ware biografische golf in onze contreien.’ Het boek zet de bakens uit, zo stelt Hellemans, voor een modelbiografie die het werk van de auteur in kaart brengt ‘in resonantie met zijn tijd’. En verder: ‘Van Parys is een boeiend verteller die oog heeft voor grote lijnen en pakkende details’. Nóg een interview, door Jan de Vriendt, verscheen in Gazet van Antwerpen op 9 november 2007. De Nederlandse kranten volgden, iets trager, iets minder uitbundig en iets minder talrijk (of heb ik ze niet allemaal gezien?), maar met evenveel waardering: ‘de monumentale en met veel zwier geschreven biografie’ (Paul Depondt in de Cicero-bijlage van De Volkskrant, 14 december 2007) en ‘een veelzijdig en meeslepend boek’ (Jacqueline Bel in de katern Boeken van NRC Handelsblad, 11 januari 2008).
| |
| |
Joris van Parys overhandigt het laatste gesigneerde exemplaar van Het leven, niets dan het leven op de boekenbeurs in Antwerpen (2007). Op de achtergrond: Geert van Istendael.
Het mag duidelijk zijn: de Buysse-biografie kreeg heel veel aandacht en de directe reacties van de opiniërende kranten waren bijzonder enthousiast. Het kon dan ook niet uitblijven: de auteur van de met de Gouden Uil bekroonde Masereel-biografie (waarvan binnenkort ook een Franse vertaling verschijnt) zou opnieuw in de prijzen vallen. De Buysse werd - nog in manuscriptvorm - bekroond met de Prijs voor essay en monografie van de Provincie Oost-Vlaanderen, uitgereikt op 15 april 2008 in het cultuurcentrum De Werf in Aalst, en met de nog jonge maar zeer prestigieuze (12.500 euro!) ABN AMRO Bank Prijs voor het beste non-fictie boek, uitgereikt in de Antwerpse Stadsschouwburg op 7 mei 2008. Voor dat laatste was hij trouwens vooraf getipt door Frank Hellemans, die in Knack van 23 april de vijf genomineerden voorstelde. Het persbericht dat werd uitgegeven citeert uit het door voorzitter Peter Frans Anthonissen voorgelezen juryverslag: ‘De jury looft de inventieve manier waarop Joris van Parys het genre van ultieme biografie combineert met cultuurhistorische geschiedschrijving. De auteur neemt de lezer op sleeptouw en schotelt hem een pakkend relaas voor, dat zeer goed geschreven en bovendien academisch sterk onderbouwd is. Het leven, niets dan het
| |
| |
leven is een meesterwerk van internationaal niveau, waarmee Joris van Parys in Vlaanderen een nieuw genre op de kaart zet’. Dat van het op de kaart zetten van een nieuw genre is misschien wat overdreven (het genre bestond wel degelijk al), maar het was duidelijk de bedoeling te beklemtonen dat het om een standaardbiografie gaat die ook volgens internationale normen kan meetellen. Over het oordeel van de jury van de Prijs van de Provincie Oost-Vlaanderen kan u meer lezen elders in deze Mededelingen XXIV. Het verslag werd door jurylid Patrick Lateur, samen met de hier eveneens opgenomen laudatio van de hand van Johan de Haes, gepresenteerd op een huidezitting voor de schrijver in de Raadzaal van het Gemeentehuis in zijn woonplaats Stekene (14 juni 2008). Van de Stekense heemkundige John Buyse (met één s!), trouw lid van ons Genootschap, kreeg Van Parys bij deze gelegenheid een kapot gelezen exemplaar van de roman Twee werelden uit een katholieke bibliotheek van Evergem cadeau - een bevestiging ten overvloede van de bevinding van de biograaf dat Buysse ook in katholieke milieus veel meer werd gelezen dan tot nu toe werd aangenomen.
De waardering kan inderdaad uit onverwachte hoek komen. Na de uitreiking van de ABN AMRO Bank Prijs door Vlaams Minister-President Kris Peeters werd de laureaat persoonlijk gefeliciteerd door Directeur-Generaal Mieke van Hecke van het Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs, die hem verzekerde dat de uitspraak van de jury unaniem was. Martine Reynaers, die in 2003 de titel ‘Manager van het jaar’ kreeg en werd aangezocht om als jurylid van de ABN AMRO Bank Prijs te fungeren, liet in De Standaard van 12 september 2008 noteren dat ze zeer verrast was toen ze kennis maakte met Cyriel Buysse: ‘Ik associeerde de man aanvankelijk met bestofte boeken en kleurloze anekdotes, maar na het lezen van zijn biografie [...] door Joris van Parys, heb ik mijn mening grondig herzien. Buysse verraste me met de manier waarop hij de wereld vat. Zijn schrijfstijl past bij mijn levensstijl: to the point.’ Zo zijn er meerdere manieren om van Buysse te houden. Hoe dan ook, de effecten van de prijzen hebben niet lang op zich laten wachten: naar aanleiding van de ABN AMRO Prijs werd de biografie in de pers opnieuw omstandig geprezen en tegen begin juli was er al een derde druk op de markt, deze keer in paperback.
Dat de Buyssebiografie de omschrijving ‘meesterlijk’ verdient, werd intussen ook bevestigd door Elsbeth Etty, hoogleraar literaire kritiek
| |
| |
en liefhebster van het genre. Zij koos voor nrc.boeken.nl de honderd beste Nederlandstalige biografieën van de afgelopen achttien jaar en formuleerde haar criteria in de NRC van 5 september. In de daarbij afgedrukte lijst van ‘de 100-beste’ (recensies hiervan zijn te lezen via nrcboeken.nl/100-beste-biografieën) staat de Buysse op de twintigste plaats. Toch is er ook een net-niet-kantje aan dit succesverhaal. De Buyssebiografie had een plaats gekregen in de Tiplijst van de AKO Literatuurprijs 2008 (bij de 25 beste, geselecteerd uit een ‘oogst’ van 346 Nederlandstalige boeken) maar haalde de toplijst (van de zes uiteindelijk genomineerde boeken) niet...
En dan moeten we het nog hebben over de ‘serieuze’ kritiek in de vaktijdschriften, die nog maar net op gang is gekomen. Hier is het beeld niet anders, maar er is meer ruimte voor nuancering en voor enkele bedenkingen. Vrij snel al kwam er een recensie van Piet Couttenier in het decembernummer van De Leeswolf (jg. 13, 2007, nr. 9, p. 706-707), die met grote kennis van zaken kan wijzen op de manier waarop Van Parys het algemeen aanvaarde beeld van Buysse relativeert en bijstuurt. Couttenier legt de nadruk op de ‘brede historische invalshoek en de aanbreng van nieuw bronnenmateriaal’ en vindt het boek ook meeslepend geschreven. Heel opmerkelijk is de bespreking, door Jacques de Maere, in Streven (jg. 75, april 2008, p. 363-368), dat is een tijdschrift dat door Vlaamse jezuïeten wordt uitgegeven. De lof die de Nevelse schrijver hier krijgt toegezwaaid geeft aan dat ook de meest hardleerse katholieke kritiek geen eeuwigheidswaarde heeft en meeroeit in de ontwikkeling van haar tijd. 't Kan verkeren, om het met Bredero te zeggen. We citeren de slotbeschouwing van De Maere: Het is lang geleden dat we zo'n diepgaand beeld hebben gekregen van een eng-klerikaal en nationalistisch Vlaanderen dat de mensen wilde verheffen door ze uiteindelijk dom te houden, en van een integer mens die, in het volle besef van alle tegenstrijdigheden, zich daar met de kracht van zijn briljant woord tegen verzette. Een groot auteur heeft een grote biografie gekregen.
‘Een grote biografie voor een groot auteur’: een mooier eerherstel van katholieke zijde kan haast niet. Opvallend is dat De Maere in zijn recensie nadrukkelijk stelt dat deze biografie geen hagiografie is: hij merkt op dat Van Parys geregeld wijst op vergissingen, verbloemingen of foute inschattingen van ‘zijn’ auteur. Andere critici, zoals Hans Vandevoorde (in Ons Erfdeel, jg. 51 nr. 2, mei 2008, p. 161-165) en, in zijn spoor, G.F.H. Raat (in Boelvaar Poef, jg. 8 nr. 2/3,
| |
| |
september 2008, p. 79-84) menen bij Van Parys wél een neiging tot hagiografie of overschatting van de gebiografeerde waar te nemen. Vandevoorde, zelf van nature wat geneigd tot dwarsheid (kenners weten dat dit een understatement is), heeft het onder de titel ‘Le vrai Cyriel?’ zelfs over ‘een Buysse, lichtelijk gevleid’. Hij heeft uiteraard recht op zijn eigen mening en de uitzondering in deze beeldvorming bevestigt de regel. De lezer zal zelf wel oordelen of Buysse van een lang onderschatte, nu plots tot een overschatte figuur is geworden. Wie nog mocht twijfelen kan overigens als tegengewicht voor Vandevoordes ietwat ‘zure’ bespreking even te rade gaan bij Philip Vermoortel, die in het Nederlandse Biografie Bulletin (jg. 18 nr. 2, zomer 2008, p. 60-65) een uitvoerige, enthousiaste bespreking publiceerde. Hij opent met: Joris van Parys kan schrijven. Ten eerste omdat hij zakelijk, helder en bevattelijk vertelt, maar niettemin - of misschien juist daardoor - boeiend en bij momenten zelfs meeslepend. In de tweede plaats omdat hij zijn materiaal zo creatief heeft geordend dat die ordening op zich al voor leesplezier zorgt. Of Van Parys een ‘gevleid’ portret van Cyriel Buysse heeft opgehangen? Neen, stelt Vermoortel, Buysse wordt nergens beter, liever of aardiger voorgesteld [...] dan op basis van feiten te reconstrueren valt. Van Parys corrigeert Buysse dan ook wanneer diens versie door de feiten wordt tegengesproken en hij blijft altijd kritisch, ook met betrekking tot de kwaliteit van Buysses werk. Maar als Buysse ten onrechte aangevallen wordt, gaat Van Parys natuurlijk in de tegenaanval, niet met retorische verontwaardiging, maar met feiten. Vermoortel maakt wél enkele, meer technische, kanttekeningen bij het boek (o.m. over het plaatsen van de illustraties, niet altijd direct naast de tekst waar ze bijhoren), maar die doen
voor hem niets af van zijn lof. Het boek is volgens hem ‘op alle vlakken een pareltje [...] van perfectie.’
Helemaal op diezelfde golflengte zit ook Jos Muyres, werkzaam als docent bij de Opleiding Nederlandse Taal en cultuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen, in zijn recensie voor Brood & Rozen. Tijdschrift voor de geschiedenis van sociale bewegingen (jg. 13 nr. 3, juli-sept. 2008, p. 88-98): ‘De biografie van Van Parys is een magnum opus, een boek dat getuigt van minutieus onderzoek, een grote belezenheid en verdieping van een tijdperk dat ver achter ons lijkt te liggen, maar dat - dankzij de inspanningen van de biograaf - weer heel dichtbij komt’. Hoofdzaak, ook voor Muyres, is ‘dat de eerste echt grote schrijver in de Vlaamse literatuur met dit boek de
| |
| |
erkenning en het standbeeld heeft gekregen, die hij verdiende.’
Om deze verkenningen in de literaire kritiek af te ronden: niet bestemd voor een vaktijdschrift, maar afkomstig van een student die zich al oefent in de literaire kritiek is deze leuke passage, bestemd voor Dilemma, het Gentse germanistenblad van maart 2008: Waarom is dit boek zo knap? Heel eenvoudig: Van Parys slaagt erin de geschiedenis te doen herleven. De biografie leest als een mooi verhaal en niet als een droge kroniek van wat Buysse zoal verricht heeft in zijn leven. Veel heeft natuurlijk te maken met Buysses levensloop die [...] een voldoende afwisseling vertoont van evenwichts- en conflictchronotopen om er een interessant werk over te schrijven. En dat heeft Van Parys gelukkig gedaan zodat Buysse eindelijk de biografie heeft die hij verdient. Deze germanist in spe kan nog een goede criticus worden als hij wat moeilijke woorden afzweert. Nog vele andere stukken die het hebben over de ‘magistrale biografie’ of over Cyriel Buysse, ‘de echte baanbreker’ en ‘een warmhartige reus onder afgunstige dwergen’ moeten hier buiten beeld blijven: ze zijn te talrijk om op te sommen en bieden ook niet echt veel nieuws meer na wat hierboven al de revue passeerde. We signaleren nog een bespreking door Joost Vandommele in de Nieuwsbrief 2008 van het René de Clercq Genootschap, ook te lezen op de webstek www.renedeclercq.be, waarin raakpunten tussen Buysse en de Clercq worden ‘geduid’ (met dank aan Yves T'Sjoen). En verder alleen nog deze mooie anekdote. Rond de nieuwjaarsperiode was een bekende van de biograaf in een boekhandel in Brugge. Het boek lag in de etalage en bij navraag werd gezegd dat het goed ging met de verkoop. Maar er was meer. Onlangs werd in de boekhandel een 80-jarige boekendief op heterdaad betrapt. Hij had drie boeken gestolen, waaronder... de Buysse-biografie. ‘Mooi meegenomen’!
De overweldigende aandacht voor de Buysse-biografie zou bijna doen vergeten dat er ook ander nieuws valt te melden. Op de eerste plaats dient hier een groots georganiseerde fietszoektocht op de grens van de Leiestreek en het Meetjesland vermeld te worden, die geheel in het teken van Buysse werd gesteld en dan ook de naam ‘In het land van Buysse’ meekreeg. Groots, jawel, omdat dit toeristische gebeuren werd georganiseerd door VVV Leiestreek en de dienst toerisme Deinze, in samenwerking met maar liefst elf verschillende instanties: DK Entertainment in de persoon van Peter de Kemel (over wie zo dadelijk meer), de schepenen van de stads- en gemeentebesturen van
| |
| |
Deinze, Nevele en Sint-Martens-Latem, het Cyriel Buysse Genootschap, het streekmuseum Rietgaverstede (Nevele), de heemkundige kring ‘Het land van Nevele’, het Davidsfonds-gewest Land van Leie en Schelde, Toerisme Leiestreek, Toerisme Meetjesland, Toerisme Oost-Vlaanderen. Allemaal samen in één werkgroep en gecoördineerd door Christine van Hecke (toerisme Deinze). De fietszoektocht was een initiatief van Peter de Kemel, die aan de hand van de bestaande informatie uit de scripties van Wouter Verkerken en van Kurt van Dycke een fraaie brochure samenstelde. De fietstocht liep van 18 mei tot 19 september en bracht de fietsers langs plaatsen die door Buysse werden beschreven en waarover vragen werden gesteld in de brochure. Bij het afsluiten van deze kroniek waren nog geen aantallen bekend van de deelnemers aan de zoektocht. Wel kon ter plaatse worden geconstateerd dat de grote starthappening die was voorzien op zondag 18 mei maar weinig belangstellenden heeft gelokt: het weer was niet zo fraai en geïnteresseerde fietsers hebben hun tocht uitgesteld tot betere dagen. Jammer, want in de grote hal van de Brielpoort in Deinze vertoonde DK Entertainment non stop de komische langspeelfilms ‘Ten Huize Goetgebuer’ en ‘Aan de oevers van de Leie’ van Peter de Kemel. Daarnaast was ook de reizende tentoonstelling ‘Mijnheer Cyriel’ voor één dag opgesteld.
Misschien hierbij nog een woordje uitleg over die film(s) van De Kemel. Na het enorme succes van de televisiereeks ‘Ten huize Goetgebuer’ op AVS (waarover in vorige Kronieken al werd bericht) heeft De Kemel in recordtempo een nieuwe film gedraaid, ‘Aan de oevers van de Leie’, waarin hij de belevenissen van de familie Goetgebuer met heel veel eigen fantasie heeft aangevuld en verderverteld. Die films zijn op schitterende locaties gedraaid en bevatten prachtig beeldmateriaal, dat mede aan de basis ligt van de fietszoektocht. De tweede film, zo viel te lezen in Het Laatste Nieuws van 15/16 december 2007, brak alle records en haalde meer dan 10.000 bezoekers en wellicht komen er ook nog nieuwe voorstellingen. De onderhandelingen blijven lopen. Wij hopen dat deze sympathieke regisseur en duizendpoot met zijn DK Entertainment nog veel naar Buysse lonkt. Het materiaal dat zijn fantasie aan het werk kan zetten is niet beperkt tot ‘Lente’ (De Kemels theaterbewerking hiervan is trouwens ook nog in productie) en is vrijwel oeverloos.
Meer boekennieuws nu. De gezamenlijke uitgevers van de biografie, Houtekiet in Antwerpen en Atlas in Amsterdam, brachten op advies
| |
| |
van Joris van Parys een herdruk uit van 't Bolleken (2008). De oplage van 1000 exemplaren was binnen de kortste keren uitverkocht en er is nu al een tweede druk. De uitgevers hebben ook beloofd een heruitgave te brengen van De roman van de schaatsenrijder. Tegelijk zijn er concrete plannen voor een fotoboek rond Buysse en zijn tijd. Dat zal, uiteraard, worden samengesteld door Joris van Parys, die van de kleindochter van de auteur, Nadine Buysse, twee albums met nieuw, onbekend fotomateriaal ter inzage heeft gekregen. Het succesverhaal moge op die manier voortduren. De herdruk van 't Bolleken was alvast een echte ‘hit’, die deskundig werd ‘gehypet’ onder meer door Erwin Mortier, die over dit ‘ijzersterk proza van Europese allure’ een zeer wervend stuk schreef in De Standaard van 25 april 2008; en door zijn vriend Lieven Vandenhaute, die een al even enthousiast pleidooi hield in het televisieprogramma ‘Ter Zake’ op 16 mei 2008. Het gesprek viel nog te bekijken en te beluisteren, samen met ‘Meer over Cyriel Buysse’, op de website www.klara.be. Dat ‘meer over’ was de bespreking van de biografie door Johan de Haes, en een fragment uit de filmopname van 't Bolleken door Marc Didden. In de Cicero-katern van De Volkskrant, 30 mei 2008, stond een korte bespreking van het boek door Paul Depondt.
Hier moeten ook enkele publicaties over Buysse worden vermeld. Het Jaarboek XIII van het Stijn Streuvelsgenootschap verscheen als themanummer onder de titel ‘Een wijf is een wijf’. Mannen en vrouwen bij Stijn Streuvels (Lannoo, Tielt, 2008), geredigeerd door Tom Sintobin en Marcel de Smedt. Het is een fraai boek, dat de bijdragen bundelt die werden gepresenteerd op de studiedag die op 14 november 2007 onder de titel ‘Man/vrouwrepresentaties bij/rondom Stijn Streuvels’ werd georganiseerd aan de K.U. Leuven Campus Kortrijk. We signaleren voor de Buyssestudie een tekst ‘Over kortgerokte meisjes, overgroeide langsels en verslenste oren. Vrouwbeelden bij Streuvels en Buysse, van De vlaschaard tot Rozeke van Dalen’ (p. 73-92) van de hand van Jacqueline Bel (die ook aan onze Mededelingen heeft meegewerkt) en een bijdrage van Lizet Duyvendak, ‘“Is dit iets voor het Leesmuseum”. Over de plaats van Streuvels en Buysse in de collectie van het Haags Damesleesmuseum’ (p. 237-252), waarin een verklaring wordt gezocht voor de ‘ruime aanwezigheid’ van beide auteurs, volgens de auteur toch ‘een Fremdkörper’ in de collectie van dit leesclubje. Interessant is haar conclusie: ‘Dit kleine onderzoek van de receptie van de Vlaamse literatuur in het Haagse DLM toont ook
| |
| |
maar weer eens aan, dat de stelling van Marnix Gijsen en Ton Anbeek over de gescheiden ontwikkeling van de Vlaamse en Nederlandse letterkundes niet juist is’ (p. 246). Lezers en schrijvers hebben zich ‘niet aan de beperkende landsgrenzen gehouden’: er zijn juist ‘verrassende’ overeenkomsten, die te maken hebben met ‘overeenkomende thema's en intellectuele en sociale interesses’.
We komen ook nog even terug op het in de ‘Inleiding’ van deze Mededelingen gesignaleerde Buyssenummer van het Boontijdschrift Boelvaar Poef (septembernummer 2008). Het themanummer heeft als titel een citaatje van Louis Paul Boon: ‘Meneer Buysse, gij zijt een van onze grootste geweest’ en bevat bijdragen van Pieter Borghart over het naturalisme in ‘De biezenstekker’ (p. 5-17), van Rob van de Schoor over ‘Wroeging’ van Cyriel Buysse en ‘Angst’ van Frans Coenen jr. (p. 19-26), van Hans Vandevoorde over Buysses dagboek Zomerleven (p. 27-35), van Elke van Nieuwenhuyze over Het recht van de sterkste als ‘waarachtig document’ (p. 37-50), van Stephan Borggreve over Boons roman Vergeten straat in het licht van Het recht van de sterkste (p. 51-61) en van Jos Muyres over het lijdensverhaal van Maria Beert in Het recht van de sterkste (p. 63-78). Zoals hierboven al vermeld is er ook een recensie van het boek van Joris van Parys, door G.F.H. Raat (p. 79-84).
In het speciaal nummer van het Nederlandse vaktijdschrift De negentiende eeuw, een themanummer over ‘genot’ (jg. 31, 2007, nr. 2, p. 119-130) verscheen een mooi stuk van Jaap Grave (die werkzaam is in de extra-murale neerlandistiek) over ‘Buitenaards genot oftewel waarom zweven in Buysses Recht van de sterkste en Couperus' Extaze te verkiezen is boven de zwaartekracht’. Het is de tekst van een lezing die Jaap Grave hield op het jaarsymposium van de werkgroep De Negentiende eeuw, op 11 november 2006 te Hilversum.
We kunnen deze ‘Kroniek’ nu afronden met nog enkele losse aankondigingen en mededelingen.
Eerst één stapje terug. In onze kroniek van vorig jaar vergaten we te vermelden dat Luc van Doorslaer op vrijdag 20 april 2007 ter gelegenheid van de Maeterlinck-dag een tiental minuten werd geïnterviewd voor het radioprogramma Klara. Van Doorslaer heeft enkele jaren geleden een bundel samengesteld met reisproza van Buysse (Reizen van toen. Met de automobiel door Frankrijk, Manteau 1992) en sprak in het interview over de vriendschap met Maeterlinck.
| |
| |
Het Gentse Buysse-colloquium van 19 december 2007 werd op zaterdag 16 februari 2008 in een afgeslankte versie overgedaan als de zestiende Herman Heyselezing, georganiseerd door het Reynaert Genootschap in samenwerking met de heemkundige kring d'EUZIE in de raadzaal van het Gemeentehuis te Stekene. Joris van Parys presenteerde er opnieuw zijn ‘kleine geurenstudie’, die hier in onze Mededelingen is afgedrukt, en Pat Mechele bracht er de Buysse-fragmenten die ook al op het Gentse colloquium op het programma stonden.
Tijdens de Gentse feesten 2008 werd de succesvolle rondreizende tentoonstelling ‘Mijnheer Cyriel’ opgesteld in ‘De School van Toen’ in het Klein Raamhof 8 te Gent. Bij de opening hield Elke van Nieuwenhuyze een zeer gepaste voorstelling van de schrjver. Anne Cocriamont liet ons weten dat er meer dan 1200 mensen langs zijn geweest, wat een groot succes mag heten voor die beperkte tijd (de openingsavond en acht namiddagen).
Op 14 mei 2008 brachten Freddy van Besien en Marnix Speybroeck in het eetcafé Molé aan de Land van Waaslaan 78 te Sint-Amandsberg bij Gent (vlakbij de Dampoort) een druk bijgewoond Buysseprogramma, met fragmenten uit ‘Grueten Broos’, 'n Leeuw van Vlaanderen', 't Bolleken, Levensleer, ‘De visjes van Bobsico’ en het dagboek Zomerleven.
De roman 't Bolleken blijkt nu ook in een Servische versie beschikbaar te zijn, in een vertaling van dr. Jelica Novakoviç. De titel luidt: Klicerce.
De roman van de schaatsenrijder is als e-book beschikbaar, in het Nederlands, in het project Gutenberg Literary Archive Foundation (zie www.gutenberg.org) en kan daar gratis af het net gehaald worden. Bij de Wereldbibliotheek is een print-on-demand-versie van hetzelfde boek beschikbaar. Kostprijs: minimum 32,90 euro. Dan maar liever ouderwets naar de boekhandel voor de beloofde papieren herdruk?
Het loont zeer de moeite eens te kijken hoe het lemma over Cyriel Buysse aan het groeien is in verschillende talen op de ‘vrije encyclopedie’ www.wikipedia.org (vóór ‘wikipedia’ nl. intikken voor de Nederlandse versie, fr. voor de Franse enz.).
De roman Tantes staat op ‘De leeslijst 2009’ van Stichting lezen (www.deleeslijst.be) bij de geselecteerde ‘12 boeken om je tanden in te zetten’.
| |
| |
Cyriel Buysse is opgenomen in de canon van de Nederlandse literatuur, opgesteld door een vanwege het Letterkundig Museum in Den Haag benoemde commissie. Hij krijgt dan ook een plaats in het Pantheon, de nieuwe semi-permanente tentoonstelling die naar verwachting eind april 2009 zal geopend worden in het Letterkundig Museum.
En de laatste vooruitblik: in oktober zal de toneelvereniging Vooruit in Deinze naar aanleiding van haar honderdvijftigjarig bestaan een reeks voorstellingen van Het gezin Van Paemel brengen. Een verslag over één van de voorstellingen brengen we in onze volgende Kroniek.
Kleine linkervleugel van het grote pand Laan van Meerdervoort nr. 11 in Den Haag, waar Cyriel Buysse 's winters woonde met zijn echtgenote Nelly Dyserinck.
Déze kroniek sluiten we af met een foto van het huis waar Cyriel Buysse woonde met zijn echtgenote Nelly Dyserinck, gelegen aan de Laan van Meerdervoort nr. 11 in Den Haag. De foto laat alleen de kleine linkervleugel van het pand zien, die nu is omgebouwd tot drie appartementen. Het grootste deel van het oorspronkelijke pand huisvest het Mesdag Museum, dat momenteel gesloten is voor verbouwing. Op de daguitstap van het Cyriel Buysse Genootschap op 20
| |
| |
september 2008 (de 149ste verjaardag van de schrijver!) konden we het pand dus helaas niet bezoeken. We hebben het wel kunnen bewonderen aan de buitenkant, na een zeer geslaagde Louis Couperus wandeling in dezelfde omgeving en na een bezoek aan het kleine Louis Couperus Museum. Een schitterende wandeling, op een zonovergoten warme nazomerdag.
A.M.M.
|
|