33 Frederik van Eeden, 13.2.1923
Ik las een stukje oover mij van Basalgette. Het ontroerde mij zeer, door de fijne, liefderijke wijze waarop hij mij ziet, zonder mij daarom te sparen. Ik moest er van schreyen, wat mij goed deed.
Frederik van Eeden. Dagboek 1878-1923 (4 dln..), dl. IV (1919-1923), Culemborg 1971, p. 2070.