Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 22
(2006)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd12[Brief van Virginie Loveling aan Jan van Rijswijck. AMVC L863] Gent 16 April 1887.
Waarde Heer van Rijswijck,
Verschoon mij, dat ik niet eerder op uwen brief heb geantwoord, dat blijk van medegevoel heeft mij in den vreemde en in eene treurige omstandigheid troost aangebracht. Reeds van uit Rome had ik u moeten danken, maar gij weet hoe moeielijk men zich op reis aan het schrijven zet.Ga naar eind(1) Onze reis is in 't algemeen goed afgeloopen, ik heb er eenen schat van herinneringen opgedaan en het Italiaansche volk leeren waardeeren en liefhebben. Vele aangename menschen heb ik ontmoet, - meest Engelschen - de toekomende week verwacht ik eene familie Australiërs,Ga naar eind(2) welke wij in Nizza hebben leeren kennen en in Rome en Florence hebben teruggezien. Het zijn dus reeds als oude vrienden. | |
[pagina 202]
| |
Ik heb uit verscheidene bronnen gehoord dat uwe voordracht merkwaardig is geweest onder alle opzichten: onderhoudend, leerrijk en vroolijk.Ga naar eind(3) Zeldzame hoedanigheden voorwaar en die niet dikwijls gepaard gaan. Hoe jammer, dat ik ze niet heb kunnen bijwonen! Aan Geets en zijne vrouwGa naar eind(4) heb ik aan 't nieuwjaar eene briefkaart geschreven, maar geen antwoord ontvangen. Ik hoop dat het hun goed gaat. Groet, bid ik u, Adolphine van mij en omhels haar en uwe lieve kinderen voor mij. Hiermede zend ik u een exemplaar van den herdruk onzer eerste novellen,Ga naar eind(5) dat ik u verzoek als blijk van vriend-schap te willen aanvaarden van
Virginie Loveling. |
|