Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 1
(1985)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 101]
| |
Kroniek
| |
[pagina 102]
| |
Fonteine 1982-1983Ga naar voetnoot(1). In De Standaard en De Gentenaar verscheen bij de overgang 1982-1983 een tweedelige reportage onder de titel ‘Keert Buysse terug? Groot verteller in de schaduw van Streuvels’ door Gaston Durnez. De tekst hiervan werd bijgewerkt opgenomen in Vlaamse schrijvers. Vijfentwintig portretten (1982). Het ‘frisse’ Buysse-programma van het NTG gaf ook aanleiding tot een uitvoerige reportage over de auteur in het geïllustreerde weekblad De Post van 24 januari 1982. Dit ‘profiel van Vlaanderens meest ondergewaardeerde auteur’ werd niet ondertekend.
De eerste Buysse-tentoonstelling in dit herdenkingsjaar was te bezichtigen in het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel, van 2 tot 31 maart. Ze was georganiseerd door de Vereniging ter Bevordering van de Nederlandstalige literatuur in België v.z.w., en kreeg de titel mee ‘Cyriel Buysse (1859-1932). De schrijver beschreven’. Deze tentoonstelling omvatte uitsluitend fotografisch materiaal. Op woensdag 31 maart volgde de eerste voordracht, verzorgd door Jan d'Haese onder de titel ‘Vijftig jaar geleden overleed Cyriel Buysse’ in het Museum Leon de Smet, Museumlaan 18 te Deurle (Gent). Heel opmerkelijk was de eerste opvoering in dit herdenkingsjaar van Buysses meest bekende toneelwerk: Het gezin Van Paemel werd te Heist uitgevoerd op 2, 9, 23 en 30 mei 1982 door het Poppentheater Pallieter. Het was een realisatie met stangpoppen o.l.v. Piet Hendryckx. De voor 15 mei 1982 aangekondigde première van de Arca-produktie van ‘De biezenstekker’, een (nieuwe) toneelbewerking van de bekende novelle door Arca/NET-acteur Dirk Celis, werd tijdelijk uitgesteld; de produktie zal echter uiteindelijk geheel afgelast moeten worden wegens tijdgebrek en interne moeilijkheden. Op zondag 30 mei werd te Nevele een Cyriel Buysse-week in- | |
[pagina 103]
| |
gezet met een geladen programma. In het Museum Rietgaverstede werd een tentoonstelling geopend, samengesteld uit de rijke collectie van conservator A. Janssens (toegankelijk eveneens op maandag 31 mei en zondag 6 juni; met een aparte catalogus ‘C. Buysseherdenking’). 's Namiddags ging een folkloristische stoet uit in het teken van Cyriel Buysse. Op dinsdag 1 juni sprak André Demedts tijdens een ‘vertelavond’ over Cyriel Buysse in het Parochiaal Centrum te Landegem; de avond was georganiseerd door het Davidsfonds Landegem en Merendree. Op woensdag 2 juni volgde een Buysse-avond in de Rijksbasisschool te Nevele, nu georganiseerd door het C.S.C.-Nevele. Gemeenschapsminister Marc Galle presenteerde er zijn film ‘In de voetsporen van Cyriel Buysse’, waarna nog een panelgesprek plaatsvond. Op vrijdag 4 juni werd in de zaal van het klooster, A.C. van der Cruyssenstraat, een korte film geprojecteerd ‘naar werken’ van Cyriel Buysse; deze avond was georganiseerd door de Heemkundige kring ‘Het Land van Nevele’. De Nevelse Buysse-week werd besloten op zondag 6 juni met het inwandelen van het Cyriel Buysse-pad, vanaf de ‘beroemde’ Zeistraat. Deze laatste activiteit stond op naam van het C. Buysse-comité. Tijdens de voorjaars- en zomermaanden werden verscheidene publikaties aan Buysse gewijd. Anne Marie Musschoot reageerde op het verschijnen van de Manteau-herdruk van Tantes (met een inleiding door Kees Fens) in het Nieuw Vlaams Tijdschrift (35/2, maart-april). Zij verzorgde ook een inleiding, een kort chronologisch overzicht (met Chris Ghysels) en een bijdrage over een onbekend gebleven toneelwerk, Vader, in het vrijwel geheel aan Buysse gewijde nummer van Yang, verschenen in juni 1982. Verder zijn in dit Yang-nummer twee bijdragen opgenomen die teruggaan op Gentse licentieverhandelingen: Hilde Sabbe behandelt Het gezin Van Paemel als ‘een synthese van het boerenleven en van Buysses oeuvre vóóór 1902’ en Carine Carton geeft een analyse van Een sociale misdaad, ‘dramatische bewerking van de novelle “De wraak van Permentier”’. Nieuwe of minder bekend gebleven facetten van Buysses persoonlijkheid worden belicht door D. van | |
[pagina 104]
| |
Ryssel, die op zoek ging naar gegevens over Buysses maçonnieke leven en ook een (vertaalde) versie afdrukt van een door notaris E. Troch uitgesproken grafrede; vervolgens door H. Balthazar, die Buysses niet altijd even duidelijke houding tegenover het socialisme genuanceerd omschrijft, en door A. van Elslander, die een tekst publiceert uit Koekoek waarin een ‘non-conformistische visie’ op de schrijver (vermoedelijk afkomstig van Richard Minne tot uitdrukking wordt gebracht. Het Buysse-nummer van Yang bevat voorts nog anekdotes en bibliografische notities van Jan Schepens en een korte beschouwing van Stella Bernier over de vrouwenfiguren in Buysses werk. In het april-juninummer van Boek en Bibliotheek, het driemaandelijks tijdschrift van het Willemsfonds, had Jan Yperman het over ‘De laatste weken’ van Cyriel Buysse, dit naar aanleiding van het gesprek dat de schrijver kort voor zijn overlijden had met Abraham Hans (verschenen in Het Laatste Nieuws op 28 juli 1932). Het hierop volgende juli-septembernummer van Boek en Bibliotheek bracht een uitvoerige bijdrage van Nicole Verschoore over ‘Buysse, de onbekende’, een synthetische beschouwing naar aanleiding van de voltooiing van het Verzameld werk. Ook van Marc Reynebeau verscheen een samenvattend herdenkingsartikel onder de titel ‘Meniere Cyriel? Haja, da was ne kadee’ in Knack van 28 juli 1982, terwijl A, van Elslander in het juli-augustusnummer van De Vlaamse Gids een bijdrage plaatste over ‘Cyriel Buysse en het Willemsfonds’. Verschillende stukken over Buysse werden bijeengebracht in De Nieuwe van 26 augustus 1982, in een aparte katern die was aangekondigd als ‘De wereld van Cyriel Buysse’. In een kort door L.V. ondertekend editoriaal wordt erop gewezen dat de gevleugelde aanmaning van Paul Koeck in Elseviers Magazine (4.9. 1976) over de uitgave van Buysses Verzameld werk - ‘Tegen dit kunstmatig rekken van een literair leven sluimeren zoveel motieven voor een protest, dat het ditmaal eens niet uit de ethische hoek hoeft te komen’ - hier schaamteloos in de wind wordt geslagen. Monika van Paemel getuigt in ‘Van boeren en baron- | |
[pagina 105]
| |
nen’ alvast dat ze van Buysse nooit ‘af’ geraakt: ‘Cyriel, dat is familie’. Voorts stelt De Nieuwe-medewerker in ‘Het loeien van de drift’ Buysse nog maar eens tegenover Streuvels, nu echter met de bedenking dat Buysse van de twee ‘moderner’ is gebleven; Leo Pleysier schrijft over een Buysse-leeservaring op school en Ernst Retouché heeft het over zijn recent bezoek aan Nevele tijdens de hiervoor al genoemde herdenkingsweek; Johan Taeldeman ten slotte bracht in ‘Wahrheit und Dichtung’ gegevens bijeen over de pas overleden Cyriel Snoeck, die model stond voor ‘Grueten Broos’ in de gelijknamige novelle. De laatstgenoemde bijdrage werd ook (bijgewerkt) opgenomen in het Driemaandelijks tijdschrift van de Heemkundige kring Het land van Nevele (juni 1983). Vrijwel gelijktijdig met de stukken in De Nieuwe verscheen een uitvoerig ‘levensecht’ interview met Buysse in het geïllustreerde weekblad Panorama van 27 augustus, van de hand van Paul de Wit. In augustus 1982 verschijnt de achtste druk van Het recht van de sterkste, bij Heideland-Orbis te Hasselt. In september kwam de Buysse-herdenking tot een hoogtepunt. Op zaterdag 11 september werd in de Raadzaal van het Gemeentehuis te Nevele een academische herdenkingszitting gehouden, georganiseerd door de Provincie Oost-Vlaanderen en de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. De openingstoespraak werd gehouden door R. de Kinder, goeverneur, terwijl de feestrede werd uitgesproken door A. van Elslander, voorzitter van het Herdenkingscomité Cyriel Buysse. De feestzitting werd afgesloten met een slotwoord door O. Leys, voorzitter van de Academie. De teksten van deze toespraken zijn opgenomen in de rubriek ‘Werkzaamheden van de Academie in 1982’ in de Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Academie (1983, afl. 1; ook afzonderlijk overgedrukt onder de titel ‘Cyriel Buysse herdacht’). Geen volle week later, op vrijdag 17 september, werd in het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen de ‘grote’ officiële Buysse-tentoonstelling plechtig | |
[pagina 106]
| |
geopend. De genodigden werden er verwelkomd door L. Simons. A. van Elslander hield een korte toespraak namens de Koninklijke Academie en de tentoonstelling werd geopend verklaard door W. Geldolf, schepen voor onderwijs van de stad Antwerpen. De tentoonstelling was georganiseerd door het Herdenkingscomité Cyriel Buysse (bestaande uit L. Simons, E. Willekens en A. Pallemans, vertegenwoordigers van het A.M.V.C., voorzitter A. van Elslander en verder B. Decorte en M. Hoebeke, vertegenwoordigers van de Academie, en A.M. Musschoot, secretaris), dat op aanbeveling van Gemeenschapsminister Marc Galle een B.T.K.-ploeg ter beschikking kreeg, bestaande uit Jenny Dheedene (lic.), Chris Ghysels (lic.), Vera Claes (regentes) en Lucienne Steenssens (typiste). Ze zorgden, met de hulp van het personeel van het A.M.V.C., voor een uitgebreide tentoonstelling, met een 367 nummers tellende catalogus; dezelfde ploeg stelde ook onder de leiding van A.M. Musschoot een rijkelijk geïllustreerd Herdenkingsalbum samen, dat evenals de tentoonstelling zelf overigens zeer veel belangstelling kreeg vanwege het publiek. Aparte vermelding verdient de ruim gewaardeerde bijzonderheid dat tijdens de gehele duur van de tentoonstelling te Antwerpen en te Gent een video-opname werd vertoond van de film ‘In de voetsporen van Cyriel Buysse’. De tentoonstelling bleef te Antwerpen toegankelijk van 18 september tot 17 oktober, waarna ze werd overgebracht naar de Generale Bankmaatschappij, Kouter 8 te Gent, van 5 tot 28 november. Bij de openstelling te Gent, op 4 november, werd het woord gevoerd door A. van Elslander en schepen van cultuur R. Vandewege, die het stadsbestuur vertegenwoordigde en de tentoonstelling officieel opende. De genodigden werden vooraf verwelkomd door de heer G. van San, onderdirecteur van de Generale Bankmaatschappij te Gent. Een verslag hiervan is te vinden in G.-Magazine 1983/1-2, terwijl in hetzelfde blad (maandblad voor en door het personeel van de Generale Bankmaatschappij) in het nr. 7-8 van 1982 al een artikel over Buysse werd opgenomen van de hand van Gemeenschapsminister Marc Galle. Een waardige bekroning van deze officiële Buysse-herdenking was ongetwijfeld wel het feit dat ze samenviel met het verschij- | |
[pagina 107]
| |
nen van het zevende en laatste deel van het Verzameld werk. Dit laatste deel, dat veel ‘onbekende’ stukken bevat die vooral licht werpen op ‘de man achter het werk’ en dat voor velen een volslagen verrassing was, kwam begin november van de pers en kon nog net in een van de Gentse tentoonstellingskasten worden ingevoegd.
Het Buysse-jaar 1982 werd afgerond met tal van publikaties, lezingen en opvoeringen. Van de hand van R. Vervliet verscheen een grondig gedocumenteerde studie in Ons Erfdeel 25/4 over ‘Cyriel Buysse tussen historiciteit en actualiteit. Terugblik op een halve eeuw receptie in Vlaanderen’. Ada Deprez, die een privéeditie had bezorgd van Rosa Rooses' brieven aan Cyriel Buysse 1892-1893 (een uitgave van het Cultureel Documentatiecentrum van de R.U.G.), onder de titel Een idylle in de late negentiende eeuw, hield een lezing over deze liefdesbrieven op zaterdag 24 oktober 1982 in de voordrachtzaal van de bibliotheek te Nevele. Eerder al had ze onder dezelfde titel een lezing gehouden in de Koninklijke Academie te Gent (maart 1976), waarvan de tekst werd gepubliceerd in de Verslagen en Mededelingen 1982, afl. 1. Ook A. van Elslander gaf nog een voordracht over Buysse in de Culturele Kring St.-Paulus, Patijntjesstraat te Gent, op donderdag 18 november. Vanaf november kwam de nadruk in de herdenkingsactiviteiten vooral te liggen op Buysses toneelwerk. Op vrijdag 19 en zaterdag 20 november werd Driekoningenavond, gevolgd door de eenakter Sususususut!, opgevoerd door de toneelgroep Hic et Nunc in de zaal Novy te Nevele (de opvoering van zaterdag werd ingeleid door Jan Luyssaert). De voorstelling werd nog herhaald op zaterdag 18 december te Landegem. De regie van beide stukken was in handen van beroepsacteur Wim Langeraert. Eveneens in november nog, op vrijdag 26 en zaterdag 27, werd Het gezin Van Paemel op de planken gebracht te Zingein door de toneelvereniging ‘De kunstlievende Scheldezonen’, die hiermee tevens haar 108-jarig bestaan vierde. Het 48e Landjuweel, een wedstrijd | |
[pagina 108]
| |
voor vrijetijdstheater die plaatsvond van 27 november 1982 tot 29 januari 1983 in het Cultureel Centrum te Lokeren, werd als geheel opgedragen aan Cyriel Buysse. Bij de opening van het tornooi werd een inleidend woord gesproken door A. van Elslander; het Landjuweel zelf bracht echter geen Buysse-stukken voor het voetlicht. Wel kan nog een opvoering van Driekoningenavond gesignaleerd worden op vrijdag 10 en zaterdag 11 december 1982 in de toneelzaal Sint-Jacobs, Goudstraat 29 te Gent. Het was een produktie van de rederijkerskamer ‘Yver doet leeren’, geregisseerd door Carlos Detremmerie.
Nog in 1982 verscheen van A. van Elslander en A.M. Musschoot een artikel over ‘Cyriel Buysse et le naturalisme’ in het Franstalige algemeen culturele blad Septentrion (1982/3), terwijl in het decembernummer 1982 van het maandblad voor geschiedenis en archeologie Spiegel Historiael een overzichtsartikel ‘Cyriel Buysse 1859-1932’ van de hand van A.M. Musschoot was opgenomen.
De herdenking Buysse hield eind 1982 niet plotseling op. Vrijwel alle activiteiten - publikaties, lezingen, opvoeringen - vonden een herhaling of een vervolg. Zelfs was er in het agentschap van de Generale Bankmaatschappij te Nevele van 16 tot 30 januari 1983 een nieuwe, kleinere tentoonstelling over Buysse te bezichtigen, nu weliswaar beperkt tot de ‘Nevelse periode’. Ze was ingericht met de medewerking van de Heemkundige kring ‘Het Land van Nevele’, Mevrouw barones M. Buysse en de heren A. Janssens, J. van de Casteele en D. d'Hooge. Er werd een aparte catalogus uitgegeven, samengesteld door A. Janssens, J. Luyssaert en J. van de Casteele, met een inleiding door J. Luyssaert, voorzitter van de Heemkundige kring Het Land van Nevele, die de figuur van Buysse en de sporen van Nevele in diens werk belichtte tijdens de openingsplechtigheid van de tentoonstelling. Vooraf werden de genodigden verwelkomd door de heer O. Wyckaert, directeur van de Generale Bankmaatschappij en sprak A. van Elslander een inleidend woord (waarin werd aangekondigd dat er concrete plannen waren om een Cyriel Buysse | |
[pagina 109]
| |
Genootschap te stichten). Bij dezelfde gelegenheid werd een nieuwe azalea-variant voorgesteld die door de Bloemen Verhaege te Merendree was gekweekt en de naam Cyriel Buysse meekreeg. De veelgeroemde filmische kwaliteiten van Buysses proza kwamen goed tot hun recht in de geslaagde televisiebewerking van de novelle Lente. De film werd gedraaid naar een scenario van Rudy Geldhof en in een regie van Dré Poppe. Hij werd voor het eerst uitgezonden op zondag 16 januari 1983; de uitzending zou nog herhaald worden op zondag 3 februari 1985. Het patroonfeest van De aloude overste ende souvereine princelijke camere van der rhetorijcke ‘Jhesus met der Balsemblomme’ op 20 februari 1983, was voor criticus Jan d'Haese een aanleiding om een feestrede te houden ‘Van Buysse naar Martens’. Kort daarop, op dinsdag 8 maart, volgde nog een lezing van A. van Elslander over ‘C. Buysse, een kunstenaar en zijn werk’, in het lokaal ‘In 't Tonneke’, Lange Violettestraat 34 te Gent. De aangekondigde inleiding door Piet van Eeckhaut werd een (toch nog uitvoerige) uitleiding. Fragmenten uit Buysses werk werden voorgedragen door Walter vander Massen en door Machar van Geyt. A. van Elslander zou vervolgens op 29 maart nog een korte inleiding houden bij de kleine Buysse-tentoonstelling die te bezichtigen was in het Belgisch Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam van 24 maart tot 13 april 1983; en op zondag 9 juli 1983 sprak hij over Buysse in het kader van de Vlaams-nationale feestdag te De Pinte, waar in het Gemeentehuis door de goede zorgen van A. Janssens ter gelegenheid van de Gulden Sporenslag herdenking een kleine Buysse-tentoonstelling was ingericht.
Ook de publikatiestroom over Buysse kende een gestadige voortzetting. Nicole Verschoors plaatste een vervolg op haar bijdrage over Buysse in Boek en Bibliotheek. In het januari-maartnummer verscheen ‘Buysses kroniek van de Vlaamse politiek’, waarin ze Buysses politieke opvattingen bespreekt zoals die afgeleid kunnen worden uit zijn romans maar nu vooral ook uit de opstellen die bijeen zijn gebracht in deel 7 van het Verzameld werk. Op 4 | |
[pagina 110]
| |
februari 1983 nam de weekend-bijlage van De Volkskrant een stuk op van Pol Hoste over Buysses Verzameld werk; de schrijver wordt er ‘een opmerkelijke figuur uit de schaduwzijde van onze literatuur’ genoemd: ‘gedateerd, maar de thematiek is nog behoorlijk actueel’. Vervolgens verscheen nog een bijdrage van A. Bauwens over ‘Meigem in het werk van Cyriel Buysse’ in het Driemaandelijks tijdschrift van de heemkundige kring Het Land van Nevele (maart 1983). Later in het jaar (september) zal in ditzelfde tijdschrift nog een gehele licentieverhandeling over Buysse worden gepubliceerd, namelijk een Inventaris en studie van de volkskundige elementen in het werk van Cyriel Buysse, in het bijzonder de volksgebruiken met betrekking tot de levenscyclus, van Karla de Ruyck, afkomstig uit Deinze. Promotor van deze Leuvense scriptie was Prof. S. Top.
Op donderdag 21 april 1983 hield Anne Marie Musschoot een lezing over ‘Cyriel Buysse. Vlaming en kosmopoliet’ in het kader van de Middagen van de poëzie en het proza te Brussel, in de aula van de V.U.B. Zij behandelde het werk van Buysse eveneens in het hoofdstuk ‘De beweging van Van Nu en Straks’ van het literair-historische overzicht in de Culturele geschiedenis van Vlaanderen, d. 9. Literatuur II. De twintigste eeuw (1983) en, een goed jaar later, in de BRT-Teleac televisieserie ‘Nederlandse literatuur na 1830’.
Een verlate verrassing werd de Arca/NET-produktie ‘De raadsheren van Nevele’, een dramatisering van de beruchte Verslagen van de Gemeenteraad te Nevele, Buysses clandestiene debuut. Deze soloproduktie van Arcadirecteur Jo de Caluwé, geregisseerd door Jo Gevers, werd te Gent gebracht op vrijdag 20 en zaterdag 28 mei, en op zaterdag 4, 11, 18 en 25 juni 1983, waarna de produktie in reisvoorstelling ging. In februari, maart en juni 1984 was ze te zien in Teater Negentien te Brugge; op 1 juni was ze ook te gast in De Brakke Grond te Amsterdam en in oktober in de Universitaire Stichting te Parijs. In maart en april 1985 werd ze nog hernomen in het eigen theater te Gent. Verder vallen nog | |
[pagina 111]
| |
enkele opvoeringen van Het gezin Van Paemel te vermelden: door het toneelgezelschap 't Kelderkeu te Kemzeke, geregisseerd door Luc Samson (op zaterdag 10, zondag 11, vrijdag 16 en zondag 25 december 1983); door de toneelgroep Volharding in K.O.C. De Bres te Halle, geregisseerd door André Leducq (n.a.v. het 75-jarig bestaan van de groep, op zaterdag 17 december 1983); en ten slotte, als verre uitloper van de huldevoorstellingen van 1982, door de Kieldrechtse toneelkring Kunst veredelt in de sporthal te Kieldrecht (op 22, 23, 24 en 25 maart 1985). Ook Driekoningenavond werd nog opgevoerd in 1985 (zaterdag 20 april), door de Koninklijke Maatschappij Vereenigde Tael- en Kunstminnaers te Deinze, dit in het kader van de tweejaarlijkse wedstrijd voor amateurtoneel, het Gaverjuweel; en door de toneelvereniging ‘Voor God en de Evenmens’ uit Hamme, in zaal De Ring (laatste vertoning zaterdag 20 april).
Bert Decorte hield in de Koninklijke Academie een lezing onder de titel ‘Indrukken en kanttekeningen bij het werk van Buysse’, waarin hij zijn lectuurervaringen van deel 7 van het Verzameld werk weergaf. De tekst van deze kanttekeningen is opgenomen in de Verslagen en Mededelingen van de Academie, 1984, afl. 1. In de uitvoerige wetenschappelijke studie van R. Vervliet over ‘Literatuur en lezerspubliek. Receptie-sociologie als bijdrage tot de sociale geschiedenis’, verschenen in het Tijdschrift voor sociale geschiedenis 1984 (35), wordt de hier voorgestelde methode van receptieonderzoek (mede) gebaseerd op en geïllustreerd aan de hand van een vergelijkende analyse van recensies van Streuvels' en Buysses werk. Het materiaal voor dit onderzoek is afkomstig van een zeer breed receptiesociologisch onderzoeksproject aan de R.U.G. In het kader hiervan werden 21 licentieverhandelingen gemaakt, waarin de onderzoeksmethode werd toegepast op de auteurs van Van Nu en Straks en van Vlaanderen. Het recensie-materiaal van Streuvels werd verzameld en geanalyseerd door R. van Renterghem en M.R. de Sterck (1977), dat van Buysse door J. Dheedene (1979). | |
[pagina 112]
| |
Tot een blijvende waardering van Buysses werk bij een groter publiek heeft ongetwijfeld de televisiebewerking van Tantes bijgedragen, gedraaid naar een scenario van Rudy Geldhof en in een regie van Juul Claes. De film werd uitgezonden zondag 28 oktober 1984 in de reeks Made in Flanders en kreeg zeer gunstige reacties. Lucienne Stassaert noteerde in De Nieuwe van 8 november 1984 dat de bewerkers van deze grimmige roman het essentiële behielden, maar ze ‘kozen alleszins voor een romantischer versie van de feiten en voor een minder geleidelijke opeenvolging van conflictsituaties’. De vertolking werd in de pers ‘optimaal’ genoemd, waarbij vooral de knappe acteursprestatie van Dora van der Groen als Tante Clémence werd geprezen en Sien Eggers in de rol van Adrienne ‘schitterend’ werd gevonden.
In even hoge mate als door een dergelijke succesrijke televisiebewerking wordt het ‘blijven’ van Buysse in de literaire actualiteit in de hand gewerkt door de herdrukken die de uitgeverij Manteau - uitgever van het Verzameld werk - sedert 1981 laat verschijnen. Tantes verscheen als eerste overdruk uit het Verzameld werk, met een inleiding van Kees Fens. Tot dusver verschenen verder nog Zoals het was... in 1983 (in de pers begroet als ‘een sterke roman’ en ‘meesterlijk proza’) en, in 1984, vrijwel tegelijk Het recht van de sterkste en Het gezin Van Paemel. Veelbetekenend zijn de hedendaagse reacties op Het recht van de sterkste, waarmee Buysse in het jaar van verschijnen 1893 onmiddellijk het lang nawerkende odium van vuilschrijver op zich gekleefd kreeg. In De Boekengids van oktober 1984 - het blad dat in mei 1927 de bekende ongesigneerde banvloek over Buysses werk uitsprak - deelt Jooris van Hulle nu kort en krachtig mee: ‘Het recht van de sterkste blijft een boeiend en meesterlijk werk van één van onze grootste vertellers’. Vera Sermon had de roman in Lektuurgids van aug./sept. 1984 al getypeerd als ‘Een prachtboek, vlot en raak geschreven, met levendige dialogen, en ondanks zijn respectabele ouderdom, geen greintje aftands’. Inmiddels is bij uitgeverij Em. Querido te Amsterdam een herdruk van Het leven van Rozeke van Dalen verschenen (Sala- | |
[pagina 113]
| |
mander pocket nr. 555; 1983); ook uitgeverij Baart te Deurne bracht in de reeks ‘Vlaamse klassieken’ een nieuwe uitgave van De Schandpaal (1984); en uitgeverij Manteau stelt jaarlijks herdrukken van werken van Buysse in het vooruitzicht. Het ziet er dus naar uit dat Buysse wel degelijk wordt gelezen. A.M.M. |
|