Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 22

39

[Brief van Virginie Loveling aan Adolphine van Rijswijck. AMVC L863]⁽¹⁾

Gent 2 mei '09.

Lieve Adolphine,

Ik ben nog heel vervuld van het medebeleefde en veel genotene. Wat moet het u gelukkig maken, na uw doorstaan verdriet, dat wel

(1) Geschreven op briefpapier met rouwrand. Op 11 februari 1909 is Virginies oudere zus Pauline overleden. Vgl. brief 30, aant. 2.

[p. 230]

blijft, maar toch voor 't oogenblik moet naar den achtergrond wat verschoven wezen. Uw lieve Doca, ik zou bijna durven zeggen ons aller Doca, zoo gefeest, zoo heelemaal uit het hart!⁽²⁾ Duizendmaal dank aan u, dat ik er bij mocht wezen. Ik maakte een dwaas figuur binnenkomend, dat ik u geen woorden van félicitatie kon toesturen, ik was te diep aangedaan. Het moet een groote beslommering voor u zijn geweest alles in te richten. Uw belooning ligt in 't goed gelukken van alles. Al die bloemen, heel de hall, de trap als overvloedig wit besneeuwd! Alles dubbel gedaan voor Doca, zei men mij, omdat men haar en u allen dubbel waardeert. Wat is het toch dat mij zoo aantrekt in haar man? Het is een gansch bijzondere sympathie, iets dat mij voorkomt, alsof ik hem sinds lang had leeren kennen.

Die stille kracht in hem, dat oprechte en zoo merkbaar eerlijke in heel zijn persoonlijkheid. Nogmaals, lieve, geluk met dat huwelijk. Een kus aan u en Elsalief.

Virginie.

(2) Doca, de oudste dochter van de Van Rijswijcks, huwde op 29 april 1909 met de Zwitser Hans Christoffel (1865-1962), officier in het Nederlands-Indisch leger (L. Hancké, JvR, p. 133). Virginie Loveling reisde samen met Paul Fredericq naar Antwerpen om het trouwfeest bij te wonen. Zie verder brief 204 in de correspondentie van de gezusters Loveling met Paul Fredericq, deel III, ed. D. Vanacker, in Mededelingen van het CBG XIII, 1997, p. 127-128, aant. 1.