Deel III, brief 4.
3426 A/97
H. HONIG,
Utrecht, den 3 juli, 1893
Uitgever.
Oude Kerkstraat 40.
Mejuffrouw Virginie Loveling
Gent.-
Mejuffrouw,
Ik ben te vermoeden dat mijn schrijven van 31 Mei j.l. niet in Uw bezit is gekomen; en ben daarom zoo vrij U nog eens de inhoud daarvan mede te deelen.
Het zou mij n.l. zeer aangenaam zijn indien U mij nog wildet toezenden de novellen (Charlotte uit ‘de Gids’ drie schetsen zoomede het verhaal uit Eigen Haard) waarvan U in Uw brief melding maakt. Ik heb n.l. deze tijdschriften niet in mijn bezit. De reeds ontvangen copie is te weinig om daarvan een bundel te kunnen maken, bovendien zouden daarvan eenige kleinere schetsen als minder geschikt voor opname in een boek moeten uitvallen. Tevens wilde ik gaarne van U vernemen welk honorarium U voor een bundel van deze novellen groot ongeveer 15 vel druks (240 bladzijden) verlangt.
Ik ben zoo vrij U daarbij opmerkzaam te maken dat het debiet van Novellen, die reeds in tijdschriften geplaatst zijn, uit den aard der zaak geringer is dan wanneer ze nog niet gedrukt zijn geweest.
Mij beleefd voor eenig antwoord aanbevelende, heb ik de eer te zijn
Hoogachtend
Uwdwdr
[get.] H. Honig