Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20

16

Nevele 25 Februari 1874.

Waarde Vriend,

Ik vermoed dat gij den titel van mijn artikeltje gewijzigd hebt omdat de naam van Ledeganck er niet in voorkwam.⁽¹⁾ De titel dien Gij opgeeft voldoet mij echter niet, daar mijn overzicht daartoe onvolmaakt is en ik zelfs niet eenmaal van den eigenlijken inhoud van het stuk spreek en enkel eenige strofen aanhaal. Daarom, waarde vriend, betrouw ik er mij op dat Gij den titel zult laten zoo als ik hem nu veranderd heb.

Ik verwacht Uwen raad en Uw antwoord aangaande het uitgeven der novellen.⁽²⁾ Gij vraagt of ik mevrouw Courtmans ‘Rad der Fortuin’ gezien heb?⁽³⁾ - Neen, ik ken geen enkel stuk uit de Bibliotheek van Uwen neef. Ik zou zeer tevreden zijn indien ik eens een boekdeel daarvan kon te zien krijgen. Ook de Bibliotheek van

(1) Het artikel verscheen onder de titel ‘Eenige bemerkingen op sommige stofen van Ledegancks gedicht “De hut in 't woud”’ in De toekomst, XVII (1874), p. 117-121.

(2) Over de mogelijkheden die door De Cort werden aangegeven zie hiervóór, brief 13.

(3) Johanna Gourtmans-Berchmans, Het rad der fortuin (Antwerpen 1872) verscheen als nummer 11 in de reeks Bibliotheek van Fraaie Letteren; zie hiervóór, brief 13 aant. 5.

[p. 86]

Brockhaus ken ik niet. Ik ben U zeer dankbaar dat Gij U wilt gelasten inlichtingen te nemen nopens het uitgeven onzer gedichten daarin.

Ik bemerk dat wij U in al onze brieven bedanken moeten; dit bewijst hoe vriendelijk Gij te onzen opzichte zijt.

Het zou ons zeer verheugen eenige afdrukken te hebben van hetgeen Gij van ons in Uwe Toekomst opneemt.

Het opstelletje van mijne zuster en het mijne over Andersen liggen gereed.⁽⁴⁾ Wij zullen U dezelfde later eens opsturen.

Hartelijke groete van ons beiden.

Virginie Loveling.

(4) Over de verdere bijdragen van Rosalie en Virginie aan jaargang 1874 van De toekomst zie hiervóór, brief 13 aant. 1-3.