Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 20

[p. 50]

25
[Brief van Virginie Loveling aan Cyriel en Nelly Buysse]

Nenndorf 9 juli '18,⁽¹⁾

Dinsdag namiddag

Lieve Cyriel, lieve Nelly,

Uw beider brieven ontvangen met vreugd en dank. Den tweeden dag van mijn verblijf schreef ik u een kaart, aan Roland daarna een langen brief, ook voor u meteen bestemd.⁽²⁾ Ik zou u allen zoo graag weerzien, maar Alice schrijft mij, dat ze geen pasport voor Holland krijgen kan, ook verneem ik uit duitsche bron, dat wij over Keulen zouden moeten gaan, wat nog veel ingewikkelder zou wezen. Het was nogal gewaagd hier te komen in krijgstijd. En daar ik niet alleen reizen kan, zal Alice, helaas! weder den last hebben. De dokter was heden tevreden, hoewel de beterschap heel traag vooruitgaat. Ik heb toch zooveel geleden te Gent! Soms dacht ik krankzinnig te zullen worden. Nenndorf is als natuurschoon en inrichting een klein paradijs. Maar een medereizenden heeft mijn regenscherm gebroken, een gezonden uit België komt niet eens aan en de te repareeren is sinds mijn aankomst in Hannover. Ik verwacht hem tevergeefs. Het regent altijd en er was nog slechts éen schoone dag, gisteren 8 en tien graad centigraad, winterkleederen. Honig⁽³⁾ schijnt van kwaden wil te wezen. Hij bedriegt mij schandelijk. Onlangs kwam een fabrikant van Roeselare te mijnent. Zijn eigendommen zijn daar verwoest en zijn kleine jongen is van een bom gedood. Hij bezat een groote bibliotheek, kwam op het gedacht ze te vergrooten in de vier talen en te Gent uit te leenen mits geld. Het gelukt uitstekend. Hij zocht een ex. van ‘De Biezenstekker’⁽⁴⁾ (wat hij later vond). Hij had zoo even voor over de 80 fr. boeken van u uit Holland laten komen. Ik vroeg hem, wie zoo al 't meest gelezen werd. Hij noemde namen. ‘En Gezelle?’ ‘Naar dien heeft sedert meer dan drie jaren, dat mijn bibliotheek bestaat, nog geen mensch gevraagd,’ zei hij. Ik heb van den verleden winter een groote voldoening beleefd, iets te vergelijken aan de ontdekking van uw talent, lieve Cyriel. Simon heeft namelijk een roman geschreven (niemand weet het nog) zoowat driehonderd of driehonderd vijftig bl. zal hij in druk zijn. ‘Vieilles Filles’.⁽⁵⁾ Dat boek is waarlijk schoon, optimistisch, boeiend, vol geest en tintelend

(1) Zie hiervóór, brief 24 aant. 1. Virginie Loveling verbleef zeven weken in het kuuroord Bad Nenndorf (Neder-Saksen). Zij vertrok op 17 juni 1918, samen met haar nicht Alice, die haar ook komt afhalen voor de terugreis. Zie L. Stynen, Rosalie en Virginie, p. 321-323. Hiervóór (brief 25) bleek dat zij de reis kon ondernemen door de bemiddeling van Roland Köster.

(2) Roland Köster; zie brief 24 aant. 1.

(3) Honig, de Nederlandse uitgever van Het revolverschot; zie hiervóór, brief 24 aant. 9.

(4) Cyriel Buysses novelle ‘De bietenstekker’ verscheen in het juninummer van De nieuwe gids 1890 en werd in 1894 apart uitgegeven in de reeks ‘Bibliotheek van Nederlandsche Letteren onder bestuur van Pol de Mont’

(5) Simon Fredericq, jongste zoon van Cesar Fredericq, zie hiervóór, brief 12 aant. 5 Hij schreef als literair dilettant onder diverse pseudoniemen novellen en romans die als feuilleton werden gepubliceerd in de Gentse krant La Flandre libérale. Een van de romans had als oorspronkelijke titel Vieilles filles maar verscheen in 1923 in La Flandre libérale onder de titel Moeurs de province. Zie L. Fredericq, Notes, p. 141.

[p. 51]

van stijl. Wat een geluk te kunnen prijzen bij zooveel prulwerk! In mijn kaart vroeg ik u, lieve Nelly, mij een Hollandsch ridderstrikje oranje nassau te zenden als échantillon sans valeur. Kan dat? Zooniet ook goed. Groeten aan al mijn dierbaren rondom u.

V. Loveling.

Morgen antwoord ik op den lieven brief van Annette.⁽⁶⁾

(6) Annette Dyserinck, de zus van Nelly Buysse. Zie brief 24 aant. 1.