32 Cyriel Buysse, 1922
Onze goede vriend de Filosoof heeft typische eigenschappen. Ik heb het reeds elders vermeld: hij wil nooit aan iemand de weg vragen. Hij vertrouwt op zijn reiskaart of stadsplan. Komt dat niet uit of raakt hij erin verward, dan sukkelt hij maar liever op en neer en heen en weer, tot hij het gezochte eindelijk vindt. Een andere eigenaardigheid van hem is, dat hij nooit een kerk, - om het even van welk geloof - wil binnen treden. Hij is atheïst en oordeelt dat hij daarbinnen niets te verrichten heeft. De uitwendige architectuur der mooie, oude kerken daarentegen, boezemt hem de diepste en hartstochtelijkste belangstelling in. Hij aarzelt niet ons een omweg van vijftig of zestig kilometer te laten maken om ergens een bekende of beroemde kerk ‘langs buiten’ te bezichtigen.
Fragment uit ‘Op zoek naar de kathedraal van Bourges’ in De laatste ronde (Bussum 1923; VW 6, p. 521), een bundel verhalen over de laatste autoreis (1922) van Buysse in het gezelschap van LB (‘de Filosoof’) en Emile Claus.