21. Brief van Tony aan F. De Cort (AMVC: fotocopie: B472 B: 87835/4; origineel in de Corts exemplaar van Ernest Staas, bib AMVC, afd. Preciosa 87.835 1)
Lier 11 sept 1873
Vriend Frans
Het regent zonder ophouden, het waait zonder meedoogen, het is geen weer om buiten te komen. Wat kan men beter doen dan schrijven aan eenen vriend en in zijn hart zijne smarten en zijnen twijfel uitstorten.
Ge raadt me aan de proeven eens te laten overzien - maar denkt ge dat dit mijn werk is, dat ik zooveel gedacht heb aan grammatiek om zoo iets voort te brengen. neen vriend Frans, twee drie letterweters hebben hunnen neus daarover gesteken ge zijt de vierde en vindt er misslagen in. Wie zal ten laatste de propheet zijn te midden die uiteenloopende secten.
Is het niet om zich in zijnen dommen scepticisme versterkt te zien en alle evangelisten af te zweren om slechts bij het volk te raden te gaan.
Nogthans ben ik uiterst nieuwsgierig om eens te weten welke bemerkingen er van uwen 'twege op spelling en stijl vallen. Ge hebt het laten overschrijven en nagelezen, dus moet het u niet veel moeite kosten om mij uwe gedachten over die weinige regels over te maken. Ik ben wel een ongeloovige maar weet toch geerne de regels der verschillende gezalfden des heeren die allen verzekeren dat zij alleen de waarheid bezitten.
Ge zult me een waar genoegen doen indien ge eens eenen dag beschikbaar hebt om voor mij weg te leggen en te bewaren, mits me er een of twee dagen op voorhand van te verwittigen opdat ge niet misloopen zoudt.
Ik groet u met warme genegenheid
Tony