-58-
(34)
Amsterdam[,] 10 Juni 1890.
Zeer geachte Juffrouw!
Ik ontvang eerst heden den brief terug, die ik aan mijne vrienden had verzonden, en uw afwijzend antwoord bevat.
Het doet ons allen zeer leed, maar wij moeten in uw besluit berusten.
Wel hadden wij ons voorgesteld dat door U zoude moeten worden beslist hoever de inkorting van Sophie zoude gaan, en evenzeer dat de bewerking onder Uwe goedkeuring zoude geschieden. Wij meenden tegen over U met de meeste courtoisie te moeten optreden, en hadden anders eenvoudig eene Nederlandsche bewerking van Sophie uitgegeven aan de hand van het Gids artikel van october 1885-
Ons voornemen was te beginnen met vijfduizend exemplaren te verspreiden, waarvoor het geld aanwezig was, en dan te vragen aan de Liberale Bond voor Friesland, de Liberale Unie Volks Onderwijs, de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, en de Orde van vrije metselaren ons verder te helpen. Wij moeten thans van dit voornemen afzien.
Met betuiging mijner hoogachting heb ik inmiddels de eer te zijn
Uw Weledelachtb[.]
L.P Walburgh-Schmidt.
Arts
Redacteur v/h. Maçonniek Weekblad.