Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20
(2004)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd6
| |
[pagina 103]
| |
verhalen zit, naar ik meen, de mogelijkheid van het gebeuren. Wat een vlaamsch (of nederlandsch) auteur met zijn werk verdient?.... Een fooi! hoorde ik eens Herman HeyermansGa naar eind(9) niet zonder bitterheid op diezelfde vraag antwoorden. Ik, persoonlijk, heb mij een geldelijke opoffering getroost om nader tot mijn Vlaamsch publiek te komen. Hollandsche, of in Holland uitgegeven Vlaamsche boeken zijn hier niet meer te betalen. Het spijt mij niet dat ik zoo gehandeld heb. Het publiek, dat mij hier nauwelijks kende, is [h]eel naar mij toegekomen. In Holland blijven wij, Vlaamsche auteurs, toch vreemdelingen. Er mag een tijdelijk ‘engouement’ ontstaan, als destijds voor StreuvelsGa naar eind(10) en nu, (hoewel het ook al sterk afneemt) voor Timmermans,Ga naar eind(11) maar ik betwijfel het of dat wel diep doordringt. Ik heb een vast publiek in Holland, niet zeer talrijk, maar bijzonder trouw. Streuvels en vooral Timmermans hebben er zeker meer lezers... en koopers dan ik. Maar hun boeken staan ook niet op den Index bij de Roomsch Katholiek wat de mijne wel zijn.Ga naar eind(12) De Hollandsche Katholieke wereld negeert mij totaal. Met vele Vlaamsche Katholieken kan men praten; met [H]ollandsche Katholieken onmogelijk. Dat brengt voor mij het lezers-publiek in Holland bijna op de helft terug.Ga naar eind(13) Mijn liefste boeken? - Ik weet het zelf soms niet. Toch blijven er enkele, die altijd in mijn geest terugkomen: De Nachtelijke Aanranding, Tusschen Leie en ScheldeGa naar eind(14), Het Ezelken, Rozeken v. Dalen, Het Bolleken.Ga naar eind(15) Die zijn dan van vroeger. De laatst verschenen: Uit de Bron, Tantes, UlekenGa naar eind(16), Typen en Kerels staan nog te dicht bij mij, maar ik meen toch dat ze nog al geslaagd zijn en naast de vroegere hun plaatsje verdienen. Het begin van een verhaal (de 10 of 12 eerste bladzijden) is voor mij altijd het moeilijkst. Ik weet precies, vóór ik begin, waar ik heen wil en zou reeds van meet af het laatste hoofdstuk kunnen schrijven; maar dat begin, dat begin! Eindelijk, na dagen zwoegens, komt er schot in en dan loopt het van zelf, als op wieltjes. De incidenten komen zich van zelf bij het hoofdthema aanpassen, als zijwegen die op een groote baan uitloopes, zoodat het eindigen van een verhaal zich logisch naar mijn opvatting ontwikkelt en mij slechts weinig inspanning en moeite kost. Oorspronkelijk was ik voor den handel bestemd. Ik zou mijn vader opvolgen in de fabriek [te?] Nevele en reisde ook voor de zaak naar Amerika, waar ik 2 jaar verbleef. Kon daar niet aarden, kwam terug | |
[pagina 104]
| |
en begon zo vanzelf wat te schrijven. Mijn tante Virginie Loveling meende dat er wel iets in mij stak en moedigde mij aan. Dat was het begin van wat nog niet geëindigd is.Ga naar eind(17) Daar hebt ge nu een en ander. Wilt ge nog meer, komt dan naar mij toe en interviewt mij. Hoe zit het met de Schandpaal?Ga naar eind(18) Begin November zou ik wel het eerste deel moeten terughebben om voor Groot Nederland naar de drukkerij te sturen.Ga naar eind(19) Met beste groeten uw d[w] C.B.
Dank voor het frankeerings-bericht. Hoeveel er op een brief of kaart moet weet ik nooit. Ik ga hier elken morgen naar het postkantoor en vraag aan de bediende: Hoeveel is vandaag voor dit of dat? Klopt het niet dan is hij de schuldige. |
|