Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 154]
| |
51UBG hs. III/77
Nevele 24 Juni 1876.
Lieve Paul,
Heden morgen heb ik uw schoon geschenk ontvangen, het is iets bijzonders en zal het sieraad onzer kamer uitmaken. Ik dank u zeer erover en zal het nooit aanschouwen zonder mij te herinneren, dat ik het aan uwe vriendelijkheid verschuldigd ben. Nogmaals dank. Hier is geen nieuws, met Mama gaat het zeer goed, zij is gisteren eens in den hof geweest. Wij spreken nog immer van de nederlaag der liberalenGa naar eind(1), die eenieder zoo onverwacht getroffen heeft; in Gent en elders, is de oproer met de flamme de Belgale gestild, naar ik verneem; maar de uitslag blijft toch dezelfde. Het is drukkelijk! Verleden Zondag hadden wij hier den Heer Heremans met zijne dame, Pauline en CyrilleGa naar eind(2) waren ook gekomen, wij zijn eens tot aan de Meire linde geweest, het was heel vermakelijk. Ik heb gehoord, dat gij nog immer met het inrichten de[r] feestenGa naar eind(3) bezig | |
[pagina 155]
| |
zijt, dat is zeker de oorzaak waarom wij u zoo zelden zien en zoo weinig van u vernemen. Het boek van MotleyGa naar eind(4) moet u gisteren ter hand gesteld zijn, later zal ik het wel eens terugkrijgen om het voort te lezen, er is geene haast bij. Het werk van Vuylsteke over de architectuurGa naar eind(5) is mij deze week bezorgd geworden. Ik lees het met veel belangstelling, het is methodiker en meer uitgebreid dan de twee andere boeken, een Hoogduitsch en een Fransch, die ik over hetzelfde onderwerp bezit. Ook de platen, die er in voorkomen, helpen veel mede om het goed te leeren begrijpen. Mme BergmannGa naar eind(6) is dan niet gekomen. Zij is met haren neef en Lisette rechtstreeks van Ostende naar Brussel getrokken, vanwaar hij naar Parijs is gereisd. Van de inschrijvingslijst op TonyGa naar eind(7) komt, naar mij dunkt, noch pluim noch staart uit. Het zal zeker bij het projekt blijven. Toekomenden Dinsdag of Woensdag schik ik naar Gent eens te komen en zal u zien, denk ik. Ik blijf echter maar tot 's avonds, de dagen zijn thans lang genoeg en ik ben nog met den klaren te huis. Zoo, lieve Paul, indien ik u niet zag, - want ik raad u, niet om mijnentwille uwe bezigheden te laten of te huis te blijven, daar ik niet weet om wat uur ik in het GewatGa naar eind(8) of bij u zal kunnen komen, - hoop ik wel, dat gij eens zelf tijd zult vinden tot aan Nevele te komen en dank u nogmaals over het toegezondene.
Uwe tante
|
|