Inleiding
Deze achtste aflevering van de Mededelingen heeft iets heel bijzonders te bieden: het is een jaargang die vrijwel geheel wordt gevuld met tot dusver onbereikbaar gebleven teksten van Buysse zelf. En deze keer gaat het niet alleen om oorspronkelijk, niet eerder gepubliceerd werk, maar ook om twee verhalen waarvan het bestaan bekend was maar die hopeloos verloren leken te zijn gegaan: de novellen Beter laat dan nooit en Op den Senegal. Reisschetsen en verhalen, bewerkt naar de onuitgegeven gedenkschriften van kapitein Richard. Beide zijn verschenen in jaargang 1890 van het maandblad Goeverneur's Oude Huisvriend, die dank zij de speurzin van de heer Henk Smits uit Amstelveen, te voorschijn is gekomen in de Provinciale Bibliotheek in Leeuwarden. De kostbare jaargang werd daar pas in 1990 geïnventariseerd en bleef dan ook, via de gewone bibliografische kanalen, onvindbaar. De - door Roemans gedetailleerd beschreven - afzonderlijke herdruk van Beter laat dan nooit (1891) is hiermee nog niet terecht; maar de tekst kan nu alvast bekend worden gemaakt. Het gaat om een idyllisch-realistische boerennovelle, waarin de jonge Buysse het menselijk gedrag op het Vlaamse platteland scherp maar niet zonder milde spot observeert en registreert. De reisschetsen Op den Senegal vallen enigszins buiten het beeld dat we hebben van Buysses vroege realisme. Het verhaal is dan ook niet helemaal oorspronkelijk: het is een (gedeeltelijke) bewerking van de gedenkschriften van een ver familielid die hem ter hand werden gesteld door tante Virginie Loveling. Eén van de vele ‘steuntjes in de rug’ die hij van haar heeft gekregen.
Wel oorspronkelijk maar als zodanig niet gepubliceerd is Familiedrama, een toneelstuk dat eind 1903, begin 1904 door Buysse werd voltooid en dat de basis vormde van Se non è vero, uitgegeven door Buysse en A.W.G. van Riemsdijk. Door de studie van Buysses handschrift (dat in het A.M.V.C. te Antwerpen berust) wordt duidelijk dat Se non è vero in feite een bewerking is, door Van Riemsdijk, van een door Buysse geschreven stuk. De transcriptie van de tekst door Jo Boghaert werd vorig jaar als licentieverhandeling aan de R.U.G ingediend.