Inleiding
Aflevering XIII van de Mededelingen is een extra dik nummer, waarmee de opvallende slankheid van nummer XII wel afdoende gecompenseerd wordt. We zijn heel blij twee uitvoerige bijdragen te kunnen brengen van de hand van Joris van Parys, auteur van de met de Gouden Uil bekroonde biografie van Frans Masereel. Zoals vorig jaar al werd meegedeeld in de Inleiding van Mededelingen XII had Joris van Parys zich voorgenomen een biografie van Buysse te schrijven op grond van de bewaarde correspondentie. De plannen voor dit brievenboek zijn inmiddels uitgebreid tot een biografie tout court, dat wil zeggen gebaseerd op àl het materiaal, ook het werk dus. Een eerste resultaat van het voorbereidende werk voor deze biografie wordt de lezers van de Buysse Mededelingen als een veelbelovende voorproef aangeboden: Van Parys schetst de vriendschap tussen Buysse, Masereel en hun Franse vriend Léon Bazalgette en tekent een portret van deze laatste - veel te weinig bekende - Franse auteur. Het is duidelijk dat hier nieuwe bronnen worden aangeboord die een frisse wind zullen doen waaien in de Buyssestudie.
De auteurs van de volgende twee studies zijn geen onbekenden meer in deze reeks Mededelingen. Yvan de Maesschalck gaat deze keer wat nader in op de lijn die loopt van Buysse naar Hugo Claus - met de nieuwe productie van Vrijdag werd weer maar eens opgemerkt dat in dit stuk echo's doorklinken van De biezenstekker, maar er blijkt nog heel wat meer aan de hand te zijn - en Romain John van de Maele, die ons meedeelde dat hij een meer omvattende studie over Buysse aan het voorbereiden is, stelt zijn focus scherp op Uleken.
We kunnen verder nog de vroeger al beloofde aanvulling brengen op de correspondentie Loveling-Fredericq (zie Mededelingen IX en X), die vorig jaar wegens tijdgebrek achterwege diende te blijven. Ze werd nu geheel verzorgd door Daniël Vanacker, die overigens de eer toekomt de lacunes te hebben opgespoord. En ten slotte vindt de lezer hier nog een uitgebreide studie van Virginie Lovelings roman Sophie, gebaseerd op de in de Gentse Universiteitsbibliotheek bewaarde correspondentie. Sylvie Engels bestudeerde deze brieven in haar eindverhandeling (RUG 1997). De door haar geannoteerde briefwisseling wordt hier afgedrukt voor zover ze nog niet gepubliceerd was, waarmee het materiaal dat eerder al diende voor de belangwekkende en veel geciteerde studie van Daniël