Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 9
(1993)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd50UBG hs. III/77
Nevele 24 Mei 1876.
Lieve Paul,
Hiermede zend ik u een nummer der Gazette van GentGa naar eind(1), waarin uwe voordracht over de Pacificatie besproken wordt met lof. Wellicht hebt gij het reeds gelezen, zoo niet zal het, hoop ik, u welkom zijn. Heden morgen ontving ik van Onkel Karel, die zoo goed is ze ons te zenden, de Flandre Libérale van gisterenGa naar eind(2), ik doe ze open en zie dat mijn artikel er in staat, onmiddel[l]ijk sic stel ik mij in eene | |
[pagina 153]
| |
groote gramschap op de mannen der Flandre, want noch gisteren noch vandaag hebben zij mij iets gezonden en het toeval alleen heeft mij doen zien dat ze mijn artikel opgenomen hebben. Zij hebben er het recht niet toe en zouden het beter weder geven als ze niet eens zooveel beleefdheid hebben mij een nummer te zenden. Het is voorwaar verwonderlijk hoe ze de personen behandelen die hun in hunne onderneming willen behulpzaam zijn. Ik doe al mijne moeite en hang er mijnen tijd en mijne gedachten aan, ik val u lastig met u naar het bureel te verzoeken te gaan, en ontmoet anders niets van hunnentwege dan onbeleefdheid. Gij moet mij verschoonen, dat ik u dit schrijf, maar ik moet toch eens mijn beklag doen, ik had zoo gaarne Mlle WarburgGa naar eind(3), die in Hamburg verblijft en Mme Bergmann, onder anderen, een nummer opgestuurd, nu is het zelfs te laat al had ik ze. Uw vader heeft mij en Tante Rosalie nog beschuldigd, dat wij ons met geene sociale of politieke kwestien bezig hielden, thans moet hij overtuigd zijn, dat zulks mij door de mannen der liberale partij zelve onmogelijk gemaakt wordt. Ik ben boos op mij zelve hun dit laatste artikel gegeven te hebben, hunne voorgaande handelwijze had mij er moeten van afhouden, maar ik wilde geene rancune hebben, en had zelf reeds een ander artikel in het hoofd, dat ik mij thans wel zal wachten op te schrijven. Nooit heb ik bij de vulgairste flaminganten zulke onbeschoftheid ontmoet. Met Grand'mama gaat het allerbest. De oogst staat buitenmate slecht en als het niet haast regent zal er geen korenoogst zijnGa naar eind(4). Ik heb vergeten te vragen wat ik eigenlijk moest doen om het eigendom van ons boek te behouden en of ik dat van hier kan uitzenden, ik geloof, dat daar nog tijd toe is. Ik dank u zeer voor uwe vriendelijkheid mijn artikel zoo gauw naar het bureel gedragen te hebben, en groet u allen zeer minzaam.
Virginie.
Het is toch heel goed te verstaan, dat gij in deze broek voor niets zijt, want ik heb niet eenmaal getwijfeld, dat gij mijne boodschap allerbest hebt gedaan en ben u zeer dankbaar erover. Ik had van dezen morgen lust die mannen auszuprügeln als ik maar gekunnen had! |
|