Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 13
(1997)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd-10-(70) O∴ van Antwerpen, 24 d∴ 8ste m∴ 5885
ADRES DER WERKPL.. M. SIMETH, 2, GROOTE-DOKSTRAAT, Antwerpen.
Brieven te sturen aan: A∴ _ ∴ LES ELEVES DE THEMIS Hooggeachte Mejuffrouw,
In hare zitting van Vrijdag, 23 dezer, heeft onze logeGa naar eind(1), op voorstel van haren gewezen Meester, Br∴ Arthur CornetteGa naar eind(2), met eenparige stemmen en bij toejuiching der aanwezige leden, aan de onderge- | |
[pagina 227]
| |
teekenden den last opgedragen aan UEd hare hulde van bewondering en erkentelijkheid te bewijzen, naar aanleiding der verschijning van Uw laatste gewrocht ‘Sophie’. Terwijl wij bij dezen, deze vereerende taak volbrengen, zij het ons toegelaten UEd, te herinneren, Hooggeachte Mejuffrouw, dat onze loge reeds meer dan eens in de gelegenheid was, UEd, de gevoelens van oprechte waardering te betuigen, die èn uw zoo algemeen erkend talent èn het gebruik daarvan door UEd gemaakt ten bate der beginselen van verdraagzaam- en vrijzinnigheid, bij haar hebben opgewekt. Alzoo is onze loge er aan gewoon geraakt, UEd te beschouwen als deel uitmakende van het groot gezin, tot hetwelk al diegenen behooren 't zij ingewijden, 't zij oningewijden die in den strijd voor de waarheid en voor de vrijheid des gewetens, zich aan de zijde van het Licht en de Rede hebben geschaard. In dat leger, Mejuffrouw, staat gij mede in het voorste gelid. Waren uwe ‘Vlaamsche Gewesten’Ga naar eind(3) alreeds eene daad van mannenmoed, thans heeft uwe ‘Sophie’ de kroon op het eerste werk gesteld en eene nieuwe bijdrage geleverd tot de kennis van ons volk, van zijnen toestand, van zijne behoeften en zijne verzuchtingen. Daarom zijn wij gelukkig, Hooggeachte Mejuffrouw, in uitvoering van het besluit onzer medebroeders, UEd, nogmaals te mogen zeggen hoezeer wij er UEd. dankbaar voor zijn, dat Uwe pen onze letteren opnieuw heeft verrijkt met een gewrocht, waarin men niet weet wat de meeste bewondering verdient: of de schoonheid, de soberheid en aangrijpende kracht der dramatische voorstelling, of de waarheid en treffende gelijkenis der door U geteekende toestanden, of de edele, wijsgeerige strekking en den breeden verlichten geest die elke bladzijde bezielen. Wij sluiten met den wensch, dat gij ons nog menigmaal moget de gelegenheid verschaffen UEd. onzen dank en onze bewondering te betuigen. Aanvaard, Mejuffrouw, de verzekering onzer bijzondere hoogachting.
Namens de Loge ‘Les Elèves de Thémis’ De Voorzittende Meester H. Van Den BoschGa naar eind(4)
Bij bevel De Secretaris | |
[pagina 228]
| |
|