Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20
(2004)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
8Nevele 18 Juni 1871.
Waarde Heer De Cort,
Ik zou liefst mijnen naam onder het artikeltjeGa naar eind(1) niet hebben, nochtans indien gij er zeer aan houdt dat ik het onderteeken wil ik er wel in toestemmen: het gebeurt niet dikwils dat men aan zijne vrienden genoegen kan doen, daarom heb ik mij voorgenomen het nooit te laten als de gelegenheid zich aanbiedt en het in mijne macht bestaat. Ik wist overigens niet dat gij aan mijnen naam hield. Wat de brochuurtjes betreft, waarover gij schrijft, kan ik u zeggen dat ik die met veel belangstelling gelezen heb, ook waren er onder, die ik wel had willen houden, maar bedenk eens of ik dat doen kon daar gij mij die enkel ter lezing gezonden hadt en ik denken moest dat gij er natuurlijk aan hield die terug te krijgen? Onze photografie bestaat niet anders zouden wij u die zonder uitstel opsturen, ook beloof ik dat zoodra die eens gemaakt wordt, het zij vroeg of laat, gij de twee best gelukte exemplaren ervan ontvangen zult. Wij verwachten de uwe, mijne zuster en ik rekenen op uwe belofte die eerstdaags te ontvangen. Rosalie schikt iets over het middelbaar onderwijs voor meisjes te schrijven en zal u het opstel zenden ik weet niet of zij het zal wenschen te onderteekenen.Ga naar eind(2) Vindt gij het niet zonderling en ongerijmd van het lezend publiek meer op den naam van den schrijver dan op het stuk zelf te letten? Waarom kan men iets niet goed of slecht of middelmatig vinden zonder te weten van wiep het komt? Hoe dikwils gebeurt het niet dat iets behaagt omdat een schrijver van naam het geschreven heeft of omgekeerd. Vaarwel, Mijnheer De Cort, en gelooft mij uwe toegenegene
Virginie Loveling. |
|