Volgende week verschijnt er een artikel van G. d'Hondt, in de Groene AmsterdammerGa naar eindnoot(1), dat nog eens een eigenaardig licht over sommige Vlaamsche toestanden zal werpen. Ik heb het niet gelezen, maar hoorde van den hoofdredacteur dat het heel goed moet zijn. 't Is jammer dat het zoo moet loopen, maar het kan niet anders: die fanatieke kerels dwingen ons tot den strijd: werkelijk een strijd om het onafhankelijk bestaan van onze kunst.
Naar Antwerpen zouden nu ook graag, benevens mijn vrouw, mijn zoon René en mijn twee aangetrouwde dochter[s]: Mary en Thea Tromp meekomenGa naar eindnoot(2). Die zouden dus ook deelnemen aan het banket. Maar zoo lijkt het wel een beetje op een invasie en ik zou het comiteit willen voorstellen mij de deelneming van mijn zooon en dochters te laten bekostigen. Mijn zooon, die slechts 13 jaar oud is, zou wel, aan het banket, naast een van zijn zusters moeten zitten. Gij zult ook de toetreding ontvangen, of reeds ontvangen hebben, van mijn vriend den franschen schrijver Léon BazalgetteGa naar eindnoot(3) uit
Parijs (de auteur van 't prachtig boek over Walt Whitman)Ga naar eindnoot(4). Daar hij geen Vlaamsch verstaat, zag ik hem gaarne (als 't mogelijk is) aan het banket geplaatst tusschen of bij Emile ClausGa naar eindnoot(5) en de hollandsche schrijfster B. StolkGa naar eindnoot(6) uit Den Haag, die hem beiden goed kennen.
Nog iets: Ik heb vernomen dat de bekende schilder H.W. MesdagGa naar eindnoot(7), Laan van Meerdervoort, Den Haag, zijn verwondering heeft uitgedrukt, geen circulaire voor mijn feest ontvangen te hebben. Stuurt er hem s.v.p. een, liefst onder gesloten enveloppe. Anders gaat het wellicht onder zijn drukke correspondentie verloren.
Ik denk dat wij 's avonds 8 April in Antwerpen aankomen en in het Grand HotelGa naar eindnoot(8) afstappen. Dat is, meen ik, wel een goed hotel?
Met vriendelijke groeten
Cyriel Buysse
P.S. Mijn kompliment over uw Ensor-studieGa naar eindnoot(9). Zij trekt hier zeer de aandacht.
|
-
eindnoot(1)
- Gustaaf D'Hondt publiceerde op 9 april 1911 in De Amsterdammer. Weekblad voor Nederland een kritisch artikel: Een hulde aan Cyriel Buysse of een beetje van de physionomie onzer hedendaagsche letterkundige wereld, waarin hij de hele discussie rond Buysse uitspelt. Buysse had de bijdrage van D'Hondt zelf bij hoofdredacteur Wiessing nadrukkelijk aanbevolen in een brief van 10 maart. Buysse beweerde zelf al een tijdlang een artikel te hebben willen schrijven ‘voor de Groene over sommige Vlaamsche en Belgische toestanden van den tegenwoordigen tijd’, toen hij vernam dat D'Hondt aan iets gelijkaardige werkte! (Orig. in Ned. Letterkundig Museum, Den Haag. Fotokopie in AMVC, B995/B1, nr. 126.140/2a-b).
-
eindnoot(2)
- Op 1 oktober 1896 huwde hij in Haarlem met Nelly Dyserinck (o Haarlem, 29 november 1863), weduwe van Theo Tromp (1857-1891). Zijn zooon René Cyriel werd geboren in Den Haag op 28 augustus 1897 en overleed te Gent op 24 september 1969. De ‘aangetrouwde dochters’ zijn de stiefdochters uit het eerste huwelijk van zijn vrouw. Er was nog een derde dochtertje, Inez.
-
eindnoot(3)
- Léon Bazalgette (1865-1929), Frans criticus en literator, met bijzondere belangstelling voor de Angelsaksische cultuur. Hij propageerde het werk van Buysse in Frankrijk. Buysse werkte mee aan diens tijdschrift Magazine International. Zij gingen ook vaak samen op reis. Bij de dood van zijn vriend schreef Buysse een in memoriam, ‘Bazal’ en Flandre, in Europe (dl. 20, 15 juni 1929; Verz. Werk, dl. 7, p. 858-863). Het AMVC bewaart een originele foto van Buysse samen met Bazalgette op wandel te Nice in 1926. Volgens handschriftelijke nota van Buysse werd de foto genomen door de Roemeense schrijver Panaït Istrati. (B995/P, nr. 10.113).
-
eindnoot(4)
-
Walt Whitman, l'homme et l'oeuvre. Parijs, 1908, 515 p.
-
eindnoot(5)
- Emile Claus (1849-1924). Na zijn studies te Antwerpen vestigde hij zich te Astene. Had ook een atelier in Parijs, waar hij in de kringen van de Franse impressionisten vertoefde. Voorstander van het luminisme. Buysse behoorde tot zijn intimi; zij kenden mekaar meer dan 30 jaar. Na Claus' dood publiceerde hij: Emile Claus. Mijn broeder in Vlaanderen (1925). (Verz. Werk, dl. 6, p. 1204-1250).
-
eindnoot(6)
- B. Stolk, Nederlandse schrijfster van reportages en novellen (o.m. in Groot Nederland; Begin (1912) en Het prinsesje met de pauwen (1913). Bewoog zich in Buysses Haagse kennissenkring en bezocht hem ook in Gent, waar hij haar per auto rondleidde. Het AMVC bewaart in dossier B995/K een ongedateerd dagbladknipsel (uit Het Vaderland, zie de bijdrage van Nop Maas, hiervóór p. 10) dat een artikel van haar uit het blad Auto citeert. Hierin verhaalt zij zulk gemotoriseerd bezoek. Een brief aan Virginie Loveling (Den Haag, april 1912) ondertekende zij met ‘Bé Stolk’ (Unie. bibl. Gent, Hs. 3427A (151).
-
eindnoot(7)
- Hendrik Willem Meedag (1831-1915), Nederlands schilder, leerling van o.m. W. Roelofs en L. Alma Tadema. Van 1867 tot 1869 werkte hij te Brussel. Dan vestigde hij zich in Scheveningen. Beroemd door zijn ‘Panorama van Scheveningen’ (1880-1881), het cirkelvormig opgestelde doek dat nu nog als het ‘Panorama Mesdag’ aldaar te bezichtigen is. In 1911 haalde het de actualiteit omdat er electrische verlichting in werd aangebracht. (Wereldkroniek, 18de jg., nr. 1, 1 april 1911, p. 4. Met foto).
-
eindnoot(8)
- Het classicistische 18de eeuwse patriciërshuis Van Ertborn (Maarschalk Gérardstraat 4) werd in 1884 als hotel ingericht. Later werd het tot bankgebouw omgevormd en momenteel biedt het onderdak aan het Nationaal Hoger Instituut voor Dramatische Kunsten, de Studio Herman Teirlinck.
-
eindnoot(9)
- Artikel James Ensor, opgedragen aan Max Elskamp, in: Elsevier's geïllustreerd maandschrift, jg. XXI, dl. XLI, 1911, p. 161-176. Met buitentekstplaat.
|