Inleiding
Deze twintigste aflevering is samengesteld door Joris van Parys. Voor deze ‘feestelijke’ jaargang werd gezocht naar een heel bijzondere inhoud. Vorig jaar, bij het twintigjarige bestaan van het Cyriel Buysse Genootschap, werd reeds een exclusieve editie van 't Bolleken onder de leden verspreid. Dit jaar krijgen de Mededelingen zelf een exclusief karakter: ze bevatten vrijwel uitsluitend originele brieven en documenten, waarbij een editie, in twee versies - een archiefeditie en een leeseditie - van een nooit eerder gepubliceerd verhaal van Cyriel Buysse: Klein scheel Broosken. Het gaat om een heel vroeg ongedateerd verhaal, waarvan het handschrift bewaard wordt in het Museum Rietgaverstede in Nevele.
Met de brievenedities wordt een traditie verder gezet: de ‘Brieven van en aan familieleden’ brengen nu echter ook stukken aan het licht die tot dusver volkomen ontoegankelijk waren omdat ze zich in privé-archieven bevinden. We danken hier dan ook heel in het bijzonder Mevrouw Livine Verschoore-Sevens en de heer Marc Galle, die bereid waren ‘hun’ archief te laten ontsluiten door Joris van Parys, uiteraard met het oog op zijn Buysse-biografie. Wij willen hier al de aandacht vestigen op de unieke, op een heel eigen manier aangrijpende brief van Cyriel Buysses broer Arthur aan diens echtgenote (12 oktober 1916): een opmerkelijke afscheidsbrief die er (gelukkig) niet nodig was.
Verder wordt ook de correspondentie van en aan de gezusters Loveling aangevuld met brieven aan Frans de Cort, redacteur van het pedagogische tijdschrift De toekomst. Deze brieven laten zien hoe ongewoon het was voor vrouwen in de 19e eeuw om als schrijfsters op het publieke forum te treden. De brieven van en aan P. Wijnants en W. Rombaut vervolledigen een beeld: zij waren al bekend in de Buyssestudie maar worden hier voor het eerst integraal gepubliceerd.
Sommige brieven zijn echte documenten. In ‘Een hoogst onaangenaam geschenk’ wordt een uitvoerig schrijven gepubliceerd van Freiherr von Bissing, waarin deze Hendrik Logeman, Nederlands hoogleraar aan de Gentse universiteit, probeert te overhalen om in 1916 zijn onderwijs aan de vernederlandste universiteit verder te zetten. Ook het antwoord, een weigering, van Logeman, is bewaard en wordt hier afgedrukt. Daarna volgt nog een becommentarieerde editie van enkele documenten rond het