Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 10
(1994)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd86UBG hs III/77
Gent 26 Nov. 1880.
Lieve Paul,
Het spijt mij, dat ik u in Gent niet heb kunnen spreken over de zaak. Ik ben het, die Hoste naar u heb verzonden. Indien gij het dus goed vindt wil ik wel een banket aanvaardenGa naar eind(1), nochtans zou men moeten verzekerd zijn, dat er dames - daaromtrent door u te onderzoeken, hoeveel er wel komen zouden - tegenwoordig zouden wezen. Ook zou ik daar niet gaarne eene belachelijke rol spelen en poseeren. Denk er nog eens op na, of bij voorbeeld Mme Bergmann, | |
[pagina 63]
| |
Mme Van Acker, Mme GeetsGa naar eind(2) of dergelijke er zouden komen en weet ook goed, of het onder het opzicht der heeren lukken zou, aleer gij u in mijnen naam tot iets verbindt. Anders ware het nog al amusant. Natuurlijk zoudt gij mede moeten als cornacGa naar eind(3), ik zou den mond niet opendoen en ben zeer bevreesd, dat zulk een banket niet lukken zou, gij moet dat beter weten, ik laat het aan u over, doch nogmaals, onderzoek het eerst goed, of ik daar niet met wat luipaarden alleen zou zitten. Denkt gij ook niet, dat sommige flaminganten het rondborstig zouden afkeuren en moet ik het daarom niet weigeren? Ik heb zonder verwondering maar met niet veel genoegen, gezien, dat De Mont, tot professor is benoemd in het Atheneum te Doornik, zonderling niet waar? onder een liberaal ministerie neemt men mij den prijs af, omdat ik een liberaal boek schrijf, en men beloont nog daarenboven den tegenstrever; dat is wel de doenwijze der liberalen, die zich weinig bekreunen over degenen, die met hen zijn, zoo iets zouden de katholieken toch niet doenGa naar eind(4). Ware het niet goed, dat gij het eens in het Volksbelang heel beleefd schreeft? Ik kan het niet doen. Gij zoudt moeten zeggen, dat er mérite aan vast is voor sommigen liberaal te blijven. Mijn geschrift is zeer slecht, nochtans is het 't schoonste dat ik kan, ik weet niet wat ik heb doch kan mijne lettren niet meer formeeren. Ik heb uit Berlin een present-ex. van het omgewerkt verhaal van Detelf, dat ik eertijds heb vertaald, gekregen, het draagt het jaartal 1881. Ik heb oorlof gekregen het te vertalen en dat doe ik thans voor het Nederlandsch MuseumGa naar eind(5). Vele groetenissen aan Léon en Hélène, ik laat het aan u over doch beslis nog niets definitief eer gij mij er nog eens over inlichten kunt.
Virginie.
Ik zal er aan niemand van spreken. Gij ziet, dat zij er zeer op aandringen de zaakGa naar eind(6) geheim te houden. |
|